3 JUNI 2002. - Koninklijk besluit betreffende het statuut van de leden van het controleorgaan bedoeld in artikel 44/7 van de wet op het politieambt

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben U ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe het statuut te bepalen van de leden van het controleorgaan opgericht bij artikel 44/7 van de wet op het politieambt zoals dat is ingevoegd bij artikel 191 van de wet d.d. 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

Overeenkomstig voornoemd artikel 44/7 heeft de voornaamste opdracht van dit controleorgaan betrekking op de verwerking van de inlichtingen en gegevens bij de politiediensten, inzonderheid op de inachtneming van de regels inzake toegankelijkheid en overzending van inlichtingen en gegevens aan de algemene nationale gegevensbank.

Op grond van artikel 44/3 van de wet op het politieambt zijn de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk voor de inwinning en de verwerking van gegevens die respectievelijk zijn verricht in het kader van de opdrachten van gerechtelijke politie of van bestuurlijke politie.

Op grond van artikel 16 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens worden aan de verantwoordelijke van de verwerking verscheidene verplichtingen opgelegd inzake het beheer van de verwerking van persoonsgegevens.

Een van die verplichtingen bestaat overigens in het treffen van « de gepaste technische en organisatorische maatregelen die nodig zijn voor de bescherming van de persoonsgegevens tegen toevallige of ongeoorloofde vernietiging, tegen toevallig verlies, evenals tegen de wijziging van of de toegang tot, en iedere andere niet toegelaten verwerking van persoonsgegevens » (artikel 16, § 4).

De instelling van het controleorgaan kan worden beschouwd als een van die maatregelen, meer precies als een soort « aangestelde voor de gegevensbescherming » omschreven in artikel 17bis van de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, zoals gewijzigd op 11 december 1998.

Dientengevolge geniet dit controleorgaan een betrekkelijke onafhankelijkheid. Het gaat om een intern controleorgaan van de politiële structuur maar terzake van de uitoefening van zijn taak ressorteert het enkel onder de bevoegdheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en van de Minister van Justitie en kan het alleen van hen instructies krijgen. Deze regel strekt ertoe inmenging te voorkomen van politiële overheden en diensten in de algemene uitoefening van het toezicht op de gegevensbanken van de politie.

Het doel van dit besluit bestaat dan ook erin om overeenkomstig artikel 44/7, tiende lid, van de wet op het politieambt de regels inzake het statuut van de leden van het controleorgaan te bepalen. Op grond van artikel 44/7, zesde lid, van voornoemde wet moet in een tweede besluit een nadere omschrijving worden gegeven van de voorwaarden waaronder het controleorgaan kan optreden.

Onderzoek van de voorafgaande vormvereisten

De Raad van State merkt in zijn advies van 23 april 2002 op dat het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer niet is ingewonnen hoewel de hoogdringendheid werd gemotiveerd overeenkomstig artikel 44/10 van de wet op het politieambt. Na te hebben vastgesteld dat het ontwerp sedert diverse maanden aan andere instanties werd voorgelegd, besluit de Raad van State dat niet de dringende noodzakelijkheid de stellers heeft verhinderd het advies van voornoemde Commissie te vragen en dat de geldigheid van het besluit bijgevolg in het gedrang zou kunnen worden gebracht door het gegeven dat niet is voldaan aan de in het voornoemde artikel 44/10 gestelde vormvereiste.

De opmerking van de Raad van State terzake kan niet worden onderschreven. In artikel 44/10 van de wet op het politieambt is bepaald dat het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer moet worden inwinnen voor bepaalde uitvoeringsbesluiten inzake artikel 44 « uitgezonderd in geval van hoogdringendheid », die ruim met redenen is omkleed in de aanhef van het besluit. De vereisten van artikel 44/10 werden sensu stricto volledig geëerbiedigd.

Aan de andere kant dateert de kennisgeving van het protocol van de laatste beraadslaging voor het advies van de Raad van State, te weten het onderhandelingsprotocol in het Comité B, van 12 maart 2002 en moet, zoals gesteld in de aanhef van het besluit, de federaal parket worden opgericht voor 21 mei, een van de leden ervan moet het controleorgaan trouwens voorzitten. Uit de opmerking van de Raad van State kan overigens worden opgemaakt dat het ontwerp van besluit de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer sedert tal van maanden voor advies had kunnen worden voorgelegd, hoewel alle voorafgaande vormvereisten niet waren voltooid en de versie van het ontwerp niet definitief was.

In een advies van 21 juni 1999 was de Raad van State evenwel van oordeel dat het ontwerp van koninklijk besluit ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens niet voldoende gereed was om door hem onderzocht, omdat de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer geen advies over de definitieve versie van voornoemd ontwerp van besluit had kunnen uitbrengen.

Gelet op een dergelijk dilemma en op het gegeven dat de dringende noodzakelijkheid daadwerkelijk bestaat, is de voorkeur eraan gegeven dat begrip met redenen te omkleden en de strikte vereisten van artikel 44/10 van de wet op het politieambt te eerbiedigen.

TITEL I. - Definities

In artikel 1, worden de termen die vaak in dit besluit voorkomen, nader omschreven.

TITEL II - Overheden

Aangezien het controleorgaan in het kader van zijn opdrachten op het stuk van het permanent toezicht op de verwerking van informatie bij de politiediensten alleen afhangt van de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, is het logisch dat die ministers gezamenlijk de algemene regels inzake het beheer van dat orgaan bepalen.

Praktisch beschouwd zal het controleorgaan op geregelde tijdstippen aan de bevoegde ministers uiteraard voorstellen moeten doen omtrent de doelstellingen die het wenst te verwezenlijken en de middelen die volgens dat orgaan daartoe noodzakelijk zijn.

De gezamenlijke beslissingen van de ministers tot vaststelling van de regels inzake het beheer van het controleorgaan, alsook betreffende het door dat orgaan te voeren beleid zullen worden vastgelegd in een document dat de voorzitter en de leden moeten naleven (zie artikel 7 van het besluit).

Aangezien voor het eerst een dergelijk controleorgaan binnen de Belgische politiediensten wordt opgericht, is het waarschijnlijk wenselijk de doelstellingen van dat orgaan in verschillende fasen te bepalen : een eerste plan voor het instellen van het orgaan en het opstarten van zijn activiteiten en een tweede plan vanaf de voltooiing van de eerste fase.

In de artikelen 3 en 4 wordt een nadere omschrijving gegeven van de relaties tussen elke bevoegde minister en het controleorgaan in het algemeen. De opdrachten van het orgaan worden door de ministers immers bepaald en opgelegd met betrekking tot de materies die tot hun bevoegdheid behoren, te weten door de Minister van Justitie voor de verwerking van gegevens en inlichtingen voor gerechtelijke doeleinden en door de Minister van Binnenlandse Zaken voor de verwerking van gegevens en inlichtingen voor bestuurlijke doeleinden.

Aangezien zij verantwoordelijk zijn voor de gegevensverwerking die onder hun gezag plaatsvindt, moeten zij het controleorgaan en de leden ervan kunnen gelasten hun controleopdrachten uit te voeren bij specifieke gegevensbanken.

De artikelen 3 en 4 strekken tevens ertoe de positie van de voorzitter van het controleorgaan te verduidelijken ten opzichte van het federaal parket waarvan hij afkomstig is. Hoewel hij een volwaardig federaal magistraat is, hangt hij voor al zijn opdrachten af van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken.

TITEL III. - Voorzitter

Aangezien het gaat om een federaal magistraat, worden de voornaamste regels van het statuut van de voorzitter van het controleorgaan bepaald in de wet inzake het federaal parket.

De artikelen 6 tot 9 voorzien in diverse regels die worden geacht op die magistraat van toepassing te zijn gelet op zijn bijzondere positie die hem wordt verleend op grond van artikel 44/7, vijfde lid en volgende van de wet op het politieambt.

Gelet op het functioneel gezag dat de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken uitoefenen, is het dan ook logisch dat de voorzitter de eed aflegt in hun handen (artikel 6 van het besluit).

Gelet op de soms uitermate gevoelige inhoud van de gegevensbanken die moeten worden gecontroleerd, is in artikel 9 bepaald dat de voorzitter net als de leden (zie artikel 24 van het besluit) het beroepsgeheim in acht moet nemen.

Niet-nakoming van die verplichting kan worden gestraft met de straf bedoeld in artikel 458 van het Strafwetboek.

Artikel 9 is uiteraard niet erop gericht te beletten dat de voorzitter de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken, of zelfs andere bevoegde overheden op de hoogte brengt van de vaststellingen, de tuchtrechtelijke overtredingen en de strafbare feiten waarvan hij bij de uitoefening van zijn mandaat kennis heeft gekregen.

TITEL IV. - Leden

HOOFDSTUK I. - Selectie van de leden van het controleorgaan

In de artikelen 10 tot 17 van hoofdstuk I van het besluit wordt een nadere omschrijving gegeven van de toelatingsvoorwaarden en van de selectieprocedure van de leden van het controleorgaan, zulks zowel met betrekking tot de politieambtenaren als tot de deskundige. Bepaalde regels zijn gemeenschappelijk aan de drie leden (Afdeling 1). Voorts voorzien de afdelingen 2 en 3 in aanvullende regels respectievelijk ten aanzien van de politieambtenaren en van de deskundige.

Afdeling 1. - Gemeenschappelijke bepalingen

Aangezien het enerzijds gaat om mandaten die rechtstreeks verband houden met...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT