24 NOVEMBER 2000. - Ministerieel besluit betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw

De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, laatst gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;

Gelet op het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994, inzonderheid op het artikel 12 waarbij een Vlaams Landbouwinvesteringsfonds wordt opgericht;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999 en 14 april 2000;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 2000 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw;

Gelet op de wet van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende de noodzaak om onverwijld de bestaande regionale steunmaatregelen inzake de investeringen en de installatie in de landbouw aan te passen aan de bepalingen van het Vlaamse plan voor plattelandsontwikkeling in toepassing van Verordening (EG) 1257/99 van de Raad van 17 mei 1999 inzake de steun voor plattelandsontwikkeling,

Besluit :

Artikel 1. De bij artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 2000 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw bedoelde vakbekwaamheid en deskundigheid wordt aangetoond wanneer de aanvrager hetzij :

  1. een diploma of een getuigschrift voorlegt van een basisopleiding inzake landbouw, tuinbouw of aanverwant op het niveau hoger secundair, hoger niet-universitair of universitair onderwijs;

  2. een diploma of een getuigschrift voorlegt van een basisopleiding anders dan landbouw, tuinbouw of aanverwant op het niveau hoger secundair, hoger niet-universitair of universitair onderwijs en hij zich bovendien ten minste 2 jaar toegelegd heeft op land- en tuinbouwproductie;

  3. een diploma of een getuigschrift voorlegt van een basisopleiding, in voorkomend geval aangevuld met ervaring, die door de Vlaamse minister bevoegd voor het landbouwbeleid tenminste als gelijkwaardig met één van bovenvermelde niveaus wordt erkend;

  4. zich ten minste 3 jaar toegelegd heeft op land- en tuinbouwproductie en met vrucht naschoolse landbouwleergangen van minimum 100 uren gevolgd heeft;

  5. zich ten minste 10 jaar toegelegd heeft op land- en tuinbouwproductie.

    Art. 2. De bij artikel 10 van hetzelfde besluit van de Vlaamse regering voorziene minimale vakbekwaamheid en deskundigheid voor eerste vestiging wordt aangetoond wanneer de aanvrager hetzij :

  6. een diploma of een getuigschrift voorlegt van een basisopleiding inzake landbouw, tuinbouw of aanverwant op het niveau hoger secundair, hoger niet-universitair of universitair onderwijs;

  7. een installatieattest heeft en hij zich bovendien ten minste 2 jaar toegelegd heeft op land- en tuinbouwproductie;

  8. een diploma of een getuigschrift voorlegt van een basisopleiding, in voorkomend geval aangevuld met ervaring, die door de Vlaamse minister bevoegd voor het landbouwbeleid tenminste als gelijkwaardig met één van bovenvermelde niveaus wordt erkend;

    Art. 3. De in artikelen 4 en 10 van hetzelfde besluit van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT