2 MAART 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de arbeidsvoorwaarden voor de periode van 1 januari 2003 tot 31 december 2004 (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de steenbakkerij;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de arbeidsvoorwaarden voor de periode van 1 januari 2003 tot 31 december 2004.

Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 maart 2004.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

F. VANDENBROUCKE

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor de steenbakkerij

Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003

Arbeidsvoorwaarden voor de periode van 1 januari 2003 tot 31 december 2004 (Overeenkomst geregistreerd op 23 september 2003 onder het nummer 67593/CO/114)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeid(st)ers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de N.V. Scheerders-Van Kerchove's Verenigde Fabrieken, te Sint-Niklaas, en op de arbeid(st)ers die er zijn tewerkgesteld.

HOOFDSTUK II. - Arbeidsduur

Art. 2. De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur is vastgesteld op 38 uur.

HOOFDSTUK III. - Koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 3. De in hoofdstuk IV vastgestelde lonen, de werkelijk uitbetaalde lonen, alsook de lonen van de arbeid(st)ers die geheel of gedeeltelijk per stuk worden betaald, de ploegenpremies bedoeld bij hoofdstuk VII, worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen en staan tegenover het referte-indexcijfer 110,42.

Art. 4. Het referte-indexcijfer 110,42 is de spil van de stabilisatieschijf waarvan 109,87 de laagste grens en 110,97 de hoogste grens is.

Art. 5.

  1. De lonen en tarieven worden niet verlaagd wanneer het indexcijfer de laagste grens van de van kracht zijnde stabilisatieschijf heeft bereikt.

b) De lonen en tarieven worden verhoogd met 0,50 pct. wanneer het indexcijfer de hoogste grens van de van kracht zijnde stabilisatieschijf heeft bereikt of overschreden :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 6. Het resultaat van deze berekening wordt op de dichtst benaderende eurocent afgerond, met dien verstande dat 0,5 eurocent en meer naar boven wordt afgerond, minder dan 0,5 eurocent wordt naar beneden afgerond.

Art. 7. De loonaanpassingen zijn van toepassing vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarvan het indexcijfer aanleiding geeft tot aanpassing.

HOOFDSTUK IV. - Lonen

Art. 8. De minimumuurlonen van de arbeid(st)ers vanaf 18 jaar worden met ingang van 1 januari 2003 als volgt vastgesteld :

  1. Algemene minimumuurlonen :

    Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

    1. Onderhoudspersoneel :

      a) bij het vaststellen van de lonen voor de bouwvak- en metaalarbeiders worden de lonen, die respectievelijk vastgesteld zijn in de sectoren van het bouwbedrijf en van de metaalverwerkende nijverheid als richtlonen genomen;

      b) helper-metser, -timmerman, -smid : 11,62 EUR

      Onder helper-metser, -timmerman en -smid moeten verstaan worden, diegenen die zonder vakman te zijn, mede helpen metsen, timmeren of smeden. Worden niet beschouwd als helpers, diegenen die toevallig metselen, timmeren, enz. Hieronder worden dus geen metserdienders, noch aanbrengers van materiaal verstaan, noch arbeid(st)ers tewerkgesteld aan het afbreken van gebouwen, loodsen, enz.

    2. Toeslag per uur bij stuklonen : 7,20 EUR

      3) Vlaams-Brabant en de arrondissementen Aalst, Gent-Eeklo en Oudenaarde :

      l. Minimumstuklonen (voor werken in de ondernemingen waar de bakstenen worden gemaakt aan de tafel of met de gewone motorpers en/of gebakken in veldovens) :

      a) referentieloon voor de volledige ploeg productiearbeid(st)ers aan de gewone motorpers, per 1 000 stenen, op normale werf, voorbewerkte klei : 22,78 EUR;

      b) referentieloon met inbegrip van de bijslag van 1,5 pct., overeenkomstig het koninklijk besluit van 21 september 1972, betreffende de bezoldiging van sommige arbeid(st)ers van de steenbakkerijen voor de ingevolge slecht weer verloren arbeidsuren : 23,15 EUR.

    3. Overeenkomstig de beslissing van 5 maart 1962 van het Nationaal Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen waar bakstenen worden gemaakt met de hand of met de motorpers en/of gebakken in veldovens, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 28 augustus 1962, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 1970, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 november 1970, worden de minimum stuklonen van de hierna vermelde ploegen arbeid(st)ers als volgt vastgesteld :

      a) voor de volledige ploeg productiearbeid(st)ers aan de ronde pers, ongeacht het aantal arbeid(st)ers van de ploeg, met inbegrip van de toeslag van 1,5 pct. (zoals hierboven onder 3), 1, b) vermeld : 21,20 EUR;

      b) voor de volledige ploeg inzetters van veldovens in openlucht, met inbegrip van de forfaitaire vergoeding van 4 pct. voor de tien betaalde feestdagen : 19,60 EUR.

    4. Bij het loon bekomen door toepassing van de van kracht zijnde stukloontarieven wordt een eenvormige toeslag per uur toegevoegd van : 4,22 EUR.

      Art. 10. § l. De minimumuurlonen van de minderjarige arbeid(st)ers worden vastgesteld naargelang hun leeftijd op de hierna vermelde percentages van het loon van de meerderjarige arbeid(st)ers van de categorie waartoe ze behoren, en onverminderd gunstiger voorwaarden die van toepassing zijn in de onderneming :

      vanaf 17 jaar tot minder dan 18 jaar = 90 pct.

      vanaf 16 jaar tot minder dan 17 jaar = 80 pct.

      vanaf 15 jaar tot minder dan 16 jaar = 70 pct.

      § 2. De jongeren van 18 tot 21 jaar die volledig werkloos zijn en voor de eerste maal in een steenbakkerij worden aangeworven, kunnen gedurende maximum een jaar vergoed worden aan 90 pct. van het met de beroepskwalificatie overeenstemmend uurloon.

      § 3. In geval van tewerkstelling van studenten dienen de loonsvoorwaarden te worden vastgelegd op bedrijfsvlak, in onderling overleg tussen de werkgever en de syndicale afvaardiging.

      Deze loonsvoorwaarden vastgesteld op bedrijfsvlak dienen onderwerp uit te maken van een akkoord ondertekend door de werkgever en de syndicale afvaardiging. Bij ontstentenis van een dergelijke overeenkomst zijn de minimumuurlonen van toepassing zoals vermeld in vorige artikelen van dit hoofdstuk.

      HOOFDSTUK V. - Betaling van een eenmalige premie

      Art. 11. Met de afrekening van de lonen van augustus 2004, wordt een eenmalige premie uitbetaald van 75 EUR aan alle arbeid(st)ers ingeschreven in het personeelsregister op 31 augustus 2004, en met uitzondering van de arbeid(st)ers die na 29 februari 2004 geen arbeidsprestaties meer hebben geleverd in gevolge arbeidsongeschiktheid omwille van ziekte of ongeval, ander dan een arbeidsongeval.

      HOOFDSTUK VI. - Toeslagen voor zaterdag- en zondagwerk

      Art. 12. Aan alle arbeid(st)ers die op zaterdag worden tewerkgesteld, wordt een toeslag betaald van 33,33 pct., berekend op het werkelijk betaalde uurloon, ploegenpremie uitgezonderd. Deze toeslag is niet verschuldigd wanneer het zaterdagwerk geschiedt boven de van kracht zijnde wekelijkse maximum arbeidsduur en waarvoor een overloon betaald wordt bij toepassing van hoofdstuk III, afdeling II - arbeidsduur - van de arbeidswet van 16 maart 1971 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971).

      Art. 13. § 1. Een extra wettelijke toeslag van 100 pct. van het loon, wordt betaald voor het werk op zondag en op een wettelijke feestdag.

      § 2. Voor het werk op een wettelijke feestdag ontvangen de ovenstokers, in de gewesten Rupel, Kempen, en de gemeente Temse, in totaal, betaling van de feestdag inbegrepen, driemaal vierentwintig uren, zijnde tweeënzeventig uren loon te verdelen onder de stokers in onderling akkoord en zoals gebruikelijk in de onderneming.

      § 3. In het gewest Kempen ontvangen de ovenstokers, onverminderd de bepalingen van § 1 van dit artikel, voor zondagwerk de ploegenpremie dubbel.

      HOOFDSTUK VII. - Ploegenpremies

      Art. 14. De arbeid(st)ers, die in ploegen werken, ontvangen een ploegenpremie die als volgt is vastgesteld :

      a) voor de uren gepresteerd tussen 6 uur en 22 uur : 4 pct. van het minimumuurloon van de productiearbeid(st)ers tegen uurloon bezoldigd, zoals voorzien in artikel 8, 1° c), 1, voor de morgenploeg en voor de namiddagploeg;

      b) voor de uren gepresteerd tussen 22 uur en 6 uur : 16 pct. van het minimumuurloon van de productiearbeid(st)ers tegen uurloon bezoldigd, zoals voorzien in artikel 8, 1° c) ,1, voor de nachtploeg.

      De ploegenpremie wordt betaald aan alle...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT