4 MEI 2005. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de modaliteiten voor het erkennen en het subsidiëren van de regionale coördinaties van huiswerkinstituten en van de Communautaire Federatie van huiswerkinstituten

De Regering van de Franse Gemeenschap,

Gelet op het decreet van 28 april 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van huiswerkinstituten, inzonderheid op de artikelen 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 19, 20, 21 en 26;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 november 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 2 december 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 37.870/4, gegeven op 22 december 2004, bij toepassing van artikel 84, § 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Cultuur, de Audiovisuele sector en Jeugd;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :

  1. « Decreet » : het decreet van 28 april 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van huiswerkinstituten;

  2. « De Inspectie » : de Regeringsdiensten die belast zijn met de inspectie binnen de Algemene directie Cultuur.

HOOFDSTUK II. - Procedure voor de erkenning van de coördinaties van huiswerkinstituten en van een Communautaire Federatie van huiswerkinstituten

Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 2. § 1. De aanvraag om erkenning als Regionale coördinatie van huiswerkinstituten of als Communautaire Federatie van huiswerkinstituten wordt ingediend overeenkomstig het modeldossier opgesteld door de Jeugddienst.

§ 2. De Jeugddienst bericht ontvangst van het dossier van aanvraag om erkenning. Hij informeert de verzoekende vereniging over het volledig of onvolledig karakter van het dossier.

§ 3. De Jeugddienst onderzoekt de aanvraag om erkenning en vraagt het advies van de Inspectie, zodra het dossier volledig is. De dienst geeft een voorstel van beslissing en het advies van de Inspectie aan de Minister van Jeugd binnen een termijn van zestig kalenderdagen vanaf de ontvangst van het volledig dossier. De dienst voegt het dossier bij zijn voorstel van beslissing.

§ 4. De Minister van Jeugd deelt per aangetekend schrijven de erkenning of niet-erkenning aan de verzoekende vereniging mee, binnen een termijn van honderd twintig kalenderdagen vanaf de ontvangst van het volledig dossier door de Jeugddienst.

Afdeling 2. - Erkenning van de Regionale coördinaties van huiswerkinstituten

Art. 3. § 1. Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag om erkenning als Regionale coördinatie meegaan met het pedagogisch project en het laatste jaarlijks actieplan bedoeld in artikel 9, § 1, 1°, van het decreet.

§ 2. Het pedagogisch project bepaalt de algemene werklijnen van de Coördinatie.

Het bevat minstens de volgende elementen :

- De finaliteiten;

- De algemene doelstellingen (definitie en articulatie met de opdrachten bedoeld in de artikelen 2, § 1 en 9, § 1, van het decreet);

- Het onderzoek naar het publiek en de omgeving;

- De huidige situatie (namelijk beschrijving van en onderzoek naar de verwachtingen en behoeften van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT