Statuut van Rome inzake het Internationale Strafregister., de 17 juillet 1998

HOOFDSTUK I. - Oprichting van het Hof.

Artikel 1. Het Hof Een Internationaal Strafgerechtshof (" het Hof ") wordt hierbij opgericht. Het is een permanente instelling met de bevoegdheid rechtsmacht uit te oefenen over personen ter zake van de in dit Statuut bedoelde ernstigste misdaden met internationale draagwijdte, en die complementair zal zijn aan de nationale rechtsmacht in strafzaken. De rechtsmacht en werkwijze van het Hof worden vastgelegd in de bepalingen van dit Statuut.

Art. 2. Samenhang van het Hof met de Verenigde Naties

De samenhang van het Hof met de Verenigde Naties wordt geregeld door middel van een overeenkomst die moet worden goedgekeurd door de Vergadering van de Staten die Partij zijn bij dit Statuut en daarna door de voorzitter van het Hof in naam van het Hof moet worden gesloten.

Art. 3. Zetel van het Hof

  1. De zetel van het Hof wordt gevestigd te Den Haag, Nederland (" de Gaststaat ").

  2. Het Hof sluit met de Gaststaat een zetelovereenkomst die moet worden goedgekeurd door de Vergadering van de Staten die Partij zijn en daarna door de voorzitter van het Hof in naam van het Hof moet worden gesloten.

  3. Het Hof kan elders zitting houden wanneer het dit wenselijk acht, overeenkomstig het bepaalde in dit Statuut.

    Art. 4. Wettelijke status en bevoegdheden van het Hof

  4. Het Hof bezit internationale rechtspersoonlijkheid. Tevens bezit het de handelingsbevoegdheid die nodig is voor de uitoefening van zijn functies en de verwezenlijking van zijn doelstellingen.

  5. Het Hof kan zijn functies en bevoegdheden uitoefenen op de wijze bepaald in dit Statuut op het grondgebied van een Staat die Partij is, alsmede, krachtens een bijzondere overeenkomst, op het grondgebied van een andere staat.

    HOOFDSTUK II. - Rechtsmacht, ontvankelijkheid en toepasselijk recht.

    Art. 5. Misdaden waarover het Hof rechtsmacht heeft

  6. De rechtsmacht van het Hof is beperkt tot de ernstigste misdaden die de internationale gemeenschap in haar geheel met zorg vervullen. Het Hof heeft overeenkomstig het Statuut rechtsmacht ter zake van de volgende misdaden :

    (a) de misdaad van genocide;

    (b) misdaden tegen de mensheid;

    (c) oorlogsmisdaden;

    (d) de misdaad van agressie.

  7. Het Hof oefent rechtsmacht uit ter zake van de misdaad van agressie zodra overeenkomstig de artikelen 121 en 123 een bepaling is aanvaard waarin de misdaad nader is omschreven en de voorwaarden zijn vastgelegd krachtens welke het Hof rechtsmacht uitoefent ter zake van deze misdaad. Een dergelijke bepaling moet verenigbaar zijn met de desbetreffende bepalingen van het Handvest van de Verenigde Naties.

    Art. 6. Misdaad van genocide

    Voor de toepassing van dit Statuut wordt verstaan onder genocide : een van de volgende handelingen gepleegd met de bedoeling geheel of gedeeltelijk een nationale, etnische of godsdienstige groep, dan wel een groep behorend tot een bepaald ras, als zodanig te vernietigen :

    (a) het doden van leden van de groep;

    (b) het toebrengen van ernstig lichamelijk of geestelijk letsel aan leden van de groep;

    (c) het opzettelijk aan de groep opleggen van levensvoorwaarden die gericht zijn op haar gehele of gedeeltelijke lichamelijke vernietiging;

    (d) het opleggen van maatregelen bedoeld om geboorten binnen de groep te voorkomen;

    (e) het gedwongen overbrengen van kinderen van de groep naar een andere groep.

    Art. 7. Misdaden tegen de mensheid

  8. Voor de toepassing van dit Statuut wordt verstaan onder misdaad tegen de mensheid : een van de volgende handelingen, indien gepleegd als onderdeel van een wijdverbreide of stelselmatige aanval gericht tegen een burgerbevolking, met kennis van de aanval :

    (a) moord;

    (b) uitroeiing;

    (c) slavernij;

    (d) deportatie of gedwongen overbrenging van bevolking;

    (e) gevangenneming of elke andere ernstige beroving van de lichamelijke vrijheid in strijd met de fundamentele regels van internationaal recht;

    (f) marteling;

    (g) verkrachting, seksuele slavernij, gedwongen prostitutie, gedwongen zwangerschap, gedwongen sterilisatie, of elke andere vorm van seksueel geweld van vergelijkbare ernst;

    (h) vervolging van een identificeerbare groep of collectiviteit op politieke, raciale gronden of gronden betreffende nationaliteit, op etnische, culturele of godsdienstige gronden of op grond van het geslacht, zoals nader omschreven is in het derde punt, of op andere gronden die algemeen ontoelaatbaar worden geacht krachtens het internationaal recht, in verband met in dit punt bedoelde handelingen of een misdaad waarover het Hof rechtsmacht heeft;

    (i) gedwongen verdwijningen;

    (j) apartheid;

    (k) andere onmenselijke handelingen van vergelijkbare aard waardoor opzettelijk ernstig lijden of ernstig lichamelijk letsel of schade aan de geestelijke of lichamelijke gezondheid wordt veroorzaakt.

  9. Voor de toepassing van het eerste punt wordt verstaan onder :

    (a) aanval gericht tegen een burgerbevolking : een wijze van optreden die het meermalen plegen van in het eerste punt bedoelde handelingen tegen een burgerbevolking met zich brengt ter uitvoering of met de oog op de voortzetting van het beleid van een Staat of ter organisatie tot het plegen van een dergelijke aanval;

    (b) uitroeiing : inzonderheid het opzettelijk opleggen van levensvoorwaarden, onder andere de onthouding van toegang tot voedsel en geneesmiddelen, bedoeld om de vernietiging van een deel van een bevolking te bewerkstelligen;

    (c) slavernij : de uitoefening van een of alle bevoegdheden verbonden aan het recht van eigendom over een persoon, met inbegrip van de uitoefening van deze bevoegdheid bij mensenhandel, in het bijzonder handel in vrouwen en kinderen met het oog op seksuele uitbuiting;

    (d) deportatie of gedwongen overbrenging van bevolking : het verplaatsen van de desbetreffende personen door verdrijving of andere dwangmaatregelen uit het gebied waarin zij zich rechtmatig bevinden zonder dat daartoe krachtens het internationaal recht gronden zijn;

    (e) marteling : het opzettelijk toebrengen van ernstige pijn of veroorzaken van ernstig lijden, hetzij lichamelijk, hetzij geestelijk, aan of van een persoon die zich in bewaring of in de macht bevindt van degene die beschuldigd wordt, met dien verstande dat onder marteling niet tevens wordt verstaan pijn of lijden dat louter het gevolg is van, inherent is aan of veroorzaakt is door rechtmatige sancties;

    (f) gedwongen zwangerschap : de onrechtmatige gevangenhouding van een vrouw die gedwongen zwanger is gemaakt, met de opzet de etnische samenstelling van een bevolking te benvloeden of andere ernstige schendingen van het internationaal recht te plegen. Deze definitie mag in geen geval worden uitgelegd als een aantasting van de nationale wetgeving met betrekking tot zwangerschapsonderbreking;

    (g) vervolging : het opzettelijk en in ernstige mate ontnemen van fundamentele rechten in strijd met het internationaal recht op grond van de identiteit van de groep of van de collectiviteit;

    (h) apartheid : onmenselijke handelingen analoog aan de in het eerste punt bedoelde handelingen en die worden bedreven in het kader van een genstitutionaliseerd regime van systematische onderdrukking en overheersing door een groep van een bepaald ras van een of meer andere groepen van een ander ras en worden gepleegd met de opzet dat regime in stand te houden;

    (i) gedwongen verdwijningen : het arresteren, gevangen houden of ontvoeren van personen door of met de machtiging, ondersteuning of bewilliging van een Staat of politieke organisatie, gevolgd door een weigering een dergelijke ontneming van vrijheid te erkennen of informatie te verstrekken over het lot of de verblijfplaats van die personen, met de opzet hen langdurig buiten de bescherming van de wet te plaatsen.

  10. Voor de toepassing van dit Statuut verwijst het begrip geslacht naar de beide geslachten, zowel het mannelijk als het vrouwelijk geslacht, naargelang de context van de maatschappij. Onder geslacht wordt niets anders verstaan dan hetgeen hiervoor is bepaald.

    Art. 8. Oorlogsmisdaden

  11. Het Hof heeft rechtsmacht ter zake van oorlogsmisdaden in het bijzonder wanneer deze worden gepleegd ter uitvoering van een plan of beleid of als onderdeel van het op grote schaal plegen van dergelijke misdaden.

  12. Voor de toepassing van dit Statuut wordt verstaan onder oorlogsmisdaden :

    (a) ernstige inbreuken op de Verdragen van Genve van 12 augustus 1949, met name een van de volgende handelingen tegen personen of eigendommen die zijn beschermd krachtens de bepalingen van de Verdragen van Genve :

    (i) het opzettelijk doden;

    (ii) het martelen of onmenselijk behandelen, met inbegrip van biologische experimenten;

    (iii) het opzettelijk veroorzaken van ernstig lijden of zwaar lichamelijk letsel of ernstige schade aan de gezondheid;

    (iv) het op grote schaal vernietigen en zich toeigenen van eigendommen dat niet door militaire noodzaak wordt gerechtvaardigd en dat ongeoorloofd en moedwillig plaatsvindt;

    (v) het dwingen van een krijgsgevangene of een andere beschermde personen om dienst te nemen bij de strijdkrachten van een vijandige mogendheid;

    (vi) het opzettelijk onthouden aan een krijgsgevangene of aan een andere beschermde personen van het recht op een eerlijke en onpartijdige berechting;

    (vii) het onwettig deporteren of overbrengen of onrechtmatig opsluiten;

    (viii) het nemen van gijzelaars.

    (b) Andere ernstige schendingen van de wetten en gebruiken die toepasselijk zijn in een internationaal gewapend conflict in het gevestigde kader van het internationale recht, met name een van de volgende handelingen :

    (i) het opzettelijk richten van aanvallen op de burgerbevolking als zodanig of op individuele burgers die niet rechtstreeks deelnemen aan de vijandelijkheden;

    (ii) het opzettelijk richten van aanvallen op burgerdoelen, die geen militaire doelwitten zijn;

    (iii) het opzettelijk richten van aanvallen op personeel, installaties, materieel, eenheden of voertuigen betrokken bij humanitaire hulpverlening of vredesmissies overeenkomstig het Handvest van de Verenigde Naties, voorzover deze recht hebben op de bescherming...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT