14 NOVEMBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van de bebossing van landbouwgronden ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)

De Vlaamse Regering,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), inzonderheid op artikel 43;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie van 15 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO);

Gelet op de Verordening (EG) nr. 1975/2006 van de Commissie van 7 december 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad met betrekking tot de toepassing van controleprocedures en van de randvoorwaarden in het kader van de steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling.

Gelet op Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers;

Gelet op de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 november 2007 van het Programma voor Plattelandsontwikkeling in Vlaanderen met betrekking tot de programmeringsperiode 2007-2013;

Gelet op het decreet van 6 juli 1994 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1994, inzonderheid op artikel 7, § 2;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2003 betreffende de subsidiëring van de bebossing van landbouwgronden ter uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1257/99 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 juli 2008;

Gelet op het advies van de Raad van State, nr. 45.307/3, gegeven op 28 oktober 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. Agentschap voor Natuur en Bos : de bestuursentiteit die opgericht werd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Natuur en Bos, en die binnen de Vlaamse overheid bevoegd is voor het bos- en natuurbeleid;

  2. Agentschap voor Landbouw en Visserij : de bestuursentiteit die opgericht werd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Landbouw en Visserij, en die binnen de Vlaamse overheid bevoegd is voor de uitvoering van het landbouwbeleid;

  3. verzamelaanvraag : de aanvraag voor rechtstreekse betalingen op grond van de bedrijfstoeslagregeling en de andere oppervlaktegebonden steunregelingen overeenkomstig artikel 2, 11°, van Verordening (EG) nr. 796/2004;

  4. het decreet : het bosdecreet van 13 juni 1990;

  5. het decreet Natuurbehoud : het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

  6. Vogelrichtlijngebied :

    1. elk gebied dat door de Vlaamse Regering definitief is vastgesteld in de zin van artikel 36bis, § 6, van het decreet Natuurbehoud, en waarvan het definitieve vaststellingsbesluit krachtens artikel 36bis, § 7, derde lid, van voormelde decreet tevens het aanwijzingsbesluit vormt, vermeld in artikel 36bis, § 9, van voormelde decreet;

    2. elke zone, vermeld in artikel 36bis, § 13, van het decreet Natuurbehoud of elk onderdeel van een zone, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober 1988 tot aanwijzing van speciale beschermingszones in de zin van artikel 4 van de Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand;

    3. elk gedeelte, vermeld in artikel 75 van het decreet Natuurbehoud, van een zone, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober 1988, artikel 1, § 3;

  7. Habitatrichtlijngebied :

    1. elk gebied dat door de Vlaamse Regering ter uitvoering van artikel 36bis, § 9, van het decreet Natuurbehoud is aangewezen als speciale beschermingszone nadat de Europese Commissie het van communautair belang heeft verklaard;

    2. elk gebied dat in aanmerking komt als speciale beschermingszone en door de Vlaamse Regering definitief is vastgesteld in de zin van artikel 36bis, § 6 of § 12, van het decreet Natuurbehoud;

  8. waterrijk gebied van internationale betekenis : waterrijke gebieden die aangewezen zijn conform de overeenkomst inzake watergebieden die van internationale betekenis zijn, opgemaakt in Ramsar op 2 februari 1971;

  9. VEN-gebied : gebied dat gelegen is in het Vlaams Ecologisch Netwerk, vermeld in artikel 17 van het decreet Natuurbehoud

  10. landbouwer : de persoon die een land- of tuinbouwbedrijf exploiteert met een arbeidsbehoefte van minimaal 0,5 en maximaal tien volle arbeidskrachten (VAK) per bedrijfsleider. De landbouwer kan zowel een natuurlijke persoon als een rechtspersoon zijn. De natuurlijke persoon of de beherende vennoot, zaakvoerder, bestuurder of gedelegeerd bestuurder van de rechtspersoon moet minstens 50 % van zijn totale arbeidsduur besteden aan de werkzaamheden op het land- of tuinbouwbedrijf en minstens 35 % van zijn totale inkomen uit die activiteit halen. De rechtspersoon moet voldoen aan de voorwaarden zoals die bepaald zijn in de definitie van landbouwer in hoofdberoep in het ministerieel besluit van 8 maart 2007 betreffende de herverdeling van de steunbedragen via de reserve;

  11. landbouwgronden : alle gronden waarvan het landbouwgebruik bijgedragen heeft tot de inkomsten van de exploitant en waarvan dat landbouwgebruik niet eerder dan vijf jaar voor de datum van de aanvraag van de subsidie werd stopgezet;

  12. pachtwet : de wet van 4 november 1969 tot wijziging van de pachtwetgeving en van de wetgeving betreffende het recht van voorkoop ten gunste van huurders van landeigendommen;

  13. minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud;

  14. aanbevolen herkomst : herkomst van een boom- of struiksoort die door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek aanbevolen wordt voor gebruik in Vlaanderen;

  15. bezaaiing : het bebossen of herbebossen van een terrein door middel van inzaaiing van zaden van bomen of struiken;

  16. natuurlijke verjonging : bebossings- of herbebossingstechniek waarbij zich, op spontane wijze of na kunstmatige terreinvoorbereiding, een nieuwe generatie van bomen of struiken vestigt. Door de mens wordt daarbij niet geplant of gezaaid;

  17. ambtenaar : elk personeelslid van het Agentschap voor Natuur en Bos dat behoort tot niveau A.

    Art. 2. Binnen de beschikbare begrotingskredieten verleent de minister subsidies voor de bebossing van landbouwgronden.

    De subsidies kunnen toegekend worden aan :

  18. andere publiekrechtelijke rechtspersonen dan de federale staat, het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap voor landbouwgronden in eigendom of waarop ze het zakelijk recht hebben, die niet verpacht worden;

  19. privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen voor landbouwgronden in eigendom of waarop ze het zakelijk recht hebben, die niet verpacht worden;

  20. publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen voor landbouwgronden die ze in pacht hebben overeenkomstig de pachtwet, op voorwaarde dat er een schriftelijk akkoord van de eigenaar is of van de houder van het zakelijk recht, waarin hij toestemt met de bebossing van die landbouwgronden.

    De subsidies worden toegekend zolang er kredieten voorhanden zijn, in volgorde van registratie van de aanvragen. Als de kredieten van het desbetreffende begrotingsjaar uitgeput zijn, worden de subsidies automatisch in het volgende begrotingsjaar toegekend, met behoud van de toepassing van de bepalingen in het eerste lid.

    Art. 3. Een subsidie kan worden verleend voor de beplanting, de bezaaiing of de natuurlijke verjonging van landbouwgronden met houtachtige gewassen, voor zover de totale te beplanten, te bezaaien of natuurlijk te verjongen oppervlakte ten minste 0,5 ha bedraagt. Die oppervlakte kan uit ruimtelijk gescheiden deeloppervlakten van minimaal 10 aren bestaan, op voorwaarde dat die maximaal 1 kilometer in vogelvlucht van elkaar verwijderd liggen.

    ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT