11 OKTOBER 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 2001 houdende vaststelling van de lijst van subsidiabele vrijwilligersactiviteiten

De Vlaamse regering,

Gelet op het decreet van 23 maart 1994 betreffende het georganiseerd vrijwilligerswerk in de welzijns- en gezondheidssector;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1994 ter uitvoering van het decreet van 23 maart 1994 betreffende het georganiseerd vrijwilligerswerk in de welzijns- en gezondheidssector, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 2001 houdende vaststelling van de lijst van subsidiabele vrijwilligersactiviteiten;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 mei 2002;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 17 mei 2002, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies nr 33.502/3 van de Raad van State, gegeven op 23 september 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 2001 houdende vaststelling van de lijst van subsidiabele vrijwilligersactiviteiten worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in het eerste lid worden de woorden « 300 000 frank » vervangen door de woorden « 7.400 euro »;

  2. in het tweede lid wordt 4° vervangen door wat volgt :

    4° behoudens wanneer het aangevraagde subsidiebedrag lager is wordt een minimumsubsidie toegekend van 5.000 euro.

    ;

  3. aan het tweede lid worden een 5°, 6°, 7° en 8° toegevoegd, die luiden als volgt :

    5° het resterende begrotingskrediet wordt onder de in aanmerking komende organisaties verdeeld op basis van het aantal vrijwilligers dat ingezet wordt voor de in artikel 2 vermelde activiteiten en waarvoor een ondertekende afsprakennota bestaat, met uitsluiting van de vrijwilligers die administratieve functies, bestuurlijke functies of beleidsfuncties in de organisatie verrichten;

    6° de verdeling van het resterende krediet per organisatie gebeurt volgens de hierna vermelde coëfficiënten die verbonden zijn aan het aantal vrijwilligers die de organisaties inzetten overeenkomstig 5° :

    Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

    7° organisaties die in het vorige werkjaar een winst boekten die het voor het huidige werkjaar aangevraagde subsidiebedrag overschrijdt, komen niet in aanmerking voor een subsidie;

    8° organisaties die de hun toegekende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT