13 JUNI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2009, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de sport, betreffende de specifieke loon- en arbeidsvoorwaarden van de betaalde voetbaltrainer (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Nationaal Paritair Comité voor de sport;

Op de voordracht van De Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2009, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de sport, betreffende de specifieke loon- en arbeidsvoorwaarden van de betaalde voetbaltrainer.

Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 2010.

ALBERT

Van Koningswege :

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,

Mevr. J. MILQUET

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Nationaal Paritair Comité voor de sport

Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2009

Specifieke loon- en arbeidsvoorwaarden van de betaalde voetbaltrainer

(Overeenkomst geregistreerd op 6 november 2009 onder het nummer 95563/CO/223)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. De collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de voetbalclubs en betaalde voetbaltrainers die gebonden zijn door een arbeidsovereenkomst waarvan het loon het bedrag overschrijdt dat is vastgesteld overeenkomstig de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars.

HOOFDSTUK II. - Duur

Art. 2. De collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur, vanaf 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2010.

HOOFDSTUK III. - Minimum aantal betaalde trainers

Art. 3. Elke club moet verplicht een minimum aantal betaalde voetbaltrainers onder contract hebben afhankelijk van de afdeling waarin de club uitkomt :

1e Nationale afdeling :

- 2 betaalde voetbaltrainers met minimum het voltijds loon voor betaalde sportbeoefenaars;

- 1 betaalde voetbaltrainer met minimum het deeltijds loon voor betaalde voetballers.

2e Nationale afdeling :

- 2 betaalde voetbaltrainers met minimum het deeltijds loon voor betaalde voetballers

HOOFDSTUK IV. - Eindejaarspremie

Art. 4. De club betaalt aan de voetbaltrainer in de maand december een eindejaarspremie minimaal gelijk aan het vast maandloon a rato van het aantal gepresteerde of gelijkgestelde maanden in dat kalenderjaar. Deze regeling is enkel van toepassing voor contracten gesloten na datum van ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Voor de lopende contracten blijft de reeds bestaande regeling behouden. De eindejaarspremie is niet inbegrepen in de normale maandelijkse bezoldiging. Hiervan kan contractueel niet worden afgeweken.

HOOFDSTUK V. - Einde contract

Art. 5. In geval van voortijdige verbreking van de arbeidsovereenkomst door één van de partijen moet de verbrekende partij aan de andere een verbrekingsvergoeding te betalen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 3 juli 1978.

Art. 6. In geval van betwisting omtrent de toepasselijke verbrekingsvergoeding bij ontslag gegeven door de club aan de trainer wordt aan de trainer op het ogenblik van de kennisgeving van het ontslag in ieder geval een minimaal voorschot uitbetaald van 3 maanden het contractuele vaste loon ten titel van verbrekingsvergoeding evenals de nog verschuldigde vergoedingen tot op de datum van het ontslag met inbegrip van het vakantiegeld en de eindejaarspremie. Het voorschot wordt in mindering gebracht op de uiteindelijk verschuldigde verbrekingsvergoeding.

Art. 7. In geval het ontslag wordt gegeven binnen de laatste 3 maanden van de contractueel voorziene duurtijd bij een contract van bepaalde duur, wordt het voorschot voor wat betreft de verbrekingsvergoeding beperkt tot het bedrag gelijk aan het lopend loon tot aan het bereiken van die termijn. In geval van een ontslag om dringende reden of een te presteren opzegtermijn bij een contract van onbepaalde duur is het minimale voorschot van 3 maanden voor wat betreft de verbrekingsvergoeding niet verschuldigd.

Art. 8. § 1. Indien de club-werkgever het voorschot niet of niet tijdig uitbetaald, wordt het verschuldigde voorschot, méér de wettelijke intresten aangerekend op de eerstvolgende uitbetaling van de TV-gelden (september - januari - mei) voor wat betreft de voetbalclubs in eerste Nationale. De trainer of zijn vakbond dient hiervoor een aangetekend schrijven met de nodige stukken te richten aan de Profliga. De Profliga stelt de licentiecommissie hiervan in kennis. De uitbetaling van het minimale voorschot zal worden opgenomen in de voorwaarden voor het toekennen van een licentie aan de clubs.

§ 2. Alle andere betaalde voetbaltrainers dan deze van eerste Nationale hebben in geval van niet of niet tijdige uitbetaling van het voorschot bijkomend recht op 50 EUR per dag vertraging te rekenen vanaf de eerste dag na het einde van maand volgend op de kennisgeving van het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT