9 MAART 2009. - Ministerieel besluit betreffende de opvolging, de evaluatie en de wijzigingen van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2007-2010

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Gelet op de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, inzonderheid artikel 69, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1994, 25 mei 1999 en 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 2006 betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 april 2007 tot bepaling van de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële toelage van de steden en gemeenten die begunstigde zijn van een strategisch veiligheids- en preventieplan,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van onderhavig besluit moet worden verstaan onder :

  1. comité : opvolgings- en evaluatiecomité;

  2. plan : strategisch veiligheids- en preventieplan;

  3. gemeente : stad of gemeente die over een plan beschikt;

  4. Administratie : de Directie Lokale Integrale Veiligheid;

  5. lokaal adviseur : lid van de Administratie belast met het ondersteunen en het opvolgen van de lokale besturen bij de ontwikkeling en de uitvoering van hun integraal en geïntegreerd veiligheids- en preventiebeleid.

HOOFDSTUK II. - Organisatie van de opvolging

en de evaluatie van de plannen

Art. 2. De filosofie van de plannen houdt een resultaatsverbintenis in op basis van de door de gemeenten bepaalde algemene, strategische en operationele doelstellingen.

Art. 3. In het kader van de controlemechanismen van de financiële toelage, van de opvolging en van de evaluatie van de plannen, bepaalt de Minister de overlegorganen, de te volgen procedures, alsook de voorstellingsmodaliteiten van de opvolging en de evaluatie.

Art. 4. De opvolging en de evaluatie vinden plaats tijdens de zogenaamde opvolgings- en evaluatievergaderingen.

Art. 5. De terreinbezoeken maken een wezenlijk deel uit van het opvolgings- en evaluatieproces van de plannen.

HOOFDSTUK III. - Comité

Afdeling 1. - Bevoegdheden

Art. 6. Het comité is bevoegd voor :

- het organiseren van de opvolgingsvergaderingen en de evaluatievergaderingen van het plan;

- het analyseren van de stand van zaken van de in het plan vastgelegde fenomenen;

- het aanbevelen van de uit te voeren wijzigingen van het plan en de te nemen financiële sancties aan de Minister.

Afdeling 2. - Samenstelling

Art. 7. De vaste leden van het comité zijn :

- de lokaal adviseur van de Administratie;

- een vertegenwoordiger van de Financiële Dienst van de Administratie;

- de Directeur van de Administratie of zijn afgevaardigde.

Art. 8. § 1. De volgende personen nemen deel aan de opvolgingsvergaderingen en de evaluatievergaderingen :

- de leden van het comité

- de Burgemeester of zijn vertegenwoordiger;

- de preventieambtenaar;

- de interne evaluator;

- de administratief en financieel coördinator.

§ 2. Elke afwezigheid dient naar behoren gemotiveerd...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT