Stagereglement van het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten, de 10 avril 2015

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder :

  1. de wet : de Wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, zoals gewijzigd bij de wetten van 25 februari 2013, inzonderheid titel VI;

  2. Het beroepsinstituut : het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten, opgericht bij artikel 43 van de Wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, zoals laatst gewijzigd bij de wetten van 25 februari 2013;

  3. de Raad : de Nationale Raad van het Instituut, bedoeld in artikel 45/1 § 4 van de wet;

  4. de Kamer : de bevoegde uitvoerende kamer van het Beroepsinstituut zoals voorzien in artikel 45/1 § 2 van de wet;

  5. het tableau van de beroepsbeoefenaars : het tableau bedoeld in artikel 44 van de Wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, zoals laatst gewijzigd bij de wetten van 25 februari 2013;

  6. de lijst van de stagiairs : de lijst bedoeld in artikel 44 van de Wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, zoals laatst gewijzigd bij de wetten van 25 februari 2013;

  7. de leden : alle natuurlijke personen die op het tableau van het Beroepsinstituut zijn ingeschreven, zoals voorzien in artikel 45/1 § 1 van de wet;

  8. de stagemeester : een natuurlijk persoon lid van hetzij het beroepsinstituut hetzij een accountant lid van het Instituut van de accountants en de belastingconsulenten hetzij een bedrijfsrevisor lid van het Instituut der bedrijfsrevisor die de stagiair begeleidt tijdens zijn stage conform de voorschriften van dit reglement;

  9. de stagiair : de stagiair-boekhouder en de stagiair boekhouder-fiscalist, natuurlijke persoon, opgenomen op de lijst van de stagiairs van het beroepsinstituut zoals voorzien in artikel 44 van de wet;

  10. de externe stagiair : de stagiair die zijn beroep op zelfstandige basis en voor rekening van derden uitoefent zoals bedoeld in artikel 44 van de wet;

  11. de interne stagiair : de stagiair die zijn beroep uitsluitend uitoefent in ondergeschikt dienstverband via een arbeidsovereenkomst of een door de overheid bezoldigde betrekking zoals bedoeld in artikel 44 van de wet;

  12. de externe boekhouder : de boekhouder die zijn beroep op zelfstandige basis en voor rekening van derden uitoefent zoals bedoeld in artikel 44 van de wet;

  13. de interne boekhouder : de boekhouder die zijn beroep uitsluitend uitoefent in ondergeschikt dienstverband via een arbeidsovereenkomst of een door de overheid bezoldigde betrekking zoals bedoeld in artikel 44 van de wet;

  14. het praktisch bekwaamheidsexamen : het praktisch bekwaamheidsexamen zoals voorzien bij artikel 51 van de wet.

  15. de stagecommissie : de stagecommissie zoals bedoeld in hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 20 januari 2003 betreffende het programma, de voorwaarden en de examenjury voor het praktisch bekwaamheidsexamen van de erkende boekhouders en erkende boekhouders-fiscalisten.

  16. de instituten van de economische beroepen : Het Instituut der Bedrijfsrevisoren (IBR, het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) en het Beroepsinstituut van de erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF).

    HOOFDSTUK II. - De stage in het algemeen

    Art. 2. De stage heeft tot doel de stagiair voor te bereiden op zijn inschrijving op het tableau van de beroepsbeoefenaars door hem de mogelijkheid te bieden zich te vormen op het vlak van de beroepspraktijk en de plichtenleer. De stage wordt verricht onder begeleiding van een stagemeester.

    Dit stagereglement is van toepassing op alle personen die op de lijst van de stagiairs van het beroepsinstituut werden ingeschreven en op hun stagemeesters.

    HOOFDSTUK III. - De inschrijving op de lijst van de stagiairs

    Art. 3. § 1. De aanvraag tot inschrijving op de lijst van de stagiairs wordt per aangetekend schrijven toegezonden aan de Voorzitter van de Uitvoerende kamer.

    § 2. Om ontvankelijk te zijn moet de aanvraag vergezeld zijn van een dossier waaruit ondermeer moet blijken dat voldaan is aan de voorwaarden bepaald in artikel 50, § 2 en/of § 3 van de Wet door middel van een door de kandidaat ondertekend afschrift van het diploma of onder de vorm van een gelijkwaardig getuigschrift.

    § 3. Het dossier omvat tevens :

  17. een bewijs van nationaliteit of van woonplaats, afgeleverd door de bevoegde overheid of het samenvattend document van de gegevens van de elektronische identiteitskaart, niet ouder dan drie maanden;

  18. een uittreksel uit het strafregister niet ouder dan drie maanden;

  19. drie originele exemplaren van de stageovereenkomst, elk behoorlijk...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT