21 DECEMBER 2010. - Ministerieel besluit nr. 2 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde (1)

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,

Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, artikel 76, § 2, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wet van 26 november 2009 en artikel 80, eerste lid, vervangen bij de wet van 22 december 1989;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 14 van 3 juni 1970 met betrekking tot de vervreemdingen van gebouwen, gedeelten van gebouwen en het bijhorende terrein en de vestigingen, overdrachten en wederoverdrachten van een zakelijk recht in de zin van artikel 9, tweede lid, 2°, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde op zulke goederen, artikel 5, § 2, eerste lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 oktober 1980, 29 december 1992, 16 juni 2003 en 19 december 2010;

Gelet op het ministerieel besluit nr. 2 van 4 maart 1993 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende

-dat de wijzigingen aangebracht bij de programmawet van 23 december 2009 aan het btw-Wetboek ingevolge het feit dat leveringen van gebouwen en het bijhorende terrein voortaan aan de btw zijn onderworpen, de aanpassing hebben vereist van artikel 5, § 2, eerste lid, van het voornoemd koninklijk besluit nr. 14 wat de teruggaaf betreft van btw die niet in aftrek kon worden gebracht;

- dat de maatregelen van onderhavig besluit met betrekking tot voorbedoelde teruggaaf bijgevolg op dezelfde datum als voornoemd koninklijk besluit in werking moeten treden;

- dat deze maatregelen onverwijld moeten worden genomen,

Besluit :

Artikel 1. Om de teruggaaf te verkrijgen waarin artikel 5, § 2, van het koninklijk besluit nr. 14 met betrekking tot de vervreemdingen van gebouwen, gedeelten van gebouwen en het bijhorende terrein en de vestigingen, de overdrachten en wederoverdrachten van een zakelijk recht in de zin van artikel 9, tweede lid, 2° van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde op zulke goederen voorziet, moet de belastingplichtige de in artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 3 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde bedoelde facturen en stukken voorleggen waaruit het bedrag blijkt van :

  1. de belastingen geheven van handelingen omschreven in artikel 9, § 1, derde lid van het koninklijk besluit nr. 3 met betrekking tot de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT