24 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds.

Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 september 2006.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

P. VANVELTHOVEN

_______

Nota

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958.

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Subcomité voor het koetswerk

Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999

Wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 2000 onder het nummer 55569/CO/149.02)

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder werklieden verstaan de werklieden of werksters.

Art. 2. De statuten van het "Sociaal fonds voor de koetswerkondernemingen" zijn bijgevoegd in bijlage.

Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd met een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Art. 4. De collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, betreffende het "Sociaal fonds voor de koetswerkondernemingen", geregistreerd onder het nummer 46079/CO/149.02 wordt opgeheven.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 september 2006.

De Minister van Werk,

P. VANVELTHOVEN

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds

STATUTEN

HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, opdrachten, duur

  1. Benaming

    Artikel 1. Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1967, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 maart 1968 (Belgisch Staatsblad van 5 april 1968) genaamd het "Sociaal fonds voor de koetswerkondernemingen", verder in deze statuten het fonds genoemd.

  2. Zetel

    Art. 2. De maatschappelijke zetel van het fonds is te Brussel gevestigd. Hij kan, bij beslissing van het Paritair Subcomité voor het koetswerk, naar elke andere plaats in België worden overgebracht.

  3. Opdrachten

    Het fonds heeft als opdracht :

    3.1. de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren;

    3.2. de toekenning en de uitkering van aanvullende sociale voordelen te regelen en te verzekeren;

    3.3. de vakbondsvorming van de werklieden te bevorderen;

    3.4. de vorming en informatie van de werkgevers te bevorderen;

    3.5. jaarlijks tewerkstellingsattesten af te leveren aan de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk;

    3.6. een deel van de werking en sommige initiatieven van de VZW Educam te financieren volgens de door de raad van bestuur vastgestelde regels;

    3.7. het ten laste nemen van bijzondere bijdragen.

  4. Duur

    Art. 4. Het fonds wordt opgericht voor onbepaalde tijd.

    HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

    Art. 5. Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers, de werklieden en de werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

    Met "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en de werksters.

    HOOFDSTUK III. - Statutaire opdrachten van het fonds

  5. Inning en invordering van de bijdragen.

    Art. 6. Het fonds is gelast de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren.

  6. Toekenning en uitkering van de aanvullende vergoeding.

    2.1. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij tijdelijke werkloosheid.

    Art. 7. § 1. De bij artikel 5 bedoelde werklieden hebben, voor elke werkloosheidsuitkering of halve werkloosheidsuitkering erkend door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en voorzien bij de artikelen 28, 1°, en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (schorsing van de overeenkomst in geval van sluiting van de onderneming tijdens de jaarlijkse vakantie en volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst of invoering van een regeling van tijdelijke arbeid omwille van economische redenen) recht, ten laste van het fonds, op de bij artikel 7 voorziene vergoeding, voor zover zij volgende voorwaarden vervullen :

    - de werkloosheidsuitkeringen bij toepassing van de reglementering op de werkloosheidsuitkeringen genieten;

    - op het ogenblik van de werkloosheid, in dienst van de werkgever zijn.

    § 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding wordt vastgesteld op :

    - 200,00 BEF per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering;

    - 100,00 BEF per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering.

    2.2. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij volledige werkloosheid.

    Art. 8. De bij artikel 5 bedoelde werklieden hebben ten laste van het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering op de bij artikel 7, § 2, voorziene vergoeding, met een maximum van respectievelijk 200 dagen en 300 dagen per geval, al naargelang zij op de eerste werkloosheidsdag minder dan 45 jaar oud zijn of 45 jaar en ouder zijn, en voorzover zij volgende voorwaarden vervullen :

  7. werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de wetgeving op de werkloosheidsverzekering;

  8. door een in artikel 5 bedoelde werkgever ontslagen geweest zijn;

  9. op het ogenblik van het ontslag, ten minste vijf jaar tewerkgesteld zijn in één of meerdere ondernemingen die onder een van de volgende paritaire comités of paritaire subcomités ressorteren :

    - Paritair Comité voor de ijzernijverheid (Paritair Comité 104);

    - Paritair Comité voor de non-ferro metalen (Paritair Comité 105);

    - Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (Paritair Comité 111);

    - Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT