Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 betreffende de kosten, de percentages, de duur en de terugbetalingsmodaliteiten van het consumentenkrediet, met het oog op het bepalen van de maximale jaarlijkse kostenpercentages., de 19 octobre 2006

Artikel 1. Artikel 1, 8°, van het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 betreffende de kosten, de percentages, de duur en de terugbetalingsmodaliteiten van het consumentenkrediet, wordt vervangen als volgt :

" 8° de referentie-index :

- voor de kredietopening : het maandgemiddelde van de interbancaire rentevoet EURIBOR op drie maanden vastgesteld door Belgostat;

- voor de andere kredietovereenkomsten :

- voor de bedragen tot 1.250 euro : index A van een kalendermaand, bepaald in artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 11 januari 1993 tot vaststelling van de referte-indexen voor de veranderlijke rentevoeten inzake hypothecaire kredieten;

- voor de bedragen tussen 1.250 euro en 5.000 euro : index B van een kalendermaand, bepaald in artikel 2, § 3, van voornoemd koninklijk besluit van 11 januari 1993;

- voor de bedragen hoger dan 5.000 euro : index C van een kalendermaand, bepaald in artikel 2, § 3, van voornoemd koninklijk besluit van 11 januari 1993.

De referentie-index wordt afgerond op twee decimalen na de komma. Indien de derde decimaal vijf of meer bedraagt, wordt de tweede decimaal naar boven afgerond. In de overige gevallen wordt geen rekening gehouden met de derde decimaal. "

Art. 2. Artikel 7bis, in hetzelfde besluit ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 april 1993 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 april 1994, wordt vervangen als volgt :

" Art. 7bis. § 1. De maximale jaarlijkse kostenpercentages worden vastgelegd in de basistabel opgenomen in bijlage II bij dit besluit.

§ 2. Om de zes maanden, bij het verstrijken van de maand maart en van de maand september, worden de referentie-indexen van de afgelopen maand vergeleken met de referentie-indexen die het laatst aanleiding gaven tot een wijziging van de respectievelijke maximale jaarlijkse kostenpercentages. Voor de toepassing van dit besluit worden de referentie-indexen van de maand maart 2006 beschouwd als eerste referentie-indexen.

Bij een eerste wijziging van een referentie-index met minstens 0,75 punten wordt het overeenstemmende maximale jaarlijkse kostenpercentage, opgenomen in de basistabel, gewijzigd in dezelfde zin en met hetzelfde aantal procentpunten, waardoor een referentievoet bekomen wordt. Het nieuwe maximale jaarlijkse kostenpercentage is gelijk aan deze referentievoet afgerond naar de meest nabije eenheid of halve eenheid.

Bij iedere verdere wijziging van een referentie-index, met minstens 0,75 punt, wordt de laatst vastgestelde referentievoet gewijzigd in dezelfde zin en met hetzelfde aantal procentpunten. Het nieuwe maximale jaarlijkse kostenpercentage is dan gelijk aan deze gewijzigde referentievoet afgerond naar de meest nabije eenheid of halve eenheid.

§ 3. De nieuwe maximale jaarlijkse kostenpercentages, samen met de bijhorende nieuwe referentie-indexen en referentievoeten, worden onverwijld onder de vorm van een bericht bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

De nieuwe maximale jaarlijkse kostenpercentages worden van kracht op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand van de bekendmaking ervan.

Art. 3. Bijlage III, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 april 1993, 15 april 1994, 22 februari 1995 en 13 juli 2001, en bijlage IV, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 april 1994, 23 september 1994, 22 februari 1995, 21 maart 1996, 17 maart 1997 en 13 juli 2001, van hetzelfde besluit, worden opgeheven. Bijlage II, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 april 1993, 15 april 1994, 23 september 1994, 21 maart 1996, 17 maart 1997 en 13 juli 2001, wordt vervangen door de bij dit besluit gevoegde bijlage.

Art. 4. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de vierde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 5. Onze Minister bevoegd voor Financiën en Onze Minister bevoegd voor Economie, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 oktober 2006.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Financiën,

D. REYNDERS

De Minister van Economie,

M. VERWILGHEN

BIJLAGE.

Art. N. Schaal van de maximale jaarlijkse kostenpercentages.

Verkoop op afbetaling, Kredietopening en

lening op afbetaling en alle overige

alle kredietovereen- kredietovereenkom-

komsten, behalve de Finan- sten met

Kredietbedrag financieringshuur, cierings- uitsluiting van

waarbij de betalings- huur deze bedoeld in de

termijnen en de voorgaande kolommen

termijnbedragen van deze tabel

gedurende de looptijd --------------------

doorgaans gelijk blijven Met kaart Zonder

(*) kaart (*)

- - - - -

Tot 1.250 euro 21 % 15 % 17 % 13 %

Meer dan 16 % 12 % 15 % 12 %

1.250 euro tot

5.000 euro

Meer dan 13 % 11 % 14 % 12 %

5.000 euro

(*) Met kaart wordt bedoeld : elk instrument voor de elektronische overmaking van fondsen, waarvan de functies worden uitgevoerd door een kaart bedoeld in artikel 2, 5°, van de wet van 17 juli 2002 betreffende de transacties uitgevoerd met instrumenten voor de elektronische overmaking van geldmiddelen, waarvoor de kosten van de kaart in de totale kosten van het krediet begrepen moeten worden en dus ook in het jaarlijkse kostenpercentage hernomen in de kredietovereenkomst overeenkomstig artikel 2, § 3, 4°, a contrario van het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 betreffende de kosten, de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT