19 MAART 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comitÈs, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair ComitÈ voor de stoffering en de houtbewerking;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2007, gesloten in het Paritair ComitÈ voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het brugpensioen.
Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 maart 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
J. PIETTE
_______
Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage
Paritair ComitÈ voor de stoffering en de houtbewerking
Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2007
Brugpensioen
(Overeenkomst geregistreerd op 8 november 2007 onder het nummer 85581/CO/126)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders/sters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair ComitÈ voor de stoffering en de houtbewerking.
Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad van 19 december 1974 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975) en van het koninklijk besluit van 7 december 1992 (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992).
Art. 3. De collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle arbeiders die door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden, voor zover zij aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsvergoeding en voldoen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald in artikelen 4 en 5.
HOOFDSTUK II. - Leeftijds- en loopbaanvoorwaarden
Leeftijdsvoorwaarde
Art. 4. Kunnen aanspraak maken op het brugpensioen, de arbeiders die tussen 1 januari 2005 en 1 januari 2007 worden ontslagen en de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt.
Loopbaanvoorwaarde
Art. 5. ß 1. Om echter recht te kunnen laten gelden op het brugpensioen, dient de arbeider/ster niet alleen de door de wetgeving gestelde loopbaanvereiste te vervullen, docht dient hij/zij bovendien een loopbaan te kunnen bewijzen van ten minste 15 jaar bij de...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI