9 MAART 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten met het oog op onder meer de aanpassing aan de wet van 10 januari 2011 ter uitvoering van het Verdrag inzake octrooirecht en de Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, alsook tot wijziging van diverse bepalingen inzake uitvindingsoctrooien

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Dit ontwerp van besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd (hierna : "dit besluit"), wijzigt verscheidene koninklijke besluiten ter uitvoering van de Belgische wet van 28 maart 1984 enerzijds om rekening te houden met de wijzigingen aangebracht aan de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien door de wet van 10 januari 2011, anderzijds om de modernisering van het Belgische octrooisysteem te kunnen garanderen.

Dit besluit bevat aanpassingen aan :

- Het koninklijk besluit van 27 februari 1981 betreffende het indienen van een Europese octrooiaanvraag, het omzetten ervan in een nationale aanvraag en het registreren van Europese octrooien met rechtsgevolgen in België;

- Het koninklijk besluit van 21 augustus 1981 betreffende het indienen van een internationale octrooiaanvraag in België;

- Het koninklijk besluit van 20 december 1984 betreffende het bijhouden en de vermeldingen van het register van erkende gemachtigden met toepassing van artikel 59 van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien;

- Het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien;

- Het koninklijk besluit van 5 december 2007 betreffende het indienen van een Europese octrooiaanvraag, het omzetten ervan in een Belgische aanvraag en het registreren van Europese octrooien met rechtsgevolgen in België;

- Het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de taksen en bijkomende taksen inzake uitvindingsoctrooien en inzake aanvullende beschermingscertificaten.

Er moet worden benadrukt dat de tekst van dit besluit is uitgewerkt na raadpleging van de Raad voor de Intellectuele Eigendom.

Voor wat betreft de bepalingen van de wet op de uitvindingsoctrooien die gewijzigd werden door de wet van 10 januari 2011, werd de redactie van dit besluit in grote mate gebaseerd op het uitvoeringsreglement bij het Verdrag van 1 juni 2000 inzake het octrooirecht (beter gekend onder de naam "Patent Law Treaty". Naar dit verdrag zal hierna worden verwezen als het "PLT"). Verschillende bepalingen werden eveneens geharmoniseerd op basis van het uitvoeringsreglement van het Europees Octrooiverdrag (hierna "het EOV") en de besluiten houdende uitvoering van de Nederlandse rijksoctrooiwet. De harmonisatie met de Nederlandse wetgeving is van groot praktisch belang omdat de Beneluxlanden hebben afgesproken een gemeenschappelijk softwaresysteem te hanteren voor het elektronisch beheren van de octrooiprocedure.

Het advies van de Raad van State 54.661/1 werd op 20 januari 2014 uitgebracht. De tekst van dit koninklijk besluit werd gewijzigd in functie van de bemerkingen van de Raad van State. Telkens wanneer deze bemerkingen nopen tot verdere uitwerking, wordt dat in de onderstaande bespreking van de artikelen vermeld.

Artikelsgewijze bespreking

Artikel 1 van dit besluit behandelt de wijzigingen aan het koninklijk besluit van 27 februari 1981 betreffende het indienen van een Europese octrooiaanvraag, het omzetten ervan in een nationale aanvraag en het registreren van Europese octrooien met rechtsgevolgen in België.

Artikel 1 verduidelijkt dat de taaltechnologische diensten voor de informatieve vertalingen van de in België gevalideerde Europese octrooien zullen kunnen geconsulteerd worden via een link die op de website van de FOD economie zal vermeld worden.

De taaltechnologische diensten waarnaar zal verwezen worden, zijn deze van de automatische vertaalsoftware die momenteel bij het Europees Octrooibureau wordt ontwikkeld.

Artikel 2 van dit besluit behandelt de wijzigingen aangebracht aan het koninklijk besluit van 21 augustus 1981 betreffende het indienen van een internationale octrooiaanvraag in België.

Artikel 2 verhoogt de bestaande toezendingstak om rekening te houden met het werk dat de behandeling van een internationale octrooiaanvraag van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom vereist wanneer hij handelt in zijn functie van ontvangstbureau.

Dit bedrag is afgestemd op het door het Europees Octrooibureau gevraagde bedrag.

Artikel 3 van dit besluit behandelt de wijzigingen aangebracht aan het koninklijk besluit van 20 december 1984 betreffende het bijhouden en de vermeldingen van het register van erkende gemachtigden met toepassing van artikel 59 van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien.

Artikel 3 voegt in het koninklijk besluit van 20 december 1984 een artikel 3/1 in dat verduidelijkt dat het register van erkende gemachtigden te consulteren is via de website van de FOD Economie.

De artikelen 4 tot 33 van dit besluit behandelen de wijzigingen aan het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien.

Artikel 4

Artikel 4 van dit besluit, wijzigt de definities van artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 december 1986 teneinde onder meer rekening te houden met het feit dat de Belgische Dienst voor de Industriële eigendom sinds 2002 ook bevoegd is voor auteursrecht, en daardoor werd herbenoemd tot "Dienst voor de Intellectuele Eigendom".

Artikel 5

Artikel 5 van dit besluit, wijzigt de terminologie van artikel 2 van het koninklijk besluit van 2 december 1986 teneinde rekening te houden met de wijziging van terminologie in de Wet op de Uitvindingsoctrooien (hierna "de BOW") door de wet van 10 januari 2011. Het proces-verbaal dat de indiening vaststelt, zal voortaan enkel de dag vermelden en niet meer het uur. De vermelding van het uur heeft immers geen praktische implicaties, en is dus overbodig.

In uitvoering van artikel 14 van de BOW, zoals vervangen door de wet van 10 januari 2011, wordt eveneens verduidelijkt dat octrooiaanvragen per fax en via elektronische procedure ingediend kunnen worden.

Voor wat betreft het elektronisch indienen en beheren van octrooiaanvragen, zal de in het artikel 2, § 1bis bedoelde weblink verwijzen naar het gemeenschappelijk elektronisch platform dat momenteel wordt ontwikkeld door de drie lidstaten van de Benelux Organisatie.

Artikel 6

Artikel 6 van dit besluit wijzigt artikel 4 van het koninklijk besluit van 2 december 1986. Dit artikel 4 geeft uitvoering aan artikel 19 BOW, zoals gewijzigd door de wet van 10 januari 2011.

De eerste paragraaf werd aangepast teneinde rekening te houden met de nieuwe bepalingen in artikel 19, § 1, derde en vierde lid, BOW.

De tweede paragraaf van artikel 4 wordt aangepast teneinde het mogelijk te maken dat een voorrangsrecht nog wordt ingeroepen na de indieningsdatum. Artikel 13.1, van het PLT (artikel 19, § 7 van de BOW, zoals ingevoegd door de wet van 10 januari 2011) geeft immers de mogelijkheid om een beroep op voorrang te verbeteren, of een dergelijk beroep aan een aanvraag toe te voegen. De toevoeging van het beroep op voorrang wordt door paragraaf 2 mogelijk gemaakt binnen een termijn van zestien maanden te rekenen vanaf de voorrangsdatum. De termijn voor het verbeteren van het beroep op voorrang wordt geregeld in paragraaf 6.

Paragraaf 3 neemt de huidige derde paragraaf letterlijk over.

Paragraaf 4 wordt aangepast om rekening te houden met de aanpassingen in paragraaf 2. Aangezien het beroep op voorrang niet meer bij de indiening van de octrooiaanvraag dient te worden opgegeven, werd de betalingstermijn voor de voorrangstaks aangepast; deze dient nu betaald te worden binnen een termijn van een maand na de indiening van de verklaring van voorrang.

Paragraaf 5 verduidelijkt dat de databanken naar waar, met toepassing van artikel 19, § 1bis, van de BOW, ingevoegd door de wet van 10 januari 2011, kan verwezen worden, zullen aangeduid worden op de website van de FOD Economie.

Paragraaf 6 geeft de termijn aan waarbinnen een beroep op voorrang kan verbeterd worden. Deze bepalingen zijn dezelfde als deze bepaald in Regel 52 (3) en 52 (4) EOV.

Het nieuwe artikel 4, § 6, tweede lid, geeft de mogelijkheid om het verzoekschrift voor vroegtijdige publicatie in te trekken tot het einde van de zeventiende maand na de voorrangsdatum bedoeld in het eerste lid. Deze termijn is de termijn nodig voor de technische voorbereidingen van de publicatie van de octrooiaanvraag.

Ingevolge een bemerking van de Raad van State in zijn advies 54.661/1 van 20 januari 2014, werd de bepaling van het ontworpen artikel 4, § 6 in verschillende zinnen opgesplitst om de leesbaarheid ervan te verbeteren. Ingevolge een andere bemerking van de Raad van State wordt bij voorkeur de term "beroep op voorrang" gebruikt, in de plaats van "verklaring van voorrang", om afgestemd te zijn op de terminologie gebruikt in artikel 19 van de BOW. Hier moet worden opgemerkt dat de terminologie gebruikt door de internationale rechtsinstrumenten inzake octrooien niet eenvormig is voor het geval van een verklaring/beroep op voorrang. In hetzelfde opzicht en teneinde de terminologie die gebruikt wordt in voormeld artikel 19 te respecteren, werd de toevoeging van een beroep op voorrang eveneens vermeld.

De paragrafen 7 en 8 geven uitvoering aan respectievelijk artikel 19, § 8, van de BOW en artikel 19, § 9, van de BOW zoals aangepast door de wet van 10 januari 2011. Deze bepalingen zijn gebaseerd op de Regels 14 (4) tot (7) van het Uitvoeringsreglement bij het PLT.

Paragraaf 9 bepaalt de termijn waarbinnen de taksen dienen betaald te worden voor de verbetering van een beroep op voorrang ( § 6), en het herstel van het recht van voorrang ( §§ 7 en 8).

Paragraaf 10 bepaalt de termijn voor het leveren van commentaar op voorgenomen weigeringen betreffende het beroep op voorrang ( § 6), en het herstel van het recht van voorrang ( §§ 7 en 8).

Artikel 7

Artikel 7 van dit besluit wijzigt artikel 5 van het koninklijk besluit van 2 december 1986. Dit artikel 5 regelt het gebruik van volmachten voor procedures voor de Dienst.

Dit artikel werd aangepast en in overeenstemming gebracht met de praktijk. De Dienst ontvangt immers regelmatig octrooiaanvragen of andere documenten zonder getekende volmacht. Aangezien er geen sancties of gevolgen aan dit gebrek werden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT