26 DECEMBER 2013. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden (de Benelux-Staten) en de Republiek Kosovo betreffende de terug- en overname van onregelmatig binnengekomen en/of verblijvende personen (Terug- en Overname-overeenkomst), en met het Uitvoeringsprotocol, gedaan te Brussel op 12 mei 2011 (1) (2) (3)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2. De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden (de Benelux-Staten) en de Republiek Kosovo betreffende de terug- en overname van onregelmatig binnengekomen en/of verblijvende personen (Terug- en Overname-overeenkomst), en het Uitvoeringsprotocol, gedaan te Brussel op 12 mei 2011, zullen volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Ciergnon, 26 december 2013.

FILIP

Van Koningswege :

De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken,

D. REYNDERS

De Minister van Justitie,

Mevr. A. TURTELBOOM

De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie,

Mevr. M. DE BLOCK

Met 's Lands zegel gezegeld :

De Minister van Justitie,

Mevr. A. TURTELBOOM

_______

Nota's

(1) Senaat (www.senate.be) :

Stukken : 5-2144.

Handelingen van de Senaat : 17/07/2013, 18/07/2013.

Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) :

Stukken : 53-2983.

Integraal verslag : 14/11/2013.

(2) Lijst Gebonden Staten.

(3) Inwerkingtreding : 1 april 2014.

OVEREENKOMST

TUSSEN

HET KONINKRIJK BELGIE,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG

EN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

(DE BENELUX-STATEN)

EN

DE REPUBLIEK KOSOVO

BETREFFENDE

DE TERUG- EN OVERNAME

VAN ONREGELMATIG BINNENGEKOMEN

EN/OF VERBLIJVENDE PERSONEN

(TERUG- EN OVERNAMEOVEREENKOMST)

HET KONINKRIJK BELGIE,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG

EN

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

die krachtens de bepalingen van de op 11 april 1960 gesloten Benelux-Overeenkomst gemeenschappelijk optreden (de Benelux-Staten),

EN

DE REPUBLIEK KOSOVO,

hierna genoemd "de Partijen",

Ernaar strevend de samenwerking tussen de Partijen te bevorderen en de onderlinge communicatie te verbeteren teneinde beter uitvoering te geven aan de wetgeving en regelgeving inzake het personenverkeer,

Ernaar strevend hun gezamenlijke wens strekkende tot het efficiënt bestrijden van de illegale immigratie van Benelux-onderdanen of Kosovaarse staatsburgers alsmede van de onderdanen van een derde Staat te herbevestigen,

Ernaar strevend de internationaalrechtelijke verplichting tot terugname van eigen onderdanen ten uitvoer te brengen, en met name artikel 12, lid 4, van het internationale Verdrag van 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten,

Ernaar strevend een verplichting tot overname van de onderdanen van een derde Staat tussen de Partijen tot stand te brengen, onder de voorwaarden in deze Overeenkomst genoemd,

Ernaar strevend, op basis van wederkerigheid, de terug- en overname van personen die onregelmatig op het grondgebied van een andere Partij zijn binnengekomen en/of verblijven, en de doorgeleiding van te verwijderen personen te vergemakkelijken,

Bezorgd dat deze terug- en overname snel en veilig moet plaatsvinden, volgens procedures die de menselijke waardigheid waarborgen;

Zijn het volgende overeengekomen :

ARTIKEL 1

Definities en werkingssfeer

Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt verstaan onder :

  1. "grondgebied" :

    - voor de Benelux-Staten : het gezamenlijke grondgebied in Europa van het Koninkrijk België, van het Groothertogdom Luxemburg en van het Koninkrijk der Nederlanden;

    - voor de Republiek Kosovo : het grondgebied van de Republiek Kosovo;

  2. "onregelmatig binnengekomen en/of verblijvende persoon" : eenieder die niet of niet meer voldoet aan de geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf;

  3. "terugname" en "overname" :

    terugname van een persoon van wie kan worden aangetoond of aannemelijk gemaakt dat hij de nationaliteit van één der Benelux-Staten of het staatsburgerschap van de Republiek Kosovo heeft, respectievelijk de overname van een onderdaan van een derde Staat; in beide gevallen voldoet de betrokkene niet meer aan de voorwaarden voor binnenkomst of verblijf op het grondgebied van een van de andere Partijen;

  4. "eigen onderdaan of staatsburger" :

    (1) eenieder die de nationaliteit heeft van één der Benelux-Staten;

    (2) eenieder die het staatsburgerschap heeft of in aanmerking komt voor het staatsburgerschap van de Republiek Kosovo overeenkomstig artikel 29 van de wet op het staatsburgerschap van Kosovo;

  5. "derde Staat" : elke Staat die geen Benelux-Staat en niet de Republiek Kosovo is;

  6. "onderdaan van een derde Staat" : eenieder die niet de nationaliteit van één van de Benelux-Staten noch het staatsburgerschap van de Republiek Kosovo heeft, waaronder wordt begrepen een staatloze;

  7. "staatloze" : de persoon waarvan de status door het Verdrag betreffende de status van staatlozen van 28 september 1954 wordt bepaald;

  8. "verzoekende Partij" : de Partij op wiens grondgebied zich een onregelmatig binnengekomen en/of verblijvende persoon bevindt en die om de terug- of overname van deze persoon dan wel zijn doorgeleiding verzoekt, onder de voorwaarden in deze Overeenkomst genoemd;

  9. "aangezochte Partij" : de Partij die wordt verzocht een onregelmatig binnengekomen en/of verblijvende persoon op haar grondgebied terug of over te nemen dan wel zijn doorgeleiding over haar grondgebied toe te staan, onder de voorwaarden in deze Overeenkomst genoemd;

  10. "verblijfstitel" : een door de Partijen afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon recht geeft om op haar grondgebied te verblijven. Hieronder valt niet de tijdelijke toelating tot verblijf met het oog op de behandeling van een asielverzoek of van een verzoek om een verblijfstitel.

    ARTIKEL 2

    Terugname van eigen onderdanen of staatsburgers

    (1) Iedere Partij neemt op verzoek van de andere Partij, zonder andere formaliteiten dan die welke in deze Overeenkomst zijn genoemd, de persoon op haar grondgebied terug die niet of niet meer voldoet aan de voorwaarden voor binnenkomst of verblijf op het grondgebied van de verzoekende Partij, wanneer kan worden aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat hij de nationaliteit of het staatsburgerschap van de aangezochte Partij heeft.

    (2) De terugnameplicht uit lid (1) geldt ook voor de persoon die na binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende Partij de nationaliteit of het staatsburgerschap van de aangezochte Partij heeft verloren, tenzij die persoon tenminste een naturalisatietoezegging van de verzoekende Partij heeft ontvangen.

    (3) Op verzoek van de verzoekende Partij, en conform de bepalingen van artikel 7, lid (6), van deze Overeenkomst, verstrekt de aangezochte Partij onverwijld en uiterlijk binnen drie dagen na de datum van ontvangst van het verzoek de met het oog op de teruggeleiding van de terug te nemen personen vereiste reisdocumenten.

    (4) De verzoekende Partij neemt deze persoon onder dezelfde voorwaarden terug, indien uit een onderzoek, uitgevoerd binnen een termijn van drie maanden na de terugname van betrokkene, blijkt dat hij op het moment van het verlaten van het grondgebied van de verzoekende Partij niet de nationaliteit of het staatsburgerschap van de aangezochte Partij had, tenzij de terugnameplicht volgt uit lid (2).

    ARTIKEL 3

    Overname van onderdanen van een derde Staat en staatlozen

    (1) Iedere Partij neemt op verzoek van de andere Partij en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze Overeenkomst zijn genoemd, elke onderdaan van een derde Staat over op haar grondgebied die niet of niet meer voldoet aan de voorwaarden voor binnenkomst of verblijf op het grondgebied van de verzoekende Partij, wanneer kan worden aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die onderdaan :

  11. in het bezit is van een geldige verblijfstitel afgegeven door de aangezochte Partij, of

  12. in het bezit is van een geldig visum, anders dan een transitvisum, afgegeven door de aangezochte Partij, of

  13. bij binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende Partij in het bezit was van een geldige verblijfstitel of een geldig visum, anders dan een transitvisum, afgegeven door de aangezochte Partij, of

  14. het grondgebied van de verzoekende Partij is binnengekomen nadat hij het grondgebied van de aangezochte Partij is doorgereisd of aldaar heeft verbleven.

    (2) De in lid (1) bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer de verzoekende Partij aan de onderdaan van een derde Staat, vóór of na binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende Partij, een visum, anders dan een transitvisum, of verblijfstitel heeft afgegeven met een langere geldigheidsduur dan die van het visum of de verblijfstitel die door de aangezochte Partij is afgegeven.

    (3) De aangezochte Partij verplicht zich tegenover de over te nemen onderdaan van een derde Staat de bepalingen van artikel 33 van het Verdrag van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, als gewijzigd bij het Protocol van 31 januari 1967 betreffende de status van vluchtelingen, alsmede de bepalingen van artikel 3 van het Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, dan wel de bepalingen van artikel 7 van het Internationale Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 19 december 1966, als ook de bepalingen van artikel 3 van het Verdrag van 10 december 1984 tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, na te leven, ook indien zij geen partij is bij deze Verdragen.

    ARTIKEL 4

    Indiening van het verzoek om terug- of overname

    (1) Een verzoek om terug- of overname op grond van artikel 2 of 3 wordt schriftelijk ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij.

    (2) Elk verzoek om terug- of overname bevat de volgende inlichtingen :

  15. de personalia van de betrokkene (naam, voornamen, eventueel vroegere namen, namen van de ouders, bijnamen en pseudoniemen, alias, geslacht, geboortedatum en, indien mogelijk, geboorteplaats en laatste verblijfplaats op het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT