27 FEBRUARI 2003. - Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden voor de exploitatie van centra voor technische ingraving

De Waalse Regering,

Gelet op Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen;

Gelet op het decreet van 30 april 1990 betreffende de bescherming en de exploitatie van grondwater en van tot drinkwater verwerkbaar water;

Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;

Gelet op het Waalse Wetboek voor Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium;

Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning;

Gelet op het advies van de Adviescommissie voor de bescherming van het water tegen verontreiniging, gegeven op 6 februari 2002;

Gelet op het advies van de Gewestelijke afvalstoffencommissie, gegeven op 23 september 2002;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat het gaat om de omzetting van een richtlijn « interne markt » waarvan de omzettingstermijn verstreken is op 16 juli 2001 en dat de Europese Commissie de zaak aanhangig gemaakt heeft bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, dat de Waalse Regering de Raad van State op 24 december ll. verzocht heeft binnen een maand advies uit te brengen over het voorontwerp van bovenbedoeld besluit tot omzetting van een aantal bepalingen van genoemde richtlijn, waarvan enkele zo spoedig mogelijk in werking moeten treden om de vlotte uitvoering van het decreet van 11 juni 1999 betreffende de milieuvergunning te waarborgen, dat één maand na het verzoek om adviesverlening nog steeds geen advies is uitgebracht;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 34.911/4, uitgebracht op 20 februari 2003 overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Afdeling 1. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op de inrichtingen bedoeld in rubriek nr. 90.25 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten.

Afdeling 2. - Begripsomschrijving

Art. 2. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :

2.1. « CWATUP » : het Waalse Wetboek voor Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium;

2.2. « CET » : centrum voor technische ingraving, zoals bedoeld in artikel 2, 18° van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;

2.3. « nomenclatuur-besluit » : het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten;

2.4. beschermde natuurgebieden : de domaniale en erkende natuurreservaten, de bosreservaten, de sites Natura 2000 in de zin van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, gewijzigd bij de decreten van de Waalse Gewestraad van 11 april 1984, 16 juli 1985, 7 oktober 1985, 7 september 1989, 21 april 1994, 6 april 1995, 22 januari 1998 en 6 december 2001, de vochtige gebieden met een biologische waarde in de zin van het besluit van 8 juni 1989 betreffende de bescherming van de vochtige gebieden met een biologisch belang en de ondergrondse holten met een wetenschappelijke waarde in de zin van het besluit van de Waalse Regering van 26 januari 1995;

2.5. opgravingsbodem : natuurlijke of geremanieerde oppervlakte waarop afvalstoffen of dichtings- en draineerlagen rechtstreeks worden opgeslagen, al naar gelang het geval;

2.6. capillaire opstijging : stijging van het water in de bodemporiën vanaf de oppervlakte van de grondwaterlagen als gevolg van de krachten van de oppervlaktespanning;

2.7. cel : onderverdeling van een « CET » naar gelang van de aard van de ondergegraven afvalstoffen;

2.8. sector : onderverdeling van een cel waar afvalstoffen gehanteerd of ondergegraven worden en waarvan de oppervlakte maximum 2 ha bedraagt, behalve als de bevoegde overheid een andere oppervlakte vastlegt na advies van de technisch ambtenaar;

2.9. werkzone : onderverdeling van een sector waar afvalstoffen gehanteerd of ondergegraven worden en waarvan de oppervlakte maximum 5000 m2 bedraagt, behalve als de bevoegde overheid een andere oppervlakte vastlegt na advies van de technisch ambtenaar;

2.10. ondergravingszone : oppervlakte waar afvalstoffen en de effluenten ervan daadwerkelijk ondergegraven of gehanteerd worden;

2.11. technisch ambtenaar : de ambtenaar bedoeld in artikel 1, 16°, van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning;

2.12. toezichthoudende ambtenaar : de ambtenaar bedoeld in artikel 2, 25°, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;

2.13. biogas : de door biologisch afbreekbare afvalstoffen voortgebrachte gassen;

2.14. watervlak : natuurlijke of kunstmatige meren en vijvers;

2.15. waterloop : elk soort bevaarbare of onbevaarbare waterloop;

2.16. dienst : de « Office wallon des déchets » (Waalse dienst voor afvalstoffen);

2.17. exploitant : de exploitant bedoeld in artikel 1, 8°, van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning of diens afgevaardigde.

Afdeling 3. - Indeling van de centra voor technische ingraving

Art. 3. De centra voor technische ingraving worden ingedeeld in vijf klassen :

- klasse 1 : de centra bedoeld in rubriek 90.25.01 van het nomenclatuur-besluit;

- klasse 2 : de centra bedoeld in rubriek 90.25.02 van het nomenclatuur-besluit;

- klasse 3 : de centra bedoeld in rubriek 90.25.03 van het nomenclatuur-besluit;

- klasse 4 : de centra bedoeld in rubriek 90.25.04 van het nomenclatuur-besluit, met name :

- de centra bedoeld in rubriek 90.25.04.01 van het nomenclatuur-besluit- klasse 4 A.

- de centra bedoeld in rubriek 90.25.04.02 van het nomenclatuur-besluit- klasse 4 B.

- klasse 5 : de centra bedoeld in rubriek 90.25.05 van het nomenclatuur-besluit, met name :

- de centra bedoeld in rubriek 90.25.05.01 van het nomenclatuur-besluit - klasse 5.1.

- de centra bedoeld in rubriek 90.25.05.02 van het nomenclatuur-besluit - klasse 5.2.

- de centra bedoeld in rubriek 90.25.05.03 van het nomenclatuur-besluit - klasse 5.3.

Afdeling 4. - Herkomst van de afvalstoffen

Art. 4. § 1. Alle afvalstoffen mogen in een « CET » ondergegraven worden als ze aan de criteria van dit besluit voldoen, behalve als de technische eigenschappen van de site een beperking van de aard van de toelaatbare afvalstoffen rechtvaardigen.

§ 2. De in een « CET » van klasse 3 toelaatbare afvalstoffen moeten gestort kunnen worden in elk « CET » van klasse 2, met inachtneming van de regels betreffende de verenigbaarheid van afvalstoffen.

§ 3. Onverminderd § 1 en niettegenstaande de mogelijke verwijdering in een « CET » van klasse 4 zoals bepaald in deze sectorale voorwaarde, moeten de stoffen die d.m.v. bagger- of ruimingswerken uit de bedding en de oevers van waterlopen en watervlakken verwijderd worden en de door de Regering daarmee gelijkgestelde afvalstoffen gestort kunnen worden

in :

- elk « CET » van klasse 2 als ze voldoen aan de meer bepaald analytische criteria inzake de toelaatbaarheid van afvalstoffen in een « CET » van klasse 2;

- elk « CET » van klasse 3 als de inerte aard ervan erkend is.

Artikel 5 is ook toepasselijk op dezelfde stoffen waarvan vaststaat dat ze gevaarlijk zijn.

Afdeling 5. - Ondergraving van gevaarlijke afvalstoffen in een « CET » van klasse 2 of 5.2.

Art. 5. § 1. Stabiele, niet-reactieve gevaarlijke afvalstoffen, die bijvoorbeeld verhard of verglaasd zijn, met een uitlooggedrag dat gelijkwaardig is aan dat van ongevaarlijke afvalstoffen, en die voldoen aan de relevante aanvaardingscriteria kunnen in kleine hoeveelheden ondergegraven worden in een « CET » van klasse 2 of 5.2. Die gevaarlijke afvalstoffen worden niet in een « CET » gestort in cellen bestemd voor ongevaarlijke afvalstoffen die biologisch afbreekbaar zijn.

§ 2. De bevoegde overheid mag de vergunning voor het storten in een « CET » pas verlenen na de uitvoering van een milieuevaluatie door een milieueffectonderzoeker die voor de categorie « afvalbeheer » erkend is.

Die evaluatie toont aan dat :

- er geen risico's zijn voor het milieu;

- de kleine hoeveelheden van gevaarlijke industriële afvalstoffen verenigbaar zijn met de in het « CET » gestorte afvalstoffen;

- de omstandigheden buitengewoon zijn.

De hoeveelheden die in het « CET » aanvaard kunnen worden en de specifieke voorwaarden voor de ondergraving van de afvalstoffen bedoeld in § 1 liggen vast in de vergunning.

§ 3. De exploitant richt de aanvraag om vergunning voor de ondergraving van kleine hoeveelheden gevaarlijke industriële afvalstoffen in een « CET » van klasse 2 of 5.2. aan de bevoegde overheid, die zich binnen een termijn van honderd dagen moet uitspreken.

Afdeling 6. - Vereist recht

Art. 6. Tijdens de hele duur van de exploitatie en het nabeheer beschikt de exploitant over een recht van eigendom, vruchtgebruik, opstal of erfpacht op de exploitatiesite van het « CET ».

Afdeling 7. - Afval dat niet in een « CET » toegelaten wordt

Art. 7. Het is verboden de volgende afvalstoffen in een centrum voor technische ingraving te storten :

  1. vloeibare afvalstoffen, met uitzondering van slib;

  2. gevaarlijke afvalstoffen met één van de volgende gevaareigenschappen : H1, H2, H3 A, H3 B, H6, H8, H12 of H13, zoals bedoeld in bijlage III bij het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot vaststelling van een afvalcatalogus;

  3. ziekenhuis- en gezondheidszorgafval van klasse B1 en B2, zoals bedoeld in artikel 1, 5° en 6°, van het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 betreffende de ziekenhuis- en gezondheidszorgafvalstoffen;

  4. afvalstoffen met één van de gevaareigenschappen bedoeld in bijlage III bij het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot vaststelling van een afvalcatalogus en die bestaan uit niet-geïdentificeerde en/of nieuwe chemische stoffen afkomstig van onderzoek-, ontwikkelings- of onderwijsactiviteiten en waarvan de effecten op de mens en/of het milieu niet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT