23 AUGUSTUS 2014. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 54, § 1, tiende lid, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, het artikel 54, § 1, tiende lid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 april 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting van 2 april 2014;

Gelet op het overleg met de gewesten tijdens de Interministeriële Conferentie voor Financiën en Begroting van 7 april 2014;

Gelet op advies 56.090/4 van de Raad van State, gegeven op 14 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op artikel 8 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het bepalingen van autoregulering betreft;

Overwegende de aanbevelingen van 9 juli 2013 van de Raad van de Europese Unie aan België om "expliciete coördinatieregelingen te treffen om te garanderen dat de begrotingsdoelstellingen bindend zijn op federaal en subfederaal niveau binnen een planningshorizon op middellange termijn, onder meer door de spoedige aanneming van een regel betreffende het overheidssaldo/overschot die strookt met de vereisten van het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en monetaire unie, alsook om de lastenverdeling over en de verantwoordingsplicht van de diverse geledingen van de overheid transparanter te maken";

Overwegende het Samenwerkingsakkoord van 13 december 2013 tussen de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten en de gemeenschapscommissies betreffende de uitvoering van artikel 3, § 1, van het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie, het artikel 2 dat :

  1. een evenwichtsdoelstelling invoert voor de rekeningen van de overheid;

  2. een expliciete coördinatieregeling invoert voor de verdeling van de begrotingsdoelstellingen in nominale en structurele termen onder de diverse niveaus van de overheid;

    Overwegende dat een accurate aanrekening op het betrokken begrotingsjaar van de uitgaven die door de openbare instellingen van sociale zekerheid voor rekening van de gewesten worden uitgevoerd, bijdraagt tot een grotere transparantie inzake de lastenverdeling over en de verantwoordingsplicht van de diverse geledingen van de overheid;

    Overwegende dat die dienstverlening door de federale overheid de begroting van deze laatste niet meer mag bezwaren dan de totaliteit van de in de federale Middelen- en Uitgavenbegroting voorziene middelenoverdracht naar de deelgebieden bepaald overeenkomstig de bepalingen van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten en de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;

    Overwegende de uiteenlopende tijdstippen waarop de RSZ, de RSZPPO, de RVA en de POD MI voorlopige en definitieve afrekeningen opstellen van de budgettaire impact van de in artikel 6, § 1, IX, 7°, a) en b), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen bedoelde bevoegdheden inzake het doelgroepenbeleid;

    Overwegende dat de financiële stromen met betrekking tot de verminderingen en uitgaven waarvoor de Hulp-en Voorzorgskas voor Zeevarenden als operator zal optreden, zullen verlopen via de RSZ ingevolge een overeenkomst die tussen beide instellingen wordt gesloten;

    Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken, de Minister van Begroting, de Minister van Werk, de Minister van Financiën en de Minister van Justitie belast met Maatschappelijke Integratie, en op het advies van de in Raad vergaderde ministers,

    Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

    Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

    1. de bijzondere wet : de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

    2. de bijzondere financieringswet : de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten;

    3. de middelen : de in artikel 54, § 1, vierde lid, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten bedoelde middelen die aan de gewesten worden toegewezen.

    4. de Middelenbegroting : de Middelenbegroting van de federale overheid, of bij gebrek daaraan, de Financiewet;

    5. de RVA : de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;

    6. de RSZ : de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;

      ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT