7 JUNI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

In het raam van de eerste globale evaluatie van het statuut van het politiepersoneel werden onder meer op het gebied van de aanwervings- en selectieprocedure een aantal statutaire wijzigingen onderhandeld. Dit besluit bundelt in hoofdzaak die aanpassingen aan het statuut.

De belangrijkste van die aanpassingen kunnen als volgt worden samengevat :

- een deliberatiecommissie beoordeelt voortaan de globale geschiktheid van de kandidaten in het raam van de externe werving voor het operationeel kader alsmede in het raam van de bevorderingsprocedure door overgang naar een hoger kader. De bestaande selectiecommissies kunnen daardoor worden aangewend voor een meer gerichte competentiemeting van de kandidaten;

- naar analogie met de agenten van politie, worden ook de leden van het gespecialiseerde middenkader rechtstreeks voor de betrokken politiedienst aangeworven;

- in het raam van de externe aanwerving voor het operationeel kader en voor het administratief en logistiek kader worden een aantal bijkomende vrijstellingen van selectieproeven ingeschreven;

- er geldt een nieuwe aanwervingsprocedure voor de binnen de personeelsformatie opgenomen betrekkingen van het administratief en logistiek kader;

- de organisatie van de stage van de personeelsleden van het administratief en logistiek kader wordt vereenvoudigd en verder gerationaliseerd. Indien de stage goed verloopt, moeten er immers geen evaluatieverslagen meer worden opgesteld en zal de stage van rechtswege worden beëindigd. Indien de stage daarentegen niet goed verloopt, kan de stagiair reeds gedurende de stage worden ontslagen of herplaatst wegens beroepsongeschiktheid.

In het licht van het advies van de Raad van State wordt de draagwijdte van bepaalde van die statutaire aanpassingen hierna nader toegelicht. Die bespreking volgt hierbij de chronologische volgorde van het advies.

De Raad van State is vooreerst van oordeel dat een aantal artikelen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol) niet bij wijze van een koninklijk besluit kunnen worden gewijzigd. Het betreft de artikelen die door artikel 136 van de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten zijn bevestigd. Aan die opmerking van de Raad van State werd gevolg gegeven en de desbetreffende artikelen zijn dus niet meer opgenomen in het voorliggende ontwerpbesluit.

De Raad merkt tevens op dat de opheffing van het vergelijkend examen in het raam van de externe werving voor het gespecialiseerde middenkader in strijd is met artikel 12, 10°, van de wet van 26 april 2002. Het is evenwel de bedoeling om ook artikel 12, 10°, van de wet van 26 april 2002 via een navolgend wetgevend initiatief in die zin aan te passen. Om evenwel tegemoet te komen aan de opmerking van de Raad van State, werd in dit besluit een bijkomende overgangsbepaling opgenomen. Aldus zal de externe werving voor het gespecialiseerde middenkader, in afwachting van de wijziging van artikel 12, 10°, van de wet van 26 april 2002, nog steeds onder de vorm van een vergelijkend examen plaatsvinden.

Tevens wordt ingevolge het advies reglementair bevestigd dat het selectiereglement, dat onder meer het programma van de selectieproeven bevat, op de website van de directie van de rekrutering en van de selectie kan worden geraadpleegd.

De Raad stelt daarenboven dat de bevoegdheid om de specifieke, door de selectiecommissies te beoordelen competenties vast te stellen een verorderingsbevoegdheid is die niet aan de directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie kan worden toevertrouwd. In wezen betreft het echter de competenties die reeds reglementair zijn vastgesteld in de bijlage 4 bij het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (UBPol). Vermits de bevoegdheid van de directeur zich ertoe beperkt om onder die reglementair vastgestelde competenties diegene aan te wijzen die door de selectiecommissie moeten worden beoordeeld is er dus geenszins sprake van een verordeningsbevoegdheid. De betrokken bepaling werd daarentegen wel duidelijker verwoord.

Tevens werd verduidelijkt dat de externe kandidaten voor het officierskader slechts voor de volgende selectieproeven worden opgeroepen, op basis van hun resultaten behaald voor de proef inzake de cognitieve vaardigheden, als de deliberatiecommissie het vergelijkend examen nog niet heeft afgesloten. Het is immers mogelijk dat kandidaten die geslaagd zijn voor de proef inzake de cognitieve vaardigheden toch niet worden opgeroepen voor de volgende selectieproeven omdat de deliberatiecommissie gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om het vergelijkend examen af te sluiten als het aantal kandidaten dat « zeer geschikt » is bevonden en van onberispelijk gedrag is, gelijk is aan het aantal kandidaten dat kan worden toegelaten tot de na de selectie georganiseerde basisopleiding.

De afschaffing van de verplichting in hoofde van de directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie om de kandidaat te horen alvorens een beperking van de territoriale inzetbaarheid op te leggen, is voor de Raad onaanvaardbaar indien de betrokken kandidaat geen mogelijkheid meer krijgt om zijn standpunt kenbaar te maken. Dergelijke beperking vloeit evenwel voort uit het gevoerde moraliteitsonderzoek, gedurende hetwelke de kandidaat overeenkomstig artikel IV.20, 2°, UBPol in principe reeds wordt gehoord door de korpschef van zijn woonplaats. De reeds met de syndicale partners onderhandelde aanpassing van dat artikel IV.20 voorziet trouwens in dergelijke omstandigheden het systematisch horen van de kandidaat in het raam van het moraliteitsonderzoek. Bovendien kan de kandidaat, op grond van artikel IV.I.19, eerste lid, RPPol, steeds beroep aantekenen tegen de beperking van de territoriale inzetbaarheid. De kandidaat krijgt dus meermaals de mogelijkheid om zijn standpunt kenbaar te maken. Om die reden kan de ontwerpbepaling dan ook worden behouden.

Ingevolge het advies van de Raad van State werd de vrijstelling die een kandidaat voor het gespecialiseerde middenkader gedurende twee jaar geniet voor de persoonlijkheidsproef, de fysisch-medische proef en het selectiegesprek met de selectiecommissie waarvoor hij de minimumdrempel behaalde, daarentegen wel aangepast. In het raam van die vrijstelling heeft de deliberatiecommissie, naar analogie met de reeds bestaande vrijstelling in het raam van de externe aanwerving voor het kader van de agenten van politie en voor het basiskader, de mogelijkheid om, « zo daar aanwijzingen toe zijn », een bijkomend onderzoek te vragen. Aan de opmerking van de Raad van State dat dit criterium te vaag is, kan geen gevolg worden verleend. De beoordeling of er aanwijzingen zijn die een bijkomend onderzoek noodzakelijk maken, is immers een feitenkwestie. Dit maakt het onmogelijk om limitatief weer te geven in welke gevallen een bijkomend onderzoek kan worden gevraagd.

Om tegemoet te komen aan de opmerking van de Raad ter zake, is de in het raam van de externe werving voor een betrekking van het kader van agenten van politie, van het gespecialiseerde middenkader of van het administratief en logistiek kader voorziene mogelijkheid voor de betrokken korpschef of directeur om een eerste selectie op dossier uit te voeren, opgeheven.

Bovendien werd de mogelijkheid van de directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie om af te wijken van de statutair voorziene volgorde van de toelating tot de basisopleiding duidelijker afgebakend en meer bepaald geënt op de opleidingscapaciteit van de politiescholen.

In antwoord op de vragen van de Raad van State in verband met het in het voorliggende besluit voorziene systeem waarbij personeelsleden van het administratief en logistiek kader, die in het raam van een dringende werving contractueel worden aangeworven voor maximum twaalf maanden in een statutaire betrekking, vervolgens via de mobiliteit kunnen statutariseren, dient vooreerst te worden benadrukt dat de mobiliteit voor zowel statutaire als contractuele personeelsleden openstaat. Daarnaast valt aan te stippen dat de mogelijkheid om te statutariseren via de mobiliteit is voorbehouden aan de contractuele personeelsleden die in het raam van een dringende werving worden aangeworven voor een statutaire betrekking, omwille van het feit dat die contractuele personeelsleden dezelfde selectieproeven afleggen als de personeelsleden die statutair worden aangeworven. Die personeelsleden kunnen dan, vermits zij in het raam van de mobiliteit naar een betrekking binnen hun eigen zone of binnen de eigen directie of dienst geen aanwezigheidstermijn dienen te volbrengen, statutariseren in hun eigen betrekking die in de eerste mobiliteitscyclus volgend op de dringende werving moet worden vacant verklaard.

De Raad van State is van oordeel dat de mogelijkheid tot het voeren van een aanvullend moraliteitsonderzoek tussen de opname in de wervingsreserve en de aanvang van de opleiding bij wet moet worden voorzien. Tot op het ogenblik van de effectieve aanvang van de basisopleiding, blijft de hoedanigheid van kandidaat voor het operationeel kader evenwel behouden. Vermits artikel 12, tweede lid, van de wet van 26 april 2002 reeds de mogelijkheid voorziet tot het voeren van een moraliteitsonderzoek ten aanzien van een kandidaat voor het operationeel kader, volstaat dus de reeds voorziene wettelijke grondslag om vóór de effectieve aanvang van de basisopleiding een aanvullend moraliteitsonderzoek te voeren.

Ingevolge de opmerking van de Raad van State met betrekking tot het voeren van een moraliteitsonderzoek ten aanzien van de kandidaten voor het administratief en logistiek kader en de kandidaten voor heropneming is in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT