22 FEBRUARI 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van strategische investerings- en opleidingssteun aan ondernemingen in het Vlaamse Gewest

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, inzonderheid op de artikelen 9 tot 11, 22 tot 24, en 38;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 21 september 2007;

Gelet op de mededeling van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen van 25 oktober 2007 dat de samenstellende organisaties van de raad over het ontwerp van besluit geen consensus hebben bereikt, zodat geen advies wordt verleend;

Gelet op het advies 43.956/1 van de Raad van State, gegeven op 10 januari 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende de Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingskosten en eventuele latere wijzigingen van deze verordening (PB EU van 13 januari 2001, L 10/20);

Overwegende de Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen en eventuele latere wijzigingen van deze verordening (PB L 010 van 13 januari 2001, blz. 33-42);

Overwegende de richtsnoeren inzake regionale steun 2007-2013/C 54/08 (PB C 54 van 4 maart 2006, blz. 13-44);

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Afdeling I. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. decreet : het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;

  2. minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid;

  3. verordening regionale investeringssteun : verordening (EG) nr. 1628/2006 van de commissie van 24 oktober 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op nationale regionale investeringssteun en eventuele latere wijzigingen van deze verordening (PB L 302 van 1 november 2006, blz. 22-40);

  4. Agentschap Economie : intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid dat behoort tot het beleidsdomein EWI;

  5. onderneming : de onderneming, vermeld in artikel 3, 1°, van het decreet;

  6. kleine, middelgrote en grote ondernemingen : ondernemingen als vermeld in artikel 3, 2°, 3° en 4°, van het decreet;

  7. regionale steungebieden : de gebieden, vermeld in artikel 3, 7°, van het decreet;

  8. steun : de steun, vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet;

  9. steunintensiteit : de intensiteit, vermeld in artikel 3, 6°, van het decreet;

  10. bevestigingsbrief : brief van het Agentschap Economie waarbij wordt bevestigd dat, onder voorbehoud van de uiteindelijke uitkomst van een gedetailleerd onderzoek, het project aan de vastgestelde voorwaarden voldoet om in aanmerking te komen voor steun.

    Afdeling II. - Definitie van kleine, middelgrote en grote ondernemingen

    Art. 2. De tewerkstelling, de jaaromzet en het balanstotaal van de onderneming, vermeld in artikel 3, 2° en 3°, van het decreet, worden berekend overeenkomstig de door de Europese Commissie vastgestelde definitie van kleine en middelgrote ondernemingen. Die definitie is opgenomen in bijlage I van Verordening (EG) nr. 364/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie wat betreft uitbreiding van het toepassingsgebied tot steun voor onderzoek en ontwikkeling.

    De gegevens voor de berekening van de tewerkstelling, de jaaromzet en het balanstotaal worden vastgesteld op basis van een verklaring op erewoord van de onderneming en op basis van artikel 3 en 4.

    Als artikel 32, § 4, van toepassing is, worden de tewerkstelling, de jaaromzet en het balanstotaal van de patrimoniumvennootschap en de aanvragende onderneming samengeteld.

    Art. 3. De gegevens voor de berekening van de jaaromzet en het balanstotaal van de onderneming hebben betrekking op de referentieperiode.

    De referentieperiode is het boekjaar waarop de laatst bij de Nationale Bank van België neergelegde jaarrekening voor de datum van de steunaanvraag betrekking heeft en die beschikbaar is via een centrale databank.

    Om de omzet te berekenen wordt een boekjaar van meer of minder dan twaalf maanden herberekend tot een periode van twaalf maanden. Bij recent opgerichte ondernemingen waarvan de jaarrekening nog niet is afgesloten, steunt men op een financieel plan van het eerste productiejaar. Voor ondernemingen die geen jaarrekening moeten opmaken, is de referentieperiode de laatste aangifte bij de directe belastingen voor de datum van de steunaanvraag.

    Art. 4. De gegevens voor de berekening van de tewerkstelling van het aantal werkzame personen worden vastgesteld aan de hand van het aantal werknemers dat in de onderneming was tewerkgesteld in de referentieperiode. De referentieperiode is de periode van tewerkstelling gedurende de laatste vier kwartalen die de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan attesteren voor de datum van de steunaanvraag en die beschikbaar zijn via een centrale databank.

    Het bewijs van de tewerkstelling van havenarbeiders in ondernemingen die ressorteren onder de verschillende paritaire comités van de havens, wordt geleverd door attesten van de bevoegde werkgeversorganisaties in de verschillende havens. Voor de berekening van het aantal havenarbeiders wordt het aantal gepresteerde taken gedurende de referentieperiode gedeeld door het gemiddelde aantal gepresteerde taken tijdens die periode.

    Afdeling III. - Algemene voorwaarden

    Art. 5. Er wordt geen steun verleend aan ondernemingen die niet voldoen aan de regelgeving die van toepassing is in het Vlaamse Gewest.

    De onderneming mag op de indieningdatum van de steunaanvraag geen achterstallige schulden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid hebben en geen procedure op basis van Europees of nationaal recht lopen hebben waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.

    Art. 6. Onverminderd artikel 4, 2, laatste alinea, van de verordening regionale investeringssteun gaat de termijn van vijf jaar, vermeld in artikel 7 van het decreet, in vanaf het beëindigen van de investeringen in geval het een investeringsproject of een gecombineerd project betreft.

    Art. 7. Er kan geen steun verleend worden aan ondernemingen als een administratieve overheid, als vermeld in artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, over een dominerende invloed beschikt. Er is een vermoeden van dominerende invloed als de onderneming voor 50 % of meer van het kapitaal of de stemrechten rechtstreeks of onrechtstreeks in handen is van de administratieve overheid.

    Dat vermoeden kan weerlegd worden als de onderneming kan aantonen dat de administratieve overheid, vermeld in het eerste lid, in werkelijkheid geen dominerende invloed uitoefent op het beleid van de onderneming. De minister neemt daarover een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT