11 FEBRUARI 2013. - Wet tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2. Deze wet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2009/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot vaststelling van minimumnormen inzake sancties en maatregelen tegen werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen.

HOOFDSTUK 2. - Definities

Art. 3. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :

  1. onderdaan van een derde land : eenieder die geen burger van de Unie is in de zin van artikel 17, § 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en die geen persoon is die onder het Gemeenschapsrecht inzake vrij verkeer valt, als bepaald in artikel 2, punt 5, van de Schengengrenscode;

  2. illegaal verblijf : de aanwezigheid op het grondgebied van een vreemdeling die niet of niet langer voldoet aan de voorwaarden voor de toegang tot en het verblijf op het grondgebied.

    HOOFDSTUK 3. - Nabetalingen door werkgevers

    Art. 4. § 1. De in België gevestigde werkgever die, op basis van een arbeidsovereenkomst, er een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land tewerkstelt, betaalt hem een loon dat gelijkwaardig is aan het loon dat hij moet betalen aan een wettelijk tewerkgestelde werknemer in een vergelijkbare arbeidsverhouding krachtens één of meerdere bronnen van de verbintenissen in de arbeidsbetrekkingen tussen werkgevers en werknemers, zoals bedoeld in artikel 51 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.

    § 2. De werkgever die niet in België gevestigd is maar die, op basis van een arbeidsovereenkomst, er een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land tewerkstelt, betaalt hem een loon dat gelijkwaardig is aan het loon dat hij moet betalen aan een wettelijk tewerkgestelde werknemer in een vergelijkbare arbeidsverhouding krachtens één of meerdere bronnen van de verbintenissen in de arbeidsbetrekkingen tussen werkgevers en werknemers, zoals voorzien in artikel 51 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en die toepasselijk zijn krachtens, hetzij de wet van 5 maart 2002 tot omzetting van de richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot invoering van een vereenvoudigd stelsel betreffende het bijhouden van sociale documenten door ondernemingen die in België werknemers ter beschikking stellen, hetzij de wet van 14 juli 1987 houdende goedkeuring van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, van het Protocol en van twee Gemeenschappelijke Verklaringen, opgemaakt te Rome op 19 juni 1980, hetzij Verordening (EG) 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I).

    Art. 5. De werkgever die een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land tewerkstelt in België, betaalt aan de bevoegde diensten een bedrag dat gelijk is aan de belastingen en sociale zekerheidsbijdragen die hij zou hebben betaald als deze onderdaan van een derde land legaal was tewerkgesteld, met inbegrip van boetes wegens achterstallige betalingen en eventuele administratieve boetes.

    Art. 6. De werkgever die een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land heeft tewerkgesteld in België, betaalt, indien van toepassing, de kosten die samenhangen met de verzending van nabetalingen naar het land waarnaar de onderdaan van een derde land is teruggekeerd of is teruggestuurd.

    Art. 7. Wanneer de illegaal verblijvende onderdaan van een derde land in België wordt tewerkgesteld op basis van een arbeidsovereenkomst, wordt hij geacht er prestaties te hebben verricht gedurende een duur van minstens drie maanden, behoudens het bewijs van het tegendeel.

    HOOFDSTUK 4. - Faciliteren van klachten

    Art. 8. Kunnen in de rechtsgeschillen waartoe de toepassing van deze wet aanleiding kan geven, in rechte optreden ter verdediging van de rechten van de in België illegaal verblijvende onderdaan van een derde land die er tewerkgesteld is of was :

  3. de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties bedoeld in artikel 3 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;

  4. de representatieve vakorganisaties bedoeld in de wet van 19 december 1974 tot de regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;

  5. de representatieve vakorganisaties in het aangewezen orgaan van vakbondsoverleg voor de administraties, diensten of instellingen waarop de wet van 19 december 1974 tot de regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel niet van toepassing is;

  6. het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, alsook elke andere door de Koning bepaalde instelling van openbaar nut en vereniging die op de dag van de feiten tenminste drie jaar rechtspersoonlijkheid bezit en zich statutair tot doel stelt de belangen van de onderdanen van een derde land te verdedigen.

    Het optreden van deze organisaties, instellingen van openbaar nut en verenigingen laat het recht van de illegaal verblijvende onderdaan van een derde land onverkort om zelf op te treden, zich bij een vordering aan te sluiten of in het geding tussen te komen.

    Art. 9. De organisaties, instellingen van openbaar nut en verenigingen bedoeld in artikel 8 mogen optreden zonder een vorm van machtiging van de illegaal verblijvende onderdaan van een derde land.

    Art. 10. Onderdanen van derde landen helpen met het indienen van een klacht wordt niet beschouwd als hulpverlening bij illegaal verblijf bedoeld in artikel 77 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

    HOOFDSTUK 5. - Wijzigingsbepalingen

    Afdeling 1. - Deposito- en Consignatiekas

    Art. 11. In artikel 5 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, gewijzigd bij de wetten van 27 juni 1985, 26 juni 1992 en 27 december 2005, wordt een paragraaf 4/1 ingevoegd, luidende :

    " § 4/1. Als de werknemer een illegaal verblijvende onderdaan van een derde...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT