Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur. (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 30-06-2003 en tekstbijwerking tot 13-06-2006), de 12 décembre 2002

TITEL 1. - Definities.

Artikel 1. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder :

  1. " de ordonnantie " : de ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, gewijzigd bij de ordonnantie van 11 juli 2002 :

  2. " het Gewest " : het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

  3. " de Regering " : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

  4. " de Minister " : de Minister die bevoegd is voor de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur.

  5. " de Administratie " : de administratieve dienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met de materie over taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur.

  6. " exploitant " : elk natuurlijk of rechtspersoon die een taxidienst of een dienst voor het verhuren van voertuigen met chauffeur exploiteert, in de zin van artikel 2 van de ordonnantie.

    TITEL II. - Taxidiensten.

    HOOFDSTUK 1. - Exploitatievoorwaarden.

    Afdeling 1. - Bepalingen betreffende de exploitanten.

    Art. 2. § 1. Niemand mag het beroep van exploitant van taxidiensten uitoefenen indien hij niet voldoet aan volgende voorwaarden inzake zedelijkheid, solvabiliteit en beroepsbekwaamheid.

    Wanneer de exploitatie uitgevoerd wordt door een rechtspersoon, moeten de voorwaarden inzake zedelijkheid en beroepsbekwaamheid vervuld worden door de zaakvoerders of bestuurders belast met het dagelijks beheer.

    De exploitant die aan deze voorwaarden voldoet, krijgt van de Administratie een document toegestuurd dat dit vermeldt alsook de datum en de geldigheidsduur van de exploitatievergunning, de naam en het adres van de titularis, en de datum waarop de vereiste documenten dienen voorgelegd te worden.

    § 2. Om zijn zedelijkheid te bewijzen, moet de exploitant :

  7. van goed zedelijk gedrag zijn;

  8. in België of in het buitenland sinds minder dan vijf jaar geen veroordeling opgelopen hebben die in kracht van gewijsde is gegaan voor een van de overtredingen vermeld in boek II, titel III, hoofdstukken I tot V en titel IX, hoofdstuk I en II van het Strafwetboek.

    In geval van veroordelingen, uitgesproken door een buitenlandse gerechtsinstantie, zal worden rekening gehouden met elke veroordeling die betrekking heeft op een feit dat volgens het Belgisch recht een van de in onderhavige bepaling bedoelde overtreding vormt.

    Er wordt geen rekening gehouden met de uitgewiste veroordelingen of de veroordelingen welke aanleiding hebben gegeven tot eerherstel van de betrokkene.

    § 3. Om zijn solvabiliteit te bewijzen, moet de exploitant :

  9. eigenaar zijn van de voertuigen die hij exploiteert of de verplichtingen nakomen inzake vervaldagen van de betalingen die hij moet verrichten in het kader van de contracten van verkoop op afbetaling, huurfinanciering of huurkoop, die hem de beschikking over de geëxploiteerde voertuigen garanderen.

  10. geen enkele vertraging oplopen :

    - van meer dan 6 maanden in de betaling van taksen of belastingen, verbonden aan de exploitatie van een taxidienst;

    - inzake sociale bijdragen of wedden.

  11. het hoofd kunnen bieden aan de onderhouds-, herstellings- of vervangingskosten van de geëxploiteerde voertuigen.

    Art. 3. In het licht van het openbare nut van de taxidiensten, is de exploitant gehouden het geheel van de voertuigen vermeld op de vergunningsakte ter beschikking te stellen van het publiek.

    Art. 4. Behoudens ingeval de exploitant uitzonderlijke, behoorlijk verantwoorde, economische of sociale redenen kan laten gelden, moet elk voertuig dat bestemd is voor een taxidienst gedurende ten minste 220 dagen per jaar a rato van minimum 8 uur per dag ter beschikking van het publiek gesteld worden.

    Elk van de voertuigen bedoeld in het eerste lid moet echter minstens 240 dagen per jaar, a rato van minimum 14 uur per dag, ter beschikking van het publiek gesteld worden, wanneer het voertuig gewoonlijk door meer dan één chauffeur bestuurd wordt, indien het totaal aantal gepresteerde uren meer is dan bij een voltijdse job.

    Voorgaande verplichting ten laste van de exploitant neemt aanvang drie maanden nadat deze laatste de exploitatievergunning heeft ontvangen.

    Wanneer voor het voertuig dat als taxi wordt gebruikt, een vergunning van bijkomende bestemming bij een dienst voor het verhuren van voertuigen met chauffeur is afgeleverd, wordt de in dit artikel bedoelde verplichting tot terbeschikkingstelling van het publiek met tien procent verminderd.

    Art. 5. Vóór de ingebruikname van de voertuigen vermeld in de vergunningsakte en op elk verzoek van de Administratie is de exploitant gehouden volgende documenten voor te leggen, opgemaakt op zijn naam, met uitzondering van diegene vermeld onder 2° en 4° :

  12. de aankoopfactuur van elk geëxploiteerd voertuig, het contract van verkoop op afbetaling, het contract van huurfinanciering of het contract van huurverkoop;

  13. het technisch keuringsattest van het voertuig, zoals voorzien in artikel 24 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, behoorlijk gevalideerd, voor de exploitatie van een taxidienst;

  14. de verzekeringspolis met vermelding dat :

    1. de burgerlijke aansprakelijkheid van de exploitant gedekt is voor schade veroorzaakt aan de vervoerde personen en aan derden ter gelegenheid van het gebruik van zijn voertuig;

    2. de verzekeraar er zich uitdrukkelijk toe verbindt om onmiddellijk de Administratie op de hoogte te brengen in geval van het verstrijken van de polis;

    3. het voertuig verzekerd is als taxi;

  15. het inschrijvingsbewijs;

  16. een geldige internationale autoverzekeringskaart;

  17. het bewijs dat hij is aangesloten bij een sociale verzekeringskas, alsook de natuurlijke persoon die zich bezighoudt met het dagelijks beheer, indien het gaat om een rechtspersoon.

    Wanneer deze gezamenlijke documenten effectief aan het Bestuur worden overgelegd vóór het in het verkeer stellen van de in de vergunningsakte bedoelde voertuigen, worden deze geregistreerd door het Bestuur en wordt er melding van gemaakt op de in artikel 54, § 2, bedoelde kaart.

    Art. 6. De exploitant die meerdere voertuigen in dienst stelt, is ertoe gehouden per voertuig :

  18. hetzij minstens een chauffeur voltijds;

  19. hetzij meerdere deeltijdse chauffeurs van wie het totaal aantal gepresteerde uren minstens gelijk is aan een voltijdse betrekking, aan te werven. Deze aanwerving geschiedt mits naleving van de sociale wetgeving.

    Wanneer de exploitant zelf chauffeur is van één van de in dienst gestelde voertuigen, dan wordt de in het eerste lid bedoelde verplichting beperkt tot zijn prestaties.

    Art. 7. De exploitanten mogen geen chauffeurs aanwerven of laten rijden die geen houder zijn van het door het Bestuur uitgereikte bekwaamheidsattest en van het getuigschrift van medische keuring of het geschiktheidsattest, uitgereikt met toepassing van de vigerende federale reglementering.

    Art. 8. De exploitanten zijn gehouden om binnen tien werkdagen na het voorval, de Administratie op de hoogte te brengen :

  20. indien het gaat om een rechtspersoon, van elke overdracht van de maatschappelijke zetel of wijziging van de exploitatiezetel, elke benoeming, elk ontslag, elke uitsluiting van een bestuurder of zaakvoerder en van elke wijziging in de toekenning van de aandelen, met uitzondering van de aandelen aan toonder, door het vertonen van een gewaarmerkte kopie van de beslissing van het bevoegde orgaan van de vennootschap en het bewijs van het neerleggen van deze beslissing bij de griffie van de rechtbank van koophandel;

  21. als het gaat om een natuurlijke persoon, van elke wijziging van woonplaats, door het vertonen van de identiteitskaart;

  22. van elke verandering van voertuig, door het vertonen van de boorddocumenten zoals voorzien in artikel 5;

  23. van elke in kracht van gewijsde gegane strafrechtelijke veroordeling ten opzichte van die persoon, door het overleggen van een kopie daarvan;

  24. van elke verjaring, elk verstrijken of elke opschorting van de verzekeringspolis voor één of meerdere voertuigen;

  25. van de aanwerving, de verandering van het arbeidsregime, van het aftreden of ontslag van een chauffeur.

    Art. 9. Het is verboden voor de exploitanten en hun aangestelden de terugbetaling uit te voeren van telefoon- of andere kosten, alsook premies, schadeloosstellingen of commissies aan tussenpersonen rechtstreeks of onrechtstreeks toe te kennen.

    Afdeling 2. - Bepalingen betreffende de chauffeurs.

    Onderafdeling 1. - Voorwaarden.

    Art. 10. § 1. De chauffeurs moeten steeds voldoen aan de vereiste waarborgen inzake zedelijkheid en beroepsbekwaamheid.

    § 2. Om zijn zedelijkheid te bewijzen, moet de chauffeur :

  26. van goed gedrag en zeden zijn;

  27. in België of in het buitenland geen van de hierna volgende in kracht van gewijsde gegane veroordelingen hebben opgelopen :

    1. een criminele straf, met of zonder uitstel;

    2. een correctionele gevangenisstraf, in hoofdzaak, van meer dan zes maanden, met of zonder uitstel;

    3. een correctionele gevangenisstraf, in hoofdzaak, van drie tot zes maanden, met of zonder uitstel, dit in de vijf jaar die de aanvraag tot inschrijving op het examen, tot het afleveren van het bekwaamheidsattest of tot het hervalideren ervan voorafgaan;

    4. meer dan drie veroordelingen met of zonder uitstel voor ernstige overtredingen van het verkeersreglement, in het jaar dat de aanvraag tot inschrijving op het examen, tot het afleveren van het bekwaamheidsattest of tot het hervalideren ervan voorafgaat;

    5. meer dan één veroordeling, met of zonder uitstel, voor alcoholintoxicatie, voor een te hoog alcoholpromillage, voor dronkenschap of onder invloed van andere substanties die de bekwaamheid om te rijden beïnvloeden in het jaar dat de aanvraag tot inschrijving op het examen, tot het afleveren van het bekwaamheidsattest of tot het hervalideren ervan voorafgaat;

    6. correctionele of politieveroordelingen die, bij elkaar opgeteld, meer dan drie...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT