Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het onderwijs voor sociale promotie waarbij de sturingsorganen ervan worden bepaald en waarbij e-learning in haar onderwijsaanbod geïntegreerd wordt, de 20 juin 2013

HOOFDSTUK I. - Wijzigingsbepalingen van het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie

Artikel 1. In artikel 1, § 3, tweede lid, 1°, van het decreet van 16 april 1991, worden de woorden " van de bij artikel 15 bedoelde Overlegcommissie " vervangen door de woorden " van de Algemene Raad bedoeld in artikel 78 ".

Art. 2. Artikel 3 van het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie wordt vervangen door een artikel, luidend als volgt :

" Art. 3. Het onderwijs voor sociale promotie omvat één enkel stelsel, stelsel 1. "

Art. 3. Artikel 5 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt :

" Art. 5. Het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 2 is het onderwijs dat, bij wijze van overgangsmaatregel, geregeld blijft door de wetten op het technisch onderwijs, gecoördineerd op 30 april 1957 en door de bij toepassing van die wetten genomen besluiten.

Tot 1 januari 2015 kan het onderwijs voor sociale promotie bekwaamheidsbewijzen van stelsel 2 aan de studenten uitreiken die met hun opleiding tijdens het schooljaar 2008-2009 zijn begonnen overeenkomstig de wetten op het technisch onderwijs gecoördineerd op 30 april 1957 en de bij toepassing van die wetten genomen besluiten.

Titel IV. van dit decreet is van toepassing tot 1 januari 2015 op stelsel 2. ".

Art. 4. In artikel 5bis van hetzelfde decreet, zoals ingevoegd bij het decreet van 3 maart 2004 en aangevuld bij het decreet van 27 oktober 2006 en het decreet van 14 november 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. 1° wordt vervangen als volgt :

    " 1° Leerresultaten : bepaalt wat een student moet kennen, begrijpen en kunnen doen na de voltooiing van een leerproces. Leerresultaten worden gedefinieerd in termen van kennis, vaardigheden en competenties. De eindbekwaamheden die na een opleidingseenheid geëvalueerd worden zoals bedoeld in 9° van dit artikel, worden in leerresultaten uitgedrukt; ";

  2. 2° wordt aangevuld met een punt i), luidend als volgt :

    " i) de pedagogische en technische expertise; ";

  3. 8° wordt aangevuld als volgt : " en van een afdeling ".

  4. 9° wordt vervangen als volgt :

    " 9° opleidingseenheid : een opleidingseenheid bestaat uit een cursus of een geheel van cursussen die gegroepeerd worden omdat ze gemeenschappelijke doelstellingen nastreven en een coherent pedagogisch geheel van leerresultaten uitmaken dat geëvalueerd en bekrachtigd kan worden;

  5. 13° wordt vervangen als volgt :

    " 13° Pedagogische en technische expertise : onderwijsactiviteiten die statutair gebonden zijn aan een ambt van een opleidingseenheid. Deze activiteiten hebben ten doel het onderhoud, de ontwikkeling van de pedagogische materialen en dragers, de coördinatie van de studieraden en de pedagogische opvolging van studenten of kandidaten-studenten; ";

  6. er wordt een 15° ingevoegd, luidend als volgt :

    " 15° e-learning : het leerproces en de opleiding door middel van Internet, het gebruik van nieuwe technologieën multimedia van het Internet om de kwaliteit van het leerproces te verbeteren door de toegang tot de hulpbronnen en de diensten, enerzijds, en de uitwisseling en de medewerking op afstand, anderzijds, te vergemakkelijken.

  7. er wordt een 16° ingevoegd, luidend als volgt :

    " 16° Algemene Raad : de Algemene Raad bedoeld in artikel 78; ";

  8. er wordt een 17° ingevoegd, luidend als volgt :

    " 17° Sturingscel : de Sturingscel bedoeld in artikel 18; ";

  9. er wordt een 18° ingevoegd, luidend als volgt :

    " 18 ° de Minister : de Minister van Onderwijs voor Sociale Promotie. ".

    Art. 5. Artikel 12 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt :

    " Elke afdeling, met uitzondering van de afdelingen behorend tot het hoger onderwijs, de afdelingen behorend tot het secundair doorstromingsonderwijs en de afdelingen die bekrachtigd worden door bekwaamheidsbewijzen die specifiek zijn voor het secundair onderwijs voor sociale promotie, beantwoordt aan de door de Regering goedgekeurde opleidingsprofielen overeenkomstig artikel 36 van het samenwerkingsakkoord afgesloten te Brussel op 27 maart 2009 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie met betrekking tot de oprichting van de "Service francophone des Métiers et des Qualifications" (Franstalige Dienst voor Beroepen en Kwalificaties), afgekort : " S.F.M.Q. ", en door hem aan de Algemene Raad bezorgd. ".

    Art. 6. In artikel 13, § 2, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 10 april 1995, wordt een tweede lid ingevoegd, luidend als volgt :

    " In afwijking van het vorige lid mogen de opleidingseenheden die tot een afdeling van het hoger onderwijs behoren, slechts geopend worden na de toestemming van de Regering op advies van de Algemene Raad. Een besluit van de Regering zal, overeenkomstig artikel 123bis, § 3, eerste streepje, de criteria bepalen waarbij de opleidingseenheden die afzonderlijk georganiseerd kunnen worden, geopend kunnen worden. ".

    Art. 7. Artikel 26 van het decreet wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt :

    " Het secundair onderwijs voor sociale promotie past didactische methodes toe die aangepast zijn aan een volwassen publiek. Deze pedagogie baseert zich op de collectieve of individuele activiteiten onder rechtstreekse of onrechtstreekse leiding van leerkrachten of deskundigen. ".

    Art. 8. Artikel 27 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt :

    " Art. 27. Elke afdeling van het secundair onderwijs voor sociale promotie, met inbegrip van het getuigschrift van basisonderwijs, wordt gerangschikt in de eerste, de tweede, de derde graad of de vierde graad van het secundair onderwijs volgens haar algemene doelstellingen, de inhoud ervan, het niveau en het bekwaamheidsbewijs die ze bekrachtigen.

    De bekwaamheidsbewijzen stemmen overeen met de niveaus 1 tot 4 van het Europees kwalificatiekader. ".

    Art. 9. In artikel 30 van hetzelfde decreet, zoals aangevuld bij het decreet van 24 juli 1997 en gewijzigd bij het decreet van 3 maart 2004, wordt het eerste lid vervangen als volgt :

    " De afdelingen van het secundair onderwijs voor sociale promotie worden bekrachtigd :

    1. ofwel door bekwaamheidsbewijzen overeenstemmend met deze uitgereikt door het secundair onderwijs met volledig leerplan, met inbegrip van het getuigschrift voor basisonderwijs, het getuigschrift voor secundair onderwijs van de eerste graad, het getuigschrift voor secundair onderwijs van de tweede graad uitgereikt na het vierde studiejaar van het secundair onderwijs, het getuigschrift voor hoger secundair onderwijs en de bekwaamheidsbewijzen die kwalificatiegetuigschriften genoemd worden en die worden uitgereikt in het secundair onderwijs met volledig leerplan na afloop van de tweede, de derde en de vierde graad;

    2. ofwel door bekwaamheidsbewijzen die specifiek zijn voor het secundair onderwijs voor sociale promotie. Onder specifiek bekwaamheidsbewijs wordt verstaan :

  10. ofwel bekwaamheidsbewijzen uitgereikt na de afdeling met minder dan 900 lestijden;

  11. ofwel bekwaamheidsbewijzen die beantwoorden aan een bijzondere wetgeving; in dit geval vermeldt het bekwaamheidsbewijs de betrokken regelgeving;

  12. ofwel bekwaamheidsbewijzen die beantwoorden aan een bijzondere aanvraag van de ondernemingen, de besturen, het onderwijs en over het algemeen de socio-economische en culturele kringen of die nog geen beroepsprofiel en een opleidingsprofiel gekregen hebben door de " S.F.M.Q. " De afdelingen betreffende deze bekwaamheidsbewijzen krijgen een voorlopige toestemming tot hun omzetting overeenkomstig het opleidingsprofiel dat door de " S.F.M.Q " wordt ontwikkeld ".

    Na advies van de " S.F.M.Q. " stelt de Algemene Raad de Regering een opleidingsprofiel voor in de vorm van een pedagogisch dossier van de afdeling, zoals bepaald in de artikelen 10 tot 14.

    De Regering bepaalt de vorm en de inhoud van de bekwaamheidsbewijzen. ".

    Art. 10. In Titel II, hoofdstuk IV, afdeling 2, van hetzelfde decreet wordt een artikel 30ter ingevoegd, luidend als volgt :

    " Art. 30ter. Met uitzondering van de afdelingen die tot het secundair doorstromingsonderwijs behoren, reikt het secundair onderwijs voor sociale promotie een bijvoegsel uit bij het getuigschrift bepaald door de Regering op advies van de Algemene Raad om de competentiestudiepunten over te kunnen dragen in het kader van het Europees systeem van studiepuntenoverdracht voor het beroepsonderwijs en -opleiding ECVT). ".

    Art. 11. Het eerste lid van artikel 32 van hetzelfde decreet wordt vervangen door twee leden, luidend als volgt :

    " Voor elke opleiding of opleidingseenheid omvat de Studieraad een lid van het bestuurspersoneel of zijn afgevaardigde, de betrokken leden van het onderwijzend personeel.

    Wanneer de directie van de inrichting het personeelslid belast met een sociale en pedagogische opvolging van een bijzondere studentengroep, neemt deze groep deel aan de vergaderingen van de Studieraad behorend tot artikel 31, 2°. ".

    Art. 12. In artikel 33 van hetzelfde decreet worden de woorden " in een afdeling of " opgeheven.

    Art. 13. In artikel 34 van hetzelfde decreet worden de woorden " een afdeling of " opgeheven.

    Art. 14. Artikel 46 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt :

    " Art. 46. Elke afdeling die uit meer dan twee opleidingseenheden bestaat, omvat een opleidingseenheid " Geïntegreerde proef ". De Regering kan, op eensluidend advies van de Algemene Raad, van dit beginsel afwijken, inzonderheid :

    - in geval van een afdeling die overeenstemt met een cursus georganiseerd door het onderwijs met volledig leerplan en waarvoor er geen eindstudiewerk gevraagd wordt;

    - in geval van een afdeling die aan een bijzondere wetgeving beantwoordt.

    Met uitzondering van de afdelingen van specialisatie moet elke afdeling ook stages omvatten. Voor begeleidinglestijden wordt vóór de geïntegreerde proef en de stages in de referentielessenrooster gezorgd.

    De beroepsactiviteit van de studenten kan, met verwijzing naar de pedagogische dossiers, gelijkgesteld worden met de stages...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT