Omzendbrief van de Minister van Sociale Zaken. - Solidariteitsbijdrage - bedrijfsvoertuigen., de 6 avril 2006

Artikel M. Bij de evaluatie van de toepassing van de regeling van de solidariteitsbijdrage voor bedrijfsvoertuigen heeft de Regering vastgesteld dat deze reglementering niet correct wordt toegepast in de overheidssector. Deze verkeerde toepassing is het gevolg ofwel van een onjuiste interpretatie van de reglementering, ofwel van het feit dat de dienst of instelling belast met de sociale-zekerheidsaangifte (Dmfa of Dmfappo, naargelang van het geval) de bijdrage niet overmaakt aan de inningsinstellingen.

Deze situatie is onaanvaardbaar. De federale Regering heeft bijgevolg verschillende maatregelen getroffen met het oog op een correcte toepassing van de reglementering zowel in de privésector als in de overheidssector.

Deze omzendbrief heeft tot doel :

  1. in het kort te herinneren aan de geldende reglementering inzake de solidariteitsbijdrage;

  2. nauwkeurige richtlijnen te verstrekken aan de werkgevers, inzonderheid diegenen die een beroep doen op de Centrale dienst der vaste uitgaven, voor het indienen van de sociale-zekerheidsaangiften;

  3. de sancties te preciseren, die zullen worden toegepast ingeval deze richtlijnen niet worden nageleefd.

    1. HERINNERING AAN DE REGLEMENTERING BETREFFENDE DE SOLIDARITEITSBIJDRAGE " BEDRIJFSVOERTUIGEN ".

      Sedert 1 januari 2005 werd de reglementering betreffende de solidariteitsbijdrage verschuldigd op het gebied van sociale zekerheid wegens het feit dat de werkgever een voertuig ter beschikking stelt van zijn werknemer voor andere dan louter beroepsdoeleinden grondig gewijzigd en stemt ze niet meer overeen met de fiscale reglementering.

      De reglementering betreffende de solidariteitsbijdrage is vervat in artikel 38, § 3quater van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, waarvan de huidige gecoördineerde tekst als bijlage is gevoegd. (Bijlage I).

      Krachtens voormelde wettelijke bepaling is de werkgever bedoelde solidariteitsbijdrage verschuldigd zodra hij ter beschikking van de werknemer, voor andere dan louter beroepsdoeleinden, een voertuig ter beschikking stelt, dat deel uitmaakt van de categorieën :

      - M1 zoals bepaald in het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen; het gaat om voertuigen ontworpen en gebouwd voor passagiersvervoer, met ten minste 4 wielen en, behalve de zetel van de bestuurder, maximum acht zitplaatsen;

      - N1 in de zin van hetzelfde besluit; het gaat om voertuigen voor goederenvervoer met een maximumgewicht onder de 3,5 ton.

      Artikel 85 van de programmawet van 27 december 2005 heeft het begrip " voertuig ter beschikking gesteld aan de werknemer voor andere dan loutere beroepsdoeleinden " als volgt geïnterpreteerd : onder andere het voertuig dat de werkgever ter beschikking stelt aan de werknemer om de woon-werkverplaatsing individueel af te leggen en/of voor privé gebruik alsook het voertuig gebruikt voor het collectief vervoer van werknemers.

      Artikel 38, § 3quater, preciseert verder dat wordt verondersteld ter beschikking van de werknemer te zijn gesteld voor andere dan louter beroepsdoeleinden, ieder voertuig dat op naam van de werkgever is ingeschreven of dat het voorwerp uitmaakt van een huur- of leasingcontract of van gelijk welk ander contract voor het gebruik van het voertuig, behalve indien de werkgever aantoont ofwel dat het gebruik voor andere dan louter beroepsdoeleinden uitsluitend gebeurt door een persoon die niet valt onder het toepassingsgebied van de sociale zekerheid voor werknemers, ofwel dat het voertuig voor louter beroepsdoeleinden wordt gebruikt.

      We vestigen uw aandacht op het feit dat de instellingen die de sociale-zekerheidsbijdragen innen, die ook belast zijn met de inning van de solidariteitsbijdrage, een kruising van de verschillende databanken verrichten, zodat ze een volledige lijst kunnen opmaken van de voertuigen die op naam van de werkgever zijn ingeschreven of die het voorwerp uitmaken van een huur- of leasingcontract. Daarenboven kunnen de verschillende inspectiediensten het bestaan van andere voertuigen die de werknemers ter beschikking worden gesteld, nagaan.

      Gelet op het feit dat bepaalde werkgevers niet alle voertuigen die hun werknemers ter beschikking worden gesteld voor andere dan louter beroepsdoeleinden of slechts een deel ervan aangeven, heeft de Regering de volgende maatregelen getroffen, die gelden zowel voor de werkgevers van de overheidssector als van de privé-sector :

      - de werkgevers die nog niet alle voertuigen die hun werknemers ter beschikking worden gesteld voor andere dan louter beroepsdoeleinden hebben aangegeven, krijgen een laatste termijn om zich in orde te stellen; de praktische modaliteiten van toepassing in de overheidssector worden gepreciseerd in punt II van deze omzendbrief; van deze termijn kan ook gebruik worden gemaakt om het CO2-uitstootgehalte in de ingediende aangiften recht te zetten.

      - de werkgevers die zich binnen de bedoelde termijn niet in orde zullen stellen, zullen voor de kwartalen waarvoor ze de voertuigen niet hebben aangegeven, en dit met uitwerking op 1 januari 2005, een bijdrage verschuldigd zijn, die gelijk is aan tweemaal het bedrag van de verschuldigde bijdrage bij toepassing van de reglementering. Dezelfde sanctie zal worden toegepast indien de werkgever een CO2-uitstootgehalte dat niet overeenstemt met de werkelijkheid, aangeeft.

      Dit betekent dat, indien de bijdrage verschuldigd voor een voertuig bijvoorbeeld 250 euro voor een kwartaal bedraagt, de bijdrage die de werkgever zal verschuldigd zijn voor ieder kwartaal zonder aangifte 500 euro zal bedragen.

      De federale Regering heeft beslist dat, wat betreft de FOD's, de POD's, de OISZ's, enz., kortom alle werkgevers waarvoor ze bevoegd is, de betaling van de verdubbelde bijdrage niet zal kunnen worden ingeroepen door de betrokken werkgever om een verhoging van de toegekende begrotingskredieten te bekomen.

    2. PROCEDURE DIE DE WERKGEVERS VAN DE OVERHEIDSSECTOR MOETEN VOLGEN.

      Ongeacht u een beroep doet op de CDVU voor het indienen voor uw sociale-zekerheidsaangiften, verzoek ik u, met het oog op een correcte inning van de solidariteitsbijdrage verschuldigd door de werkgevers van de overheidssector, de in dit punt beschreven procedure te willen naleven.

      A. Werkgevers die een beroep doen op de CDVU voor het indienen van HUN sociale-zekerheidsaangiften :

      Tegen uiterlijk 30 april 2006 moet u de volgende informatie mededelen, voor ieder voertuig dat moet beschouwd worden als zijnde onderworpen aan de solidariteitsbijdrage, in de vorm van een EXCEL-tabel zoals het model als bijlage II :

  4. de nummerplaat van het voertuig;

  5. het soort brandstof van het voertuig (benzine, diesel, LPG of elektrisch);

  6. het model van het voertuig (voorbeelden : RENAULT SCENIC 1900 ccm, OPEL ZAFIRA 2000 ccm,...);

  7. het CO2-uitstootgehalte (dit uitstootgehalte...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT