31 JANUARI 2013. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 19 december 2012 houdende erkenning en subsidiëring van de inschakelingsbedrijven

De Waalse Regering,

Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 dat de machtigingen van de Minister bevoegd voor Sociale Economie vastlegt, inzonderheid bedoeld in de artikelen 2, § 1, eerste lid, 9° en 114°, 8, tweede lid, 2° en 11;

Gelet op het decreet van 20 november 2008 betreffende de sociale economie, artikel 6;

Gelet op het decreet van 19 december 2012 houdende erkenning en subsidiëring van de inschakelingsbedrijven, artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 16, 17, 18 en 23;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 tot uitvoering van het decreet van 18 december 2003 betreffende de voorwaarden waaronder de invoegbedrijven erkend en gesubsidieerd worden;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 juni 2012;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 28 juni 2012;

Gelet op het advies van de "Conseil économique et social de la Région wallonne » (Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest), gegeven op 8 oktober 2012;

Gelet op het advies van de "Conseil wallon de l'Economie sociale" (Waalse Raad voor Sociale Economie), gegeven op 17 oktober 2012;

Gelet op het advies nr. 52.673/2 van de Raad van State, gegeven op 23 januari 2013, overeenkomstig artikel 84, § 1, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. het decreet : het decreet van 19 december 2012 houdende erkenning en subsidiëring van de inschakelingsbedrijven;

  2. de Minister : de Minister bevoegd voor Sociale Economie;

  3. de Administratie : de Directie Sociale Economie van het Departement Economische Ontwikkeling van het Operationeel Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst;

  4. de "FOREm" : de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling);

  5. de gemachtigd ambtenaar : één van de ambtenaren bedoeld in artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 8 oktober 2009 betreffende de overdrachten van bevoegdheden aan de statutaire personeelsleden van de Waalse Overheidsdienst;

  6. de Commissie : de advies- en erkenningscommissie van de sociale economiebedrijven bedoeld in artikel 6 van het decreet van 20 november 2008 betreffende de sociale economie;

  7. de "R.G.E.C." : De algemene groepsvrijstellingsverordening, namelijk Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstellingsverordening), Publicatieblad van de Europese Unie, L 214/3, van 9.8.2008;

  8. de minimis-verordening voor de diensten van algemeen economisch belang : Verordening nr. 360/2012 van de Commissie van 25 april 2012 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen, Publicatieblad van de Europese Unie, L 114/8, van 26.04.2012;

  9. NACE-BEL-code : de laatste officiële versie van de NACE-BEL classificatie juist aangepast aan de NACE Rev. 2 opgesteld krachtens Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (Publicatieblad, L 303 van 30.12.2006);

  10. de Inspectie : het Departement Inspectie van het Operationele Directoraat-generaal Economie, Tewerkstelling en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst.

    Art. 2. § 1. De aanvraag om erkenning, waarvan het model door de Minister wordt bepaald, wordt door de aanvraagster bij aangetekende postzending bij de administratie ingediend. Ze gaat vergezeld van een dossier bestaande uit :

  11. de statuten, desgevallend gecoördineerd, van de aanvraagster;

  12. het bewijs van de registratie bij de Kruispuntbank van de Ondernemingen of, desgevallend, het bewijs van de voorafgaande melding bedoeld in artikel 139 van de programmawet (I) van 27 december 2006;

  13. de samenstelling van het beheersorgaan alsook alle gegevens die nodig zijn voor de controle op de naleving van artikel 2, § 1, eerste lid, 4° en 5°, van het decreet;

  14. wat betreft de aanvraagster zoals bedoeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 5°, b) en c), van het decreet, de samenstelling van het kapitaal of de identificeerbare verdeling van de stemrechten zoals voortvloeit uit het register van de aandelen op naam of aandelen;

  15. de gegevens en informatie die bewijzen dat de situatie van de aanvraagster overeenkomt met de criteria bedoeld in de eerste bijlage bij de "R.G.E.C.";

  16. de gegevens en informatie die bewijzen dat de aanvraagster kan genieten van de bepalingen van het minimis-Reglement voor de "S.I.E.G.";

  17. de gegevens en informatie die, desgevallend, bewijzen dat de situatie van de aanvraagster zoals bedoeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 5°, c), van het decreet, overeenstemt met het decreet;

  18. een omschrijving van het project van duurzame en kwaliteitsvolle inschakeling van de kwetsbare of uiterst kwetsbare werknemers dat de aanvraagster leidt of gaat leiden, met inbegrip van de materiële en menselijke middelen, en meer bepaald de middelen die voorzien zijn voor de sociale begeleiding van de bedoelde werknemers, aangewend voor de uitvoering van dit inschakelingsproject;

  19. een overzicht van het personeel dat voor de sociale begeleiding van de kwetsbare of uiterst kwetsbare werknemers zal zorgen met, voor elk lid, de vermelding van zijn kwalificaties en functies binnen de aanvraagster;

  20. het voorontwerp zoals bepaald in artikel 4 om de relevantie van de activiteit en de economische levensvatbaarheid van het inschakelingsbedrijf te evalueren op basis van een omschrijving van de activiteiten van de aanvraagster en van de goederen en diensten die worden verleend of gepresteerd;

  21. een voorstelling van de bevoegdheden en de ervaring van het bedrijfshoofd en, desgevallend, van de afgevaardigd bestuurder, zowel op het vlak van het economisch beheer als op het vlak van de human resources;

  22. een attest op erewoord ondertekend door het bedrijfshoofd in de zin van artikel 1, eerste lid, 3°, van het decreet, waarin wordt bepaald dat de aanvraagster voldoet aan de voorwaarden van artikel 2, § 1, eerste lid, 8°, 9°, 10°, 11°, 12°, 13°, 14°, 15°, 16° en 17°, van het decreet;

  23. de overeenkomst bedoeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 15°, van het decreet, waarvan het model door de Minister wordt bepaald, in overeenstemming met de Minister die voor Beroepsopleiding bevoegd is en op de gezamenlijke voordracht van de overlegkoepel van de representatieve organisaties van de Sociale Economie en van de "FOREm";

  24. een verbintenis, in geval van coëxistentie van een afgevaardigd bestuurder en een bedrijfshoofd, om artikel 2, § 1, tweede lid, van het decreet na te leven alsook de verdeling van de opdrachten tussen de afgevaardigd bestuurder en het bedrijfshoofd;

  25. het bewijs dat ze niet valt onder één van de sectoren die van staatsteun uitgesloten zijn, met verwijzing naar de NACE-BEL 2008.

    Een aanvraag, waarvan het model door de Minister wordt bepaald, wordt door het bedrijf bedoeld in artikel 2, § 2, eerste lid, 2 en 3, van het decreet bij aangetekende postzending bij de administratie ingediend.

    De Minister kan de aanvraagster vrijstellen van het verstrekken van de documenten bedoeld in het eerste lid als deze documenten in het bezit zijn van de Administratie of de Inspectie via de toegang tot het rijksregister, de Kruispuntbank van Ondernemingen en de Kruispuntbank van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

    De Minister kan de aanvraagsters bedoeld in het derde lid vrijstellen van het verstrekken van de documenten bedoeld in het model van aanvraag als deze documenten in het bezit zijn van de Administratie of de Sociale inspectie via de toegang tot het rijksregister, de Kruispuntbank van Ondernemingen en de Kruispuntbank van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

    § 2. Om de toelagen bedoeld in de artikelen 8 en 9 van het decreet te kunnen genieten, moet het erkend inschakelingsbedrijf met inachtneming van artikel 1 van het decreet van 20 november 2008 betreffende de sociale economie het bewijs leveren volgens de modaliteiten bepaald door de Minister, dat de volgende voorwaarden worden nageleefd :

  26. de vennoten mogen geen of een beperkt vermogensvoordeel nastreven;

  27. het sociale oogmerk van de activiteiten bedoeld in het maatschappelijk doel van het erkend inschakelingsbedrijf moet nauwkeurig omschreven worden en het voornaamste oogmerk van het bedrijf mag niet bestaan in het verlenen van een onrechtstreeks vermogensvoordeel aan de vennoten;

  28. de winst wordt besteed overeenkomstig het interne en externe oogmerk van het erkend inschakelingsbedrijf met inachtneming van de hiërarchie vastgelegd in de statuten van het erkend inschakelingsbedrijf, en de wijze waarop de reserves worden gevormd, wordt omschreven;

  29. geen enkele vennoot mag aan de stemming in de algemene vergadering deelnemen met meer dan een tiende van het aantal stemmen verbonden aan de vertegenwoordigde aandelen; dit percentage wordt op een twintigste gebracht wanneer een of meer vennoten de hoedanigheid hebben van personeelslid in dienst genomen door het erkend inschakelingsbedrijf;

  30. het beperkte rechtstreekse vermogensvoordeel dat het erkend inschakelingsbedrijf aan de vennoten uitkeert, mag niet hoger zijn dan de rentevoet zoals vastgesteld in de bijlage bij het koninklijk besluit van 8 januari 1962 tot vaststelling van de voorwaarden tot erkenning van de nationale groeperingen van coöperatieve vennootschappen en van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT