11 JANUARI 1995. - Scheldereglement. - Bijlage aan het Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Vlaams gewest en het Koninkrijk der Nederlanden., de 11 janvier 1995

HOOFDSTUK I. - Definities.

Artikel 1. Voor de toepassing van dit reglement en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder :

  1. Scheldevaarder :

    ieder schip dat de Schelde, haar mondingen of het kanaal van Gent naar Terneuzen bevaart, voor zover het geen haven dan wel anker- of ligplaats op het Nederlandse gedeelte van die wateren als bestemming of vertrekpunt heeft, en ieder schip dat de Schelde, haar mondingen of het kanaal van Gent naar Terneuzen bevaart en een op het Nederlandse gedeelte van die wateren gelegen haven dan wel anker- of ligplaats aandoet :

    a. voor het lichten onderscheidenlijk bijladen van een schip, indien dit uitsluitend in verband met de diepgang vereist is ter waarborging van een veilige vaart naar onderscheidenlijk vanuit België, of

    b. zonder het doel aldaar een economische activiteit uit te voeren, met uitzondering van schepen die zowel hun vertrekpunt als hun bestemming fels het Belgische gedeelte van de Schelde, haar mondingen of het kanaal van Gent naar Terneuzen hebben en tijdens de vaart de Belgisch-Nederlandse grens niet passeren;

  2. bevoegde autoriteit : de door de Vlaamse en Nederlandse ministers die de loodsdiensten in hun bevoegdheid hebben, in onderlinge overeenstemming aangewezen functionaris;

  3. loodsgeld : vergoeding voor de diensten van de loods en voor andere kosten van individuele dienstverlening aan de gezagvoerder;

  4. loodsvergoedingen : vergoedingen voor de onkosten samenhangende met de diensten van de loods;

  5. loodsprestatie : de diensten die een loods van de Vlaamse of Nederlandse loodsdienst verleent van op een schip vanaf de wal of van op een ander schip;

  6. de commissarissen : de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen bedoeld in artikel 31.

    Art. 2. Door de commissarissen zal nader worden bepaald wat wordt verstaan onder :

    a. het lichten onderscheidenlijk bijladen als bedoeld in artikel 1, onderdeel 1 onder a;

    b. een economische activiteit als bedoeld in artikel 1 onderdeel 1, onder b.

    HOOFDSTUK II. - Loodsdiensten.

    Art. 3. 1. De Vlaamse en de Nederlandse loodsdienst zijn vrij zich langs de Schelde haar mondingen en het kanaal van Gent naar Terneuzen te vestigen. Tot de inrichting van deze diensten zullen beide regeringen elkaar alle medewerking verlenen.

  7. Door tussenkomst van de commissarissen stellen de Vlaamse en de Nederlandse regering elkaar in kennis van de vestigingen als bedoeld in het eerste lid.

  8. De Vlaamse en de Nederlandse regering treffen zodanige voorzieningen dat de door de Vlaamse en de Nederlandse loodsdiensten te verzorgen loodsprestaties daadwerkelijk kunnen worden verricht en verlenen elkaar alle medewerking op dit gebied.

    Art. 4. 1. Het loodsen van Scheldevaarders wordt op zodanige wijze tussen de Vlaamse en de Nederlandse loodsdiensten verdeeld dat van het totaal der loodsprestaties 72,5 % door loodsen van de Vlaamse loodsdienst en 27,5 % door loodsen van de Nederlandse loodsdienst wordt verricht. Deze verdeling is niet van toepassing op loodsprestaties die uitsluitend betrekking hebben op het loodsen vanaf de wal.

  9. Voor de bepaling van de loodsprestaties en een doelmatige uitvoering van het bepaalde in het eerste lid stellen de commissarissen nadere regels vast.

  10. Voor zover de door de loodsen van een der beide landen te verzorgen loodsprestaties als bedoeld in het eerste lid niet kunnen worden verricht, worden deze zo, mogelijk door de loodsen van het andere land verricht. Deze loodsprestaties vallen niet onder de verdeling, bedoeld in het eerste lid.

  11. In afwijking van de verdeling als voorzien in het eerste lid, wordt het loodsen van een Scheldevaarder, anders dan vanaf de wal, die van een Belgische haven dan wel een anker- of ligplaats aan het Belgische gedeelte van het kanaal van Gent naar Terneuzen, naar Antwerpen of een bovenwaarts gelegen haven, dan wel omgekeerd, vaart, uitsluitend door loodsen van de Vlaamse loodsdienst verricht.

  12. Het loodsen reders dan vanaf de wal, van een schip dat van een Belgische haven dan wel anker- of ligplaats aan het kanaal van Gent naar Terneuzen of aan de Schelde naar een Nederlandse haven aan de Schelde of het kanaal van Gent naar Terneuzen, dan wel omgekeerd, vaart, wordt uitsluitend door loodsen van de Nederlandse loodsdienst verricht.

    Art. 5. 1. Van de opbrengst van de loodsgelden, welke van Scheldevaarders worden geheven, komt 72,5 % toe aan het Vlaamse Gewest en 27,5 % aan de Nederlandse staat, met uitzondering van de opbrengst van de loodsgelden uitsluitend geheven voor het loodsen vanaf de wal, waarvan 80 % toekomt aan het Vlaamse Gewest en 20 % aan de Nederlandse staat.

  13. Uit de opbrengst van de verdeling als bedoeld in het eerste lid, worden de loodsprestaties als bedoeld in artikel 4, derde lid, door het land waartoe de loodsdienst behoort waarvoor de betreffende prestaties zijn verricht, vergoed aan het land waartoe de loodsdienst behoort die de betreffende prestaties feitelijk heeft verricht.

  14. De uit de loodsprestaties als bedoeld in artikel 4, vierde en vijfde lid, voortvloeiende loodsgelden komen toe aan het land waartoe de loodsdienst behoort die de betreffende prestaties heeft verricht.

  15. De loodsvergoedingen komen toe aan het land waartoe de loodsdienst behoort die de betreffende loodsprestaties feitelijk heeft verricht.

  16. Het loodsgeld en de loodsvergoedingen zijn verschuldigd aan de autoriteit of organisatie die daartoe bij wettelijk voorschrift van het betreffende land is aangewezen. Bij een dergelijke aanwijzing kan onderscheid gemaakt worden tussen verschillende componenten van het loodsgeld.

  17. Voor wat betreft de inning en de betaalwijze van de loodsgelden en de loodsvergoedingen, alsmede de wijze van de verrekening van de loodsgelden, worden door de commissarissen nadere regels vastgesteld.

    Art. 6. Onverminderd het beklaagde bij of krachtens dit reglement, gelden voor de toelating tot de functie van loods, zijn bevoegdheden en de verplichtingen met betrekking tot de beroepsuitoefening, de wettelijke voorschriften van het land waarin de hoofdzetel van de betrokken loodsdienst is gevestigd.

    Art. 7. 1. De vaartuigen die worden gebruikt voor de uitoefening van de loodsdienst zijn vrij van alle havengelden en andere rechten, hoe ook genaamd, die van de scheepvaart in beide landen worden geheven.

  18. Noch de Vlaamse noch de Nederlandse regering zal een borgstelling verlangen in geval van schadevaringen met deze vaartuigen.

  19. Deze vaartuigen kunnen zonder enige beperkingen de wateren genoemd in artikel 1, onderdeel 1, op- of afvaren.

  20. De vaartuigen van de onderscheiden loodsdiensten zijn als zodanig herkenbaar en voeren hun nationale vlag.

    Art. 8. 1. De Vlaamse en de Nederlandse loodsdiensten zijn bevoegd om alle goederen voor het materieel van de loodsdienst in hun wederzijdse standplaatsen in te voeren. Deze invoer is vrij van alle douane- of andere rechten.

  21. Het bepaalde in het eerste lid is van overeenkomstige toepassing voor goederen ten behoeve van de objecten als bedoeld in artikel 31, eerste lid.

    HOOFDSTUK III. - Het loodsen.

    Art. 9. 1. De gezagvoerder van een Scheldevaarder is verplicht gebruik te maken van de diensten van een tot de Vlaamse of de Nederlandse loodsdienst behorende loods.

  22. Van de in het eerste lid bedoelde verplichting bestaat vrijstelling indien :

    a. het schip behoort tot een der door de Vlaamse en Nederlandse ministers die de loodsdiensten in hun bevoegdheid hebben in onderlinge overeenstemming aangewezen categorieën Scheldevaarders, of

    b. de gezagvoerder of een bevoegd officier, die feitelijk de navigatie leidt, voldoet aan de door de Vlaamse en Nederlandse ministers die de loodsdiensten in hun bevoegdheid hebben, in onderlinge overeenstemming voor het traject waarvoor de vrijstelling is aangevraagd, te stellen eisen.

  23. De commissarissen kunnen regels stellen met betrekking tot de autoriteit of organisatie die is belast met de examinering van de gezagvoerders en officieren, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, de voorwaarden waaronder en de vergoeding waartegen deze examinering plaatsvindt.

  24. De commissarissen kunnen ontheffing verlenen van de in het eerste lid bedoelde verplichting.

    Aan een dergelijke ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. De commissarissen kunnen deze bevoegdheid ook toekennen aan de bevoegde autoriteit en kunnen daartoe regels stellen.

  25. Bij de toepassing van het bepaalde in het tweede en vierde lid, wordt rekening gehouden met de in artikel 18, tweede lid, genoemde belangen.

    Art. 10. 1. De loods adviseert aan boord de gezagvoerder over de te voeren navigatie en verricht in verband met deze navigatie alle door de gezagvoerder nuttig of nodig geachte en desgevallend zelfs stilzwijgend gedoogde intellectuele en materiële handelingen.

  26. Indien weersomstandigheden omstandigheden met betrekking tot de aard of de inrichting van het te loodsen schip of bijzondere omstandigheden als gevolg van oorzaken buiten de normale bedrijfsvoering met betrekking tot het loodsen het de loods verhinderen aan boord te komen van een schip, verstrekt de loods in afwijking van het eerste lid adviezen van op een ander schip of vanaf de wal.

  27. De commissarissen kunnen de omstandigheden waaronder en de gevallen waarin gebruik gemaakt moet worden van adviezen door een loods van op een ander schip of vanaf de wal de wijze waarop en de plaatsen van waaruit dit geschiedt nader bepalen.

  28. De commissarissen kunnen tevens bij het aanwijzen van de plaatsen van waaruit adviezen vanaf de wal worden gegeven bepalen tot welke loodsdienst of loodsdiensten de daar werkzame loodsen dienen te behoren. De commissarissen kunnen de bevoegde autoriteiten de bevoegdheid verlenen in onderlinge overeenstemming van deze bepaalde verdeling af te wijken.

    Art. 11. 1. In omstandigheden of gevallen en op een wijze als door de commissarissen nader bepaald kan :

    a. de gezagvoerder die krachtens artikel 9 tweede lid, is vrijgesteld van de loodsplicht niettemin door de bevoegde autoriteit worden verplicht om gebruik te maken van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT