Koninklijk besluit tot uitvoering van sommige bepalingen van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het ' handvest ' van de sociaal verzekerde, de 20 janvier 2010

HOOFDSTUK I. - Pensioenregeling voor werknemers

Artikel 1. Artikel 32 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust en overlevingspensioen voor werknemers, laatst gewijzigd bij artikel 16 van de wet van 20 juli 1990, wordt opgeheven.

Art. 2. Artikel 9, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen van de werknemers, wordt opgeheven.

Art. 3. In artikel 10 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 september 2002 betreffende het ambtshalve onderzoek van de pensioenrechten in de regelingen voor werknemers en zelfstandigen, worden de volgende wijzingen aangebracht :

  1. ) Het eerste lid van § 3quater wordt aangevuld met de woorden : " van de rechten op het rustpensioen of naar aanleiding van een verhaal. ".

  2. ) Het tweede lid van § 3quinquies wordt aangevuld met de woorden : " van de rechten op het rustpensioen of naar aanleiding van een verhaal. ".

  3. ) Er wordt een § 5 ingevoegd dat als volgt luidt :

    " § 5. Het ambtshalve onderzoek van het recht op een rustpensioen als zelfstandige in toepassing van artikel 133quater of van artikel 133quinquies van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen heeft het onderzoek van het recht op een overlevingspensioen in de pensioenregeling voor werknemers tot gevolg wanneer in hoofde van de overleden echtgenoot een beroepsbezigheid als werknemer vastgesteld wordt tijdens het onderzoek van de rechten op een rustpensioen als zelfstandige of naar aanleiding van een verhaal. ".

  4. ) Er wordt een § 6 ingevoegd dat als volgt luidt :

    " § 6. Het ambtshalve onderzoek van het recht op een overlevingspensioen in een pensioenregeling bedoeld in artikel 38 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen heeft het ambtshalve onderzoek van het recht op overlevingspensioen in de pensioenregeling voor werknemers tot gevolg, wanneer in hoofde van de overleden echtgenoot, een beroepsbezigheid als werknemer vastgesteld wordt tijdens het onderzoek van de rechten op een pensioen of naar aanleiding van een verhaal.

    De beslissing van de Rijksdienst voor pensioenen gaat in de eerste dag van de maand volgend op die van het overlijden van de laatste echtgenoot. Het gaat niettemin in de eerste dag van de maand waarin de laatste echtgenoot is overleden indien deze, in de loop van de maand van zijn overlijden, geen aanspraak kon maken op de uitbetaling van een rustpensioen toegekend in de regeling voor werknemers, in een andere Belgische regeling, in een analoge buitenlandse regeling of in een regeling die op het personeel van een instelling van internationaal publiek recht van toepassing is ".

  5. ) Er wordt een § 7 ingevoegd dat als volgt luidt :

    " § 7. Het ambtshalve onderzoek van het rustpensioen voor een lichamelijke ongeschiktheid in een pensioenregeling bedoeld in artikel 38 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen, heeft het ambtshalve onderzoek van het recht op rustpensioen in de regeling voor werknemers tot gevolg, voor zover :

    - een beroepsactiviteit als werknemer in hoofde van de gerechtigde wordt vastgesteld bij het onderzoek van het rustpensioen ingevolge een lichamelijke ongeschiktheid of naar aanleiding van een verhaal;

    - de beslissing inzake lichamelijke ongeschiktheid ten vroegste de eerste dag van de twaalfde maand welke die voorafgaat aan de maand in de loop waarvan de gerechtigde de leeftijd van 60 jaar bereikt, genomen wordt.

    De beslissing van de Rijksdienst voor pensioenen gaat op dezelfde datum als de beslissing genomen in de regeling bedoeld in artikel 38 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en bugettaire hervorming en ten vroegste de eerste dag van de maand die volgt op deze waarin de gerechtigde 60 jaar wordt. ".

    Art. 4. Een artikel 11ter wordt in hetzelfde besluit ingevoegd, luidend als volgt :

    " Art. 11ter. De geldig ingediende aanvraag met het oog op het verkrijgen van een rustpensioen of een overlevingspensioen in de regeling voor zelfstandigen, die melding maakt van periodes van beroepsactiviteit als werknemer, geldt als aanvraag in de pensioenregeling voor werknemers.

    Hetzelfde geldt wanneer dergelijke beroepsactiviteit wordt vastgesteld bij het onderzoek van de aanvraag of naar aanleiding van een verhaal. "

    Art. 5. Een artikel 11quater wordt in hetzelfde besluit ingevoegd, luidend als volgt :

    " Art. 11quater. De geldig ingediende aanvraag met het oog op het verkrijgen van een rustpensioen of een overlevingspensioen in een pensioenregeling bedoeld in artikel 38 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen, die melding maakt van periodes van beroepsactiviteit als werknemer in hoofde van de aanvrager, geldt als aanvraag met het oog op het verkrijgen van een rustpensioen in de pensioenregeling voor werknemers, voorzover de aanvraag ten vroegste de eerste dag van de twaalfde maand welke die voorafgaat in de loop waarvan de aanvrager de leeftijd van 60 jaar bereikt, ingediend wordt.

    De geldig ingediende aanvraag met het oog op het verkrijgen van een rustpensioen of een overlevingspensioen in een pensioenregeling bedoeld in artikel 38 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen, die melding maakt van periodes van beroepsactiviteit als werknemer in hoofde van de overleden echtgenoot van de aanvrager, geldt als aanvraag met het oog op het verkrijgen van een overlevingspensioen in de regeling voor werknemers.

    De vorige leden zijn ook van toepassing wanneer de beroepsactiviteit als werknemer wordt vastgesteld bij het onderzoek van de aanvraag of naar aanleiding van een verhaal. "

    Art. 6. In artikel 18 van hetzelfde besluit wordt een § 3 ingevoegd, luidend als volgt :

    " § 3. Wordt met een aanvraag zoals beoogd in § 1 van dit artikel gelijkgesteld : een aanvraag tegen elektronische ontvangstbewijs, door de aanvrager aan de Rijksdienst voor pensioenen toegezonden. ".

    HOOFDSTUK II. - Pensioenregeling voor zelfstandigen

    Art. 7. In artikel 32 van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, worden het derde lid en het vierde lid, vervangen door het koninklijk besluit van 25 april 1997, opgeheven.

    Art. 8. In artikel 93 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, wordt het tweede lid vervangen als volgt :

    " Artikel 121, eerste lid, is van toepassing op die aanvraag. "

    Art. 9. In artikel 121 van hetzelfde besluit,, wordt het tweede lid, ingevoegd door het koninklijk besluit van 15 december 1998, opgeheven.

    Art. 10. In hetzelfde besluit wordt een artikel 121bis ingevoegd, luidende :

    " Art. 121bis. § 1. De geldig ingediende aanvraag met het oog op het verkrijgen van een rustpensioen of een overlevingspensioen in de regeling voor werknemers, die melding maakt van periodes van beroepsbezigheid als zelfstandige, geldt als aanvraag in de pensioenregeling voor zelfstandigen.

    Hetzelfde geldt wanneer dergelijke beroepsbezigheid wordt vastgesteld bij het onderzoek van de aanvraag of van een verhaal, of bij de eerste uitbetaling van het pensioen.

    § 2. De geldig ingediende aanvraag met het oog op het verkrijgen van een rustpensioen of een overlevingspensioen in een pensioenregeling bedoeld in artikel 38 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen, die melding maakt van periodes van beroepsbezigheid als zelfstandige in hoofde van de aanvrager, geldt als aanvraag om een rustpensioen in de regeling voor zelfstandigen, voorzover de aanvraag ten vroegste de eerste dag van de twaalfde maand welke die voorafgaat in de loop waarvan de aanvrager de leeftijd van 60 jaar bereikt, ingediend wordt.

    De geldig ingediende aanvraag met het oog op het verkrijgen van een rustpensioen of een overlevingspensioen in een pensioenregeling bedoeld in artikel 38 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen die melding maakt van periodes van beroepsbezigheid als zelfstandige in hoofde van de overleden echtgenoot van de aanvrager, geldt als aanvraag om een overlevingspensioen in de regeling voor zelfstandigen.

    De vorige leden zijn ook van toepassing wanneer de beroepsbezigheid als zelfstandige wordt vastgesteld bij het onderzoek van de aanvraag of naar aanleiding van een verhaal. ".

    Art. 11. Artikel 133bis van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1997, wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende :

    " § 4. Het ambtshalve onderzoek van het recht op een overlevingspensioen in een pensioenregeling bedoeld in artikel 38 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen heeft het ambtshalve onderzoek van het recht op overlevingspensioen in de regeling voor zelfstandigen tot gevolg, wanneer in hoofde van de overleden echtgenoot, een beroepsbezigheid als zelfstandige vastgesteld wordt tijdens het onderzoek of naar aanleiding van een verhaal.

    De beslissing van het Rijksinstituut gaat in de eerste dag van de maand volgend op die van het overlijden van de laatste echtgenoot. Het gaat niettemin in de eerste dag van de maand waarin de laatste echtgenoot is overleden indien deze, in de loop van de maand van zijn overlijden, geen aanspraak kon maken op de uitbetaling van een rustpensioen toegekend in de regeling voor zelfstandigen, in een andere Belgische regeling, in een analoge buitenlandse regeling of in een regeling die op het personeel van een instelling van internationaal publiek recht van toepassing is. ".

    Art. 12. In artikel 133sexies van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 4 september 2002 betreffende het ambtshalve onderzoek van pensioenrechten in de pensioenstelsels voor werknemers en voor...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT