20 DECEMBER 2012. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s

De Regering van de Duitstalige gemeenschap,

Gelet op het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's, artikel 38, gewijzigd bij het decreet van 14 februari 2000;

Gelet op het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s;

Gelet op het advies van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s, gegeven op 25 oktober 2012;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 26 oktober 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting d.d. 5 november 2012;

Gelet op advies 52.357/2 van de Raad van State, gegeven op 5 december 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de beide centra voor opleiding en voortgezette opleiding en de vertegenwoordigers van de leerkrachten en werknemers op 16 oktober 2012 een werkvergadering hebben gehouden;

Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Opleiding;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1 - Artikel 8 van het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende :

§ 4 - Wanneer een personeelslid vermeld in de artikelen 2 tot 7 ten minste 59 jaar is en het maximumbedrag van zijn weddeschaal heeft bereikt, wordt dat maximumbedrag verhoogd met een bedrag dat overeenstemt met de laatste tweejaarlijkse verhoging van zijn weddeschaal om de maximale subsidieerbare weddekosten te berekenen.

Het recht op het in het eerste lid vermelde bedrag ontstaat ten vroegste op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin het personeelslid 59 jaar is geworden.

Art. 2 - Artikel 10, paragraaf 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 19 juli 2012, wordt vervangen als volgt :

" § 1 - Voor de leerkrachten van de ZAWM die werkzaam zijn in het kader van de basisopleiding worden volgende vergoedingen uitbetaald per uur gepresteerd voor het onderricht of voor de examens :

  1. Voor de periode van 1 januari 2013 tot 31 december 2013

    1. in de leertijd voor de leerkrachten die houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid 30,33 euro b) in de leertijd voor de leerkrachten die geen houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid 27,55 euro c) in de opleiding tot ondernemingshoofd voor de leerkrachten die houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid 34,35 euro d) in de opleiding tot ondernemingshoofd voor de leerkrachten die geen houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid 30,33 euro

  2. Voor de periode van 1 januari 2014 tot 31 december 2017

    1. in de leertijd voor de leerkrachten die houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid 30,03 euro b) in de leertijd voor de leerkrachten die geen houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid 27,27 euro c) in de opleiding tot ondernemingshoofd voor de leerkrachten die houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid 34,01 euro d) in de opleiding tot ondernemingshoofd voor de leerkrachten die geen houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid 30,03 euro

  3. Voor de periode van 1 januari 2018 tot 31 december 2018

    1. in de leertijd voor de leerkrachten die houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid 30,33 euro b) in de leertijd voor de leerkrachten die geen houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid 27,55 euro c) in de opleiding tot ondernemingshoofd voor de leerkrachten die houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid 34,35 euro d) in de opleiding tot ondernemingshoofd voor de leerkrachten die geen houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid 30,33 euro

  4. Vanaf 1 januari 2019

    1. in de leertijd voor de leerkrachten die houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid 30,64 euro b) in de leertijd voor de leerkrachten die geen houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid 27,83 euro c) in de opleiding tot...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT