30 NOVEMBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010 betreffende de vergunning, erkenning en subsidiëring van een pilootproject diensten Inclusieve Ondersteuning door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006 betreffende de goedkeuring en subsidiëring van geïntegreerde woonprojecten voor personen met een handicap, wat betreft de werkingsduur

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 2° ;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006 betreffende de goedkeuring en subsidiëring van geïntegreerde woonprojecten voor personen met een handicap;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010 betreffende de vergunning, erkenning en subsidiëring van een pilootproject diensten Inclusieve Ondersteuning door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 november 2012;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de zorgvormen beschermd en geïntegreerd wonen nog niet kunnen worden geïntegreerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010 betreffende de vergunning, erkenning en subsidiëring van een pilootproject diensten Inclusieve Ondersteuning door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap en dat de huidige regelgeving die op deze zorgvormen van toepassing is dringend moet worden verlengd om de continuïteit van de dienstverlening te bewaren;

Overwegende dat de vereiste dat de woonondersteuning alleen geboden kan worden op de plaats van domicilie van de gebruiker en dat de gebruikers niet hoofdzakelijk mogen verblijven bij personen die over hen in rechte of in feite de ouderlijke macht uitoefenen, niet in overeenstemming is met artikel 108, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek dat bepaalt dat degene die onder voogdij is geplaatst zijn woonplaats heeft bij zijn voogd;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT