Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 27 oktober 2011 betreffende steunverlening voor banencreatie via de bevordering van beroepsovergang naar het statuut van zelfstandige als hoofdactiviteit, de 3 mai 2012

HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :

  1. het decreet : het decreet van 27 oktober 2011 betreffende steunverlening voor banencreatie via de bevordering van beroepsovergang naar het statuut van zelfstandige als hoofdactiviteit;

  2. de Minister : de Minister van Tewerkstelling;

  3. het " comité " : het Selectiecomité bedoeld in artikel 7 van het decreet.

    Art. 2. De Minister kan tegen de voorwaarden van het decreet en dit besluit en binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten een financiële incentive verlenen aan de gerechtigden en hun overschakeling naar het statuut van zelfstandige in hoofdberoep ondersteunen.

    HOOFDSTUK II. - Gerechtigden

    Art. 3. § 1. Het bedrag van het jaarinkomen bedoeld in artikel 3, lid 1, 1°, e) van het decreet mag 23.000 euro niet overschrijden.

    Onder jaarinkomen wordt het bruto-beroepsinkomen bedoeld zoals bepaald in artikel 11, § 2, van koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen en zoals voortvloeiend uit de activiteit uitgeoefend als zelfstandige onder de aanvullende regeling gedurende het belastingjaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag voor de financiële incentive.

    Het bedrag bedoeld in lid 1 houdt geen rekening met de overheidssteun die de zelfstandige verkregen heeft voor de indiening van de aanvraag voor een financiële incentive, namelijk elke bijdrage, prijs, steun of tegemoetkoming, onder welke vorm of benaming ook, verleend door een overheid met het oog op de begunstiging en de ondersteuning van een zelfstandige beroepsactiviteit.

    § 2. De personen bedoeld in artikel 3, eerste lid, 2°, van het decreet behalen en leggen voor :

  4. ofwel een diploma of getuigschrift, verstrekt door het onderwijs van de Middenstand, voor een opleiding tot bedrijfsleider of een opleiding met betrekking tot de basiskennis inzake beheer waarvan het programma beoogd is in artikel 6 van het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 ter uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, met een minimum van 120 opleidingsuren; dat diploma of dat getuigschrift moeten binnen de vijf jaar voor de indiening van de aanvraag voor een financiële incentive verkregen zijn;

  5. ofwel een attest van de finalisatie van een begeleidingsproces bij een "structure d'accompagnement à l'autocréation d'emploi" (begeleidingsstructuur voor de creatie van een eigen baan) erkend krachtens het decreet van 15 juli 2008 betreffende de "structures d'accompagnement à l'autocréation d'emploi" (begeleidingsstructuren voor zelftewerkstelling); de gezamenlijke begeleidingsstructuren voor de creatie van een eigen baan vormen de lijst opgemaakt door de Regering overeenkomstig artikel 3, 2°, b) van het decreet. Het attest, opgemaakt door het valideringscomité van de erkende begeleidingsstructuur voor de creatie van een eigen baan vermeldt dat de aanvrager over een project voor de creatie van een eigen baan beschikt met het oog op de vestiging als zelfstandige in hoofdactiviteit en dat hij de leef- en haalbaarheid van zijn project aantoont, met name via een operationeel opstartplan met een begrotingsraming van de investerings- en kennisbehoeften die nodig zijn voor de uitvoering van zijn zelfstandigenactiviteit. Dat attest moet verkregen zijn binnen de vijf jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag van de incentive.

    § 3. De persoon bedoeld in artikel 3, lid 6, van het decreet kan om de financiële incentive verzoeken indien de voorwaarden bedoeld in artikel 3, lid 1, 2°, a) tot c), van het decreet nageleefd worden bij de tweede vestiging als zelfstandige in hoofdactiviteit, onder voorbehoud van de toepassing van artikel 3, lid 2, van het decreet. Het diploma of het getuigschrift bedoeld in § 2 moeten verkregen zijn binnen de tien jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag voor een financiële incentive.

    De termijn van minstens twee jaar en hoogstens vijf jaar wordt berekend vanaf de aangetoonde beëindiging van de eerste vestiging tot aan de eerste dag van de tweede officiële installatie als zelfstandige in hoofdberoep.

    De stappen of de acties bedoeld bij het decreet moeten de aanvulling of uitdieping mogelijk maken van :

  6. de basiskennis inzake beheer in verband met het statuut van zelfstandige, met name in termen van commercieel beheer, creatie van activiteiten, boekhouding, fiscaliteit of juridische aspecten;

  7. voor zover die basisvaardigheden inzake beheer bedoeld onder 1° vaststaan en aangetoond zijn, de specifiekere vaardigheden in verband met de sector of de bedrijfstak waarin de zelfstandige zijn activiteit wil opnemen.

    Die stappen en acties moeten concreet worden gemaakt aan de hand van één of meerdere attesten verstrekt door erkende opleidings- of onderwijsverstrekkers, gesubsidieerd of ingericht door de overheid, waarmee de gepersonaliseerde begeleiding in de uitwerking van het zelfstandigenproject of de uitdieping van de basiskennis inzake beheer of de specifiekere vaardigheden in verband met de sector of de bedrijfstak aangetoond worden waarmee hij de moeilijkheden kan helpen overwinnen die mee aan de basis lagen van de beëindiging van de eerste vestiging als zelfstandige in hoofdberoep.

    § 4. Overeenkomstig artikel 3, vierde lid, van het decreet worden de volgende personen als prioritair beschouwd onder de in artikel 3, eerste lid, 1 van het decreet bedoelde personen :

    - de gerechtigden wier activiteit als zelfstandige aan de uitvoering van het sectoraal beleid bedoeld in de gewestelijke beleidsverklaring voldoet;

    - de gerechtigden wier activiteit als zelfstandige onder onder een sector valt met een meerwaarde inzake leefmilieu;

    - de gerechtigden wier activiteit als zelfstandige onder onder een sector valt met een maatschappelijke meerwaarde, kinderopvang met name;

    - de gerechtigden waarvan het project als zelfstandige uit de overname bestaat van een beroepsactiviteit die tevoren door een andere zelfstandige werd uitgeoefend;

    - de gerechtigden die 30 jaar oud of meer zijn;

    - de gerechtigden die 50 jaar oud of meer zijn.

    HOOFDSTUK III. - Aanvraag voor een financiële incentive

    Art. 4. § 1...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT