26 OKTOBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid

De Vlaamse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op het decreet van 15 juli 2011 houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd, artikelen 5 en 7 tot en met 11;

Gelet op het decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid, artikelen 6, 7, 4° en 5°, 8, 9, 7°, 10, 11, 2° en 3°, 18, tweede lid, 19, 20, 21, tweede en vierde lid, 23, tweede lid, 24, tweede lid, 26, tweede lid, 27, tweede lid, 29, eerste lid, 32, tweede lid, 33, tweede lid, 35, tweede lid, 37, tweede lid, 39, 41, 43, eerste lid, 1° en 2°, en tweede lid, 44, derde lid, 45, vijfde lid, en 49, eerste en tweede lid;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2012;

Gelet op het advies van de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken, gegeven op 4 september 2012;

Gelet op het advies van de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 7 september 2012;

Gelet op advies 52.060/3 van de Raad van State, gegeven op 9 oktober 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;

Na beraadslaging,

Besluit :

Hoofdstuk 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. cultuureducatie : de educatie die gericht is op persoonlijke en sociale ontwikkeling en bewustwording en op de verwerving van de competentie en de bereidheid om aan cultuur deel te nemen en er deel aan te hebben;

  2. decreet van 6 juli 2012 : het decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid;

  3. gemeenschapsvorming : alle activiteiten die de kwaliteit en de samenhang van de lokale gemeenschap versterken, met bijzondere aandacht voor participatie van diverse kansengroepen en ondersteuning van verenigingen en vrijwilligers.

    Dit betekent dat de gemeente in de eerste plaats faciliteert wat door het middenveld wordt georganiseerd en in tweede instantie zelf gemeenschapsvormende activiteiten organiseert voor niet-vervulde behoeften.

    Art. 2. De procedure voor de aanvraag, toekenning en verantwoording van de subsidies aan steden en gemeenten in dit besluit is bepaald in het decreet van 15 juli 2011 houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd.

    Hoofdstuk 2. - Het gemeentelijk cultuurbeleid

    Art. 3. De Vlaamse beleidsprioriteit, vermeld in artikel 5, tweede lid, 1°, van het decreet van 6 juli 2012, wordt als volgt gespecificeerd : de gemeente ontwikkelt een integraal en duurzaam cultuurbeleid, met bijzondere aandacht voor gemeenschapsvorming, cultuureducatie en het bereiken van kansengroepen.

    Art. 4. § 1. De gemeente die of het samenwerkingsverband van gemeenten dat op 31 december 2013 gesubsidieerd werd op basis van artikel 21 van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, met uitzondering van de grootstedelijke gebieden, kan voor de lokale invulling van de Vlaamse beleidsprioriteit, vermeld in artikel 5, tweede lid, 1°, van het decreet van 6 juli 2012, aanspraak maken op de subsidie waarop ze in het werkjaar 2013 recht had. Die subsidie wordt geïndexeerd op de wijze, vermeld in artikel 51 van het decreet van 6 juli 2012.

    Een gemeente die op 31 december 2013 niet gesubsidieerd werd op basis van artikel 21 van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, kan voor de lokale invulling van de Vlaamse beleidsprioriteit, vermeld in artikel 5, tweede lid, 1°, van het decreet van 6 juli 2012, aanspraak maken op een forfaitaire enveloppensubsidie van :

  4. 56.000 euro op jaarbasis voor gemeenten en voor samenwerkingsverbanden van gemeenten vanaf 10 000 inwoners, aangevuld met een subsidie van één euro per inwoner;

  5. 28.000 euro op jaarbasis voor gemeenten met minder dan 10 000 inwoners, aangevuld met een subsidie van één euro per inwoner.

    § 2. De enveloppensubsidie van de gemeenten die voor hun gemeentelijk cultuurbeleid een structurele subsidie hebben ontvangen van de provincie, wordt verhoogd met de bedragen die de provincies in 2011 hebben toegekend. De subsidie wordt geïndexeerd op de wijze, vermeld in artikel 51 van het decreet van 6 juli 2012.

    Art. 5. Een gemeenschapscentrum moet beschikken over de volgende infrastructuur met het oog op cultuurparticipatie, gemeenschapsvorming en cultuurspreiding :

  6. een polyvalente zaal van ten minste 200 m2 of een schouwburg met ten minste 250 vaste of verankerbare zitplaatsen én een polyvalente zaal van ten minste 100 m2, waarin de andere activiteiten dan de schouwburgactiviteiten kunnen plaatsvinden;

  7. een totale oppervlakte van ten minste 100 m2 aan tentoonstellingsruimte;

  8. drie lokalen voor cultureel gebruik.

    Op voorwaarde dat de gemeente grondig kan motiveren hoe ze met haar culturele infrastructuur kan inspelen op de behoeften van de lokale bevolking, kan er voor maximaal 20 % worden afgeweken van het vereiste aantal vierkante meter, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, als de totale oppervlakte minimaal 300 m2 bedraagt.

    Art. 6. De gemeente stelt op verzoek van de minister de beleidsrelevante gegevens over het gemeentelijk cultuurbeleid, vermeld in artikel 7, 5°, van het decreet van 6 juli 2012, jaarlijks voor 1 mei ter beschikking.

    Hoofdstuk 3. - De openbare bibliotheek

    Art. 7. De Vlaamse beleidsprioriteit, vermeld in artikel 5, tweede lid, 2°, van het decreet van 6 juli 2012, wordt als volgt gespecificeerd : de gemeente beschikt over een openbare bibliotheek die :

  9. de cultuureducatie en de leesmotivatie stimuleert;

  10. inzet op de bevordering van e-inclusie bij moeilijk bereikbare doelgroepen en op de verhoging van informatiegeletterdheid en mediawijsheid;

  11. inzet op een aangepaste dienstverlening voor personen met beperkte mobiliteit en voor moeilijk bereikbare doelgroepen op cultureel, educatief en sociaaleconomisch gebied;

  12. inzet op samenwerking met onderwijsinstellingen.

    Art. 8. De gemeente die of het samenwerkingsverband van gemeenten dat op 31 december 2013 gesubsidieerd werd op basis van artikel 38 van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, met uitzondering van de grootstedelijke gebieden, kan voor de lokale invulling van de Vlaamse beleidsprioriteit, vermeld in artikel 5, tweede lid, 2°, van het decreet van 6 juli 2012, aanspraak maken op de subsidie waarop ze in het werkjaar 2013 recht had. Die subsidie wordt geïndexeerd op de wijze, vermeld in artikel 51 van het decreet van 6 juli 2012.

    Een gemeente die op 31 december 2013 niet gesubsidieerd werd op basis van artikel 38 van het decreet van 13 juli 2001 houdende het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT