19 APRIL 2002. - Wet tot wijziging van de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2. In artikel 20 van de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen, gewijzigd bij de wet van 3 mei 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. § 1 wordt aangevuld met de volgende leden :

    Bij het Fonds wordt een Begeleidingscomité opgericht waarvan de organisatie, de opdracht, de samenstelling en de werkwijze door de Koning worden bepaald.

    Het Begeleidingscomité bezorgt aan de Ministers die Economische Zaken, Justitie en Financiën onder hun bevoegdheden hebben, op vraag van een van hen of telkens wanneer het dat wenselijk acht en ten minste één keer per jaar, een verslag over de werking van het Fonds.

  2. § 2 wordt vervangen als volgt :

    § 2. Om het Fonds te stijven is iedere kredietgever gehouden tot betaling van een jaarlijkse bijdrage berekend op basis van een coëfficiënt toegepast op het totaal bedrag van de betalingsachterstanden van kredietovereenkomsten, die hij laat registreren in de Centrale voor kredieten aan Particulieren, beheerd door de Nationale Bank van België.

    Voor de betaling van deze bijdrage worden als kredietgever beschouwd :

    1° de ondernemingen die onderworpen zijn aan Titel II van het koninklijk besluit nr. 225 van 7 januari 1936 tot reglementering van de hypothecaire leningen en tot inrichting van de controle op de ondernemingen van hypothecaire leningen of bedoeld in artikel 65 van hetzelfde besluit, die hypothecaire leningen of kredietopeningen bedoeld in artikel 1 van hetzelfde besluit verlenen;

    2° de ondernemingen die onderworpen zijn aan Titel II van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet, die hypothecaire kredieten bedoeld in de artikelen 1 en 2 van dezelfde wet verlenen;

    3° de natuurlijke personen of rechtspersonen die erkend of geregistreerd zijn met toepassing van de artikelen 74 of 75bis van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, die consumentenkredieten bedoeld in artikel 1, 4°, van dezelfde wet verlenen.

    De berekening van de bijdrage gebeurt op basis van de gegevens betreffende de betalingsachterstanden geregistreerd op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de bijdrage is verschuldigd. Deze gegevens worden aan het Fonds meegedeeld door de Nationale Bank van België.

    In geval van intrekking of schorsing van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT