Koninklijk besluit inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen in het kader van overheidsopdrachten, de 20 décembre 2010

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2009/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen.

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. wet overheidsopdrachten : de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;

  2. overheidsopdracht en opdracht : de overheidsopdracht onderworpen aan Boek I van de wet overheidsopdrachten respectievelijk de opdracht onderworpen aan Boek II van dezelfde wet;

  3. aanbestedende instantie : de aanbestedende overheid, het overheidsbedrijf of de aanbestedende dienst onderworpen aan de wet overheidsopdrachten;

  4. wegvoertuig : een voertuig dat onder de voertuigcategorieën van tabel 3 van de bijlage van dit besluit valt;

  5. opdrachtdocumenten : de documenten die op de opdracht toepasselijk zijn, met inbegrip van alle aanvullende en andere documenten waarnaar deze verwijzen. Ze omvatten in voorkomend geval de aankondiging van opdracht en het bestek dat de bijzondere bepalingen bevat die op de opdracht toepasselijk zijn.

    Art. 3. Dit besluit is van toepassing op de overheidsopdrachten en de opdrachten waarvan het geraamd bedrag de drempel voor de Europese bekendmaking bereikt, die worden gegund door een aanbestedende instantie en die betrekking hebben op de levering van wegvoertuigen.

    Dit besluit is evenwel niet van toepassing op de overheidsopdrachten en de opdrachten voor de levering van de hierna vermelde wegvoertuigen :

  6. voertuigen die zijn ontworpen en gebouwd om hoofdzakelijk op bouwplaatsen, in steengroeven, in havens of op luchthavens te worden gebruikt;

  7. voertuigen die zijn ontworpen en gebouwd voor gebruik door de strijdkrachten, de civiele bescherming, de brandweer en de ordehandhavingsdiensten;

  8. mobiele machines, zijnde elk zelfaangedreven voertuig dat speciaal is ontworpen en gebouwd voor werkzaamheden en dat door zijn bouw niet geschikt zijn voor personen- of goederenvervoer.

    Art. 4. Wanneer ze een in artikel 3, eerste lid, vermelde overheidsopdracht of opdracht gunt, houdt de aanbestedende instantie rekening met de energie- en milieueffecten van de voertuigen tijdens hun operationele levensduur overeenkomstig artikel 5, § 1, en past daartoe ten minste één van de in artikel 5, § 2, bedoelde methodes toe.

    Art. 5. § 1. De aanbestedende instantie houdt ten minste rekening met de volgende operationele energie- en milieueffecten :

  9. het energieverbruik,

  10. de uitstoot van CO2, en

  11. de uitstoot van NOx, NMHC en fijne stofdeeltjes.

    De aanbestedende instantie kan daarnaast ook andere milieueffecten in aanmerking nemen.

    § 2. Aan de in artikel 4 en § 1 van dit artikel bedoelde eisen wordt voldaan door het gebruik van één of elke van de volgende methodes :

  12. door in de opdrachtdocumenten technische specificaties op te nemen inzake energie- en milieuprestaties met betrekking tot elk van de in aanmerking genomen effecten, alsmede eventuele bijkomende milieueffecten;

  13. door energie- en milieueffecten als gunningscriterium te gebruiken. Indien met de kostprijs van deze effecten rekening wordt gehouden bij de gunning, wordt gebruik gemaakt van de in artikel 6 vastgestelde methode.

    Art. 6. § 1. De operationele levensduurkosten van het energieverbruik, de CO2-uitstoot alsook de uitstoot van verontreinigende stoffen die zijn opgenomen in tabel 2 van de bijlage bij dit besluit en die zijn gekoppeld aan het gebruik van de te leveren voertuigen, worden als volgt gekwantificeerd en berekend :

  14. de operationele levensduurkosten van het energieverbruik van een voertuig worden met behulp van de volgende methodologie berekend :

    1. het brandstofverbruik per kilometer van een voertuig als bedoeld in paragraaf 2 wordt gemeten in eenheden van energieverbruik per kilometer ongeacht of dit direct vermeld wordt of niet. Indien het brandstofverbruik in verschillende eenheden vermeld wordt, zal deze op basis van de in tabel 1 van de bijlage van dit besluit vastgestelde omrekeningsfactoren voor de energie-inhoud van de verschillende brandstoffen uitgedrukt worden in energieverbruik per kilometer;

    2. er wordt één monetaire waarde per energie-eenheid gebruikt. Deze waarde geeft de laagste kosten weer per energie-eenheid van benzine of diesel vóór belasting die als vervoersbrandstof wordt gebruikt;

    3. de operationele levensduurkosten van het energieverbruik van een voertuig worden berekend door de vermenigvuldiging van het afgelegde aantal kilometers tijdens de levensduur als bedoeld in paragraaf 3, in voorkomend geval rekening houdend met het reeds afgelegde aantal kilometers, met het energieverbruik als bedoeld in a) en met de kosten per energie-eenheid als bedoeld in b) ;

  15. de operationele levensduurkosten van de CO2-uitstoot van een voertuig worden berekend door de vermenigvuldiging van het afgelegde aantal kilometers tijdens de levensduur als bedoeld in paragraaf 3, in voorkomend geval rekening houdend met het reeds afgelegde aantal kilometers, met de CO2-uitstoot uitgedrukt in kilogram per kilometer overeenkomstig paragraaf 2 en met de in tabel 2 van de bijlage bij dit besluit vastgestelde marge voor de kosten per kilogram;

  16. de operationele levensduurkosten voor de uitstoot van in tabel 2 van de bijlage bij dit besluit opgenomen verontreinigende stoffen door een voertuig, worden berekend door de optelling van de operationele levensduurkosten voor de uitstoot van NOx, NMHC en fijne stofdeeltjes. De operationele levensduurkosten voor elke verontreinigende stof wordt berekend door de vermenigvuldiging van het afgelegde aantal kilometers tijdens de levensduur als bedoeld in paragraaf 3, in voorkomend geval rekening houdend met het reeds afgelegde aantal kilometers, met de emissies, in grammen per kilometer als bedoeld in paragraaf 2, en de respectieve kosten per gram. Voor de prijs worden de gemiddelde waarden opgenomen in tabel 2 van de bijlage bij dit besluit gebruikt.

    De aanbestedende instantie kan hogere kosten toepassen, op voorwaarde dat deze kosten de in tabel 2 van de bijlage bij dit besluit vermelde relevante waarde, vermenigvuldigd met een factor 2, niet overschrijdt.

    § 2. Het brandstofverbruik alsook de CO2-uitstoot en de uitstoot van verontreinigende stoffen zoals opgenomen in tabel 2 van de bijlage bij dit besluit per afgelegde kilometer, worden gebaseerd op de gestandaardiseerde testprocedures van de Unie voor voertuigen waarvoor dergelijke testprocedures in de regelgeving van de Unie inzake typekeuring voor een aantal voertuigen zijn vastgesteld. Wanneer een voertuig niet onder de gestandaardiseerde testprocedures van de Unie valt, wordt de vergelijkbaarheid van de verschillende aanbiedingen gewaarborgd door het gebruik van algemeen erkende testprocedures, of resultaten van tests voor de overheid, of door informatie die is meegedeeld door de fabrikant.

    § 3. Wanneer niet op andere wijze omschreven in de opdrachtdocumenten, geschiedt het vaststellen van het aantal...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT