Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-09-2002 en tekstbijwerking tot 09-05-2006.), de 18 juillet 2002

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.

Artikel 1. De definities vervat in artikel 2 van de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen gelden eveneens voor de toepassing van dit besluit.

In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. ordonnantie : de voornoemde ordonnantie van 7 maart 1991;

  2. (producent : elke natuurlijk of rechtspersoon die, ongeacht de gebruikte verkoopstechniek, zelfs verkoop op afstand, een product vervaardigt en verkoopt onder zijn eigen merk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

    - voor de toepassing van dit besluit wordt als een " producent " beschouwd de natuurlijke of rechtspersoon die onder zijn eigen merk apparatuur doorverkoopt die door andere leveranciers wordt geproduceerd;

    - de persoon die uitsluitend instaat voor de financiering krachtens of overeenkomstig een financieringsovereenkomst wordt niet als een " producent " beschouwd tenzij hij eveneens als producent in de zin van het eerste lid optreedt;)

  3. invoerder : elke andere persoon dan een producent die een product invoert en het in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de markt brengt;

  4. verdeler : elke persoon die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor rekening van een of meerdere producenten of invoerders, een product bij een of meerdere kleinhandelaars verdeelt;

  5. kleinhandelaar : elke persoon die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de consument een product te koop biedt;

  6. het op de markt brengen : terbeschikkingstelling van derden, kosteloos of tegen betaling, van een product dat in de Europese Gemeenschap wordt vervaardigd of in vrije omloop wordt gebracht, behalve indien het voor uitvoer is bestemd;

    (6°bis financieringsovereenkomst : lening-, leasing, huur- of afbetalingsovereenkomst of een regeling met betrekking tot enige apparatuur ongeacht of volgens die overeenkomst of regeling dan wel volgens een bijkomende overeenkomst of regeling, eigendomsoverdracht van het apparaat zal of kan plaatsvinden;)

  7. batterij of accu : een bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit één of meer primaire (niet-oplaadbare) batterijen of secundaire (oplaadbare) cellen, met uitzondering van de stationaire batterijen;

  8. gebruikte batterij of gebruikte accu : elke batterij of accu waarvan de houder zich ontdoet of voornemens is of verplicht is zich te ontdoen;

  9. band : elke rubberband van een voertuig, caravan, aanhangwagen, autobus, autocar, vrachtwagen, bestelwagen, motorfiets, landbouwtractor, landbouwtuigen of werftuigen voor openbare werken;

  10. versleten band : elke band die niet of niet meer gebruikt kan worden overeenkomstig zijn oorspronkelijke bestemming en waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is of verplicht is zich te ontdoen;

  11. elektrische en elektronische apparatuur : apparaten met al dan niet beroepsdoeleinden, die elektrische stromen of elektromagnetische velden nodig hebben om te kunnen werken en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van dergelijke stromen en velden, (die onder de in bijlage IA vermelde categorieën ressorteren) en bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1 000 volt bij wisselstroom en 1 500 volt bij gelijkstroom, met uitzondering van de apparaten die volledig deel uitmaken van een beroepsmatige apparatuur waarvan de onderdelen nooit afzonderlijk bij de gezinnen kunnen terechtkomen, met uitzondering van de verbruiksmaterialen die in bijlage II zijn opgenomen;

    (- De lijst van de bij dit besluit bedoelde categorieën afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) is als bijlage IA opgenomen. Bijlage I.B. omvat een productenlijst die onder de als bijlage IA opgesomde categorieën ressorteren.

    Deze begripsomschrijving geldt niet voor apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de Staatsveiligheid, wapens, munitie en oorlogsmateriaal. Deze bepaling is evenwel niet van toepassing op de producten die niet voor specifiek militaire doeleinden zijn bestemd;)

    (11°bis Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) : elektrische of elektronische apparaten waarvan de houder zich ontdoet, voornemens of verplicht is zich te ontdoen, daaronder begrepen alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen die volledig deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt;)

    (11°ter AEEA van particuliere huishoudens : AEEA die afkomstig is van particuliere huishoudens en van commerciële, industriële, institutionele en andere bronnen en die naar aard en hoeveelheid met die van particuliere huishoudens vergelijkbaar is;)

  12. vervallen geneesmiddel : elke stof of samenstelling die curatieve en preventieve eigenschappen ten opzichte van menselijke en dierlijke ziektes zou vertonen, die op voorhand wordt voorbereid en in een specifieke verpakking, onder een specifieke benaming of onder zijn internationale gemeenschappelijke benaming in de handel wordt gebracht en waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is of verplicht is zich te ontdoen;

  13. voertuig : voertuig in de zin van artikel 1, 1° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 september 2001 betreffende de erkenning van exploitanten van verwijderingscentra voor afgedankte voertuigen die ertoe gemachtigd zijn een vernietigingsattest af te geven en betreffende de exploitatievoorwaarden van die centra;

  14. afgedankt voertuig : afgedankt voertuig in de zin van artikel 1, 2° van het voornoemde regeringsbesluit van 6 september 2001;

  15. afvalolie : afvalolie in de zin van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 19 september 1991 houdende regeling van de verwijdering van afvalolie;

  16. voedingsolie en -vetten : voor voeding bestemde oliën en vetten die als frituurvet voor voedingsmiddelen gebruikt kunnen worden;

  17. stof bedoeld door het Protocol van Montreal : stoffen opgenomen in de bijlagen A, B, C en E, bij het Protocol, opgemaakt te Montreal op 16 september 1987, die de ozonlaag afbreken, hetzij afzonderlijk, hetzij in een mengsel;

  18. HFC's, PFC's en SF6 : de fluorokoolwaterstoffen, de perfluorokoolstoffen en de zwavelhexafluoriden als bedoeld in het Protocol, opgemaakt te Kyoto op 11 december 1997, bij de raamovereenkomst van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, alsook de mengselen die uit die stoffen zijn samengesteld;

  19. Minister : de Minister bevoegd voor Milieubescherming;

    (19°bis Instituut : Brussels Instituut voor Milieubeheer;)

  20. nuttige toepassing : alle handelingen als opgenomen in bijlage III bij dit besluit;

  21. (recycling : terugwinning in een productieproces van afvalmaterialen met een gunstige handelswaarde, doch met uitzondering van terugwinning van energie)

    (21°bis verwijdering : de in bijlage IV bij dit besluit bedoelde toepasselijke handelingen)

    (21°ter preventie : maatregelen ter vermindering van de hoeveelheid en de milieuschadelijkheid van het bij dit besluit bedoeld afval en de daarin aanwezige materialen en stoffen;)

  22. filmafval : ontwikkelvloeistof, activatoroplossing, fixeer-, bleek- en bleekfixeervloeistof, en regeneratievloeistof.

  23. loodstartbatterij : bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit loodplaten in een elektrolytoplossing, bestemd voor het starten van een verbrandingsmotor;

    Art. 2. Zodra dit besluit in werking treedt, worden personen die verantwoordelijk zijn voor het afval omdat ze beroepshalve goederen, grondstoffen of producten op de markt hebben gebracht door ze te vervaardigen, in te voeren of in de handel te brengen, aan een terugnameplicht onderworpen voor de volgende afvalstoffen :

  24. gebruikte batterijen en accu's;

  25. versleten banden;

  26. vervallen geneesmiddelen;

  27. afgedankte voertuigen;

  28. gebruikte elektrische en elektronische apparaten (en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens), met uitzondering van verlichtingstoestellen, elektrische of elektronische werktuigen, elektrisch en elektronisch speelgoed en controle- of meettoestellen.

    (De terugname van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur kan worden geweigerd als :

    - het niet alle onderdelen bevat die noodzakelijk zijn voor het functioneren van het apparaat;

    - het afvalstoffen bevat die vreemd zijn aan het afgedankte apparaat;

    - het elementen bevat die een risico voor de gezondheid en de veiligheid van het personeel bij de inleveringspunten opleveren, gelet op de geldende veiligheids- en gezondheidsvoorschriften.

    Bij geschillen beslist het BIM of de weigering kan worden ontvangen.)

    Vanaf 1 januari 2003 worden de personen die verantwoordelijk zijn voor het afval omdat ze beroepshalve goederen, grondstoffen of producten op de markt hebben gebracht door ze te vervaardigen, in te voeren of in de handel te brengen, aan een terugnameplicht onderworpen voor de volgende afvalstoffen :

  29. afvalolie;

  30. verlichtingstoestellen, elektrische en elektronische werktuigen, elektrisch en elektronisch speelgoed en controle- of meettoestellen;

  31. filmafval;

  32. voedingsoliën en -vetten.

    HOOFDSTUK II. - Uitvoering van de terugnameplicht.

    Afdeling 1. - Terugnameplicht.

    Art. 3. Met het oog op de terugnameplicht,

  33. dient de kleinhandelaar van de consument elke afvalstof kosteloos terug te nemen die overeenstemt met de bewuste terugnameplicht, op voorwaarde dat deze consument zich een vervangproduct aanschaft. Voormelde voorwaarde is niet van toepassing bij de terugname van batterijen en vervallen geneesmiddelen; op afgedankte voertuigen is ze enkel van toepassing krachtens de in artikel 39 gestelde voorwaarden;

  34. dient de verdeler op eigen kosten, regelmatig en ter plaatse, bij de kleinhandelaars alle in ontvangst genomen afvalstoffen terug te nemen en ze bij de producent of invoerder in te leveren;

  35. dient de producent of de invoerder regelmatig en op eigen kosten bij de verdelers of bij ontstentenis, bij de kleinhandelaars, alle aanvaarde afvalstoffen in te zamelen en ze in een hiertoe vergunde inrichting te laten verwerken.

    De producent...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT