Samenwerkingsverdrag tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van het Koninkrijk Marokko inzake de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit en het terrorisme, de 20 mai 2022

Art. 1.

  1. Elke Verdragsluitende Partij verbindt zich ertoe om, conform het nationale recht en volgens de regels en voorwaarden bepaald door dit Verdrag, aan de andere Verdragsluitende Partij de ruimst mogelijke samenwerking te bieden in de gevallen dat de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit of het terrorisme een samenwerking tussen de Verdragsluitende Partijen noodzakelijk maakt.

    De Verdragsluitende Partijen verstaan voor de toepassing van dit Verdrag onder georganiseerde criminaliteit, elk misdrijf gepleegd door een criminele organisatie omschreven als een gestructureerde vereniging, van meer dan twee personen, die duurt in de tijd, die in overleg optreedt teneinde misdrijven te plegen die worden gestraft met een vrijheidsstraf of met een vrijheidsberovende veiligheidsmaatregel met een maximum van ten minste vier jaar of met een zwaardere straf, waarbij bedoelde misdrijven een doel op zichzelf zijn, dan wel een middel om een vermogensvoordeel te verkrijgen en, in voorkomend geval, de werking van de openbare overheden op onrechtmatige wijze te beïnvloeden.

    De Verdragsluitende Partijen verstaan voor de toepassing van dit Verdrag onder terrorisme, de terroristische misdrijven zoals gedefinieerd in het nationaal recht.

    Naast de kennisgeving zoals bedoeld in de eerste paragraaf van artikel 15 stellen de Verdragsluitende Partijen elkaar in een aparte verklaring in kennis van de terroristische misdrijven die, conform de derde paragraaf van dit artikel, op grond van het nationaal recht van elke Partij als dusdanig beschouwd worden. Deze verklaring kan op elk moment gewijzigd worden middels een kennisgeving aan de andere Partij.

  2. Met het oog hierop werken de Verdragsluitende Partijen samen op het stuk van de voorkoming, vervolging en bestrijding van de volgende misdrijven, te weten:

    - misdrijven en delicten tegen personen;

    - sluikhandel in verdovende middelen, psychotrope stoffen en precursoren;

    - sluikhandel in stoffen met dierlijke productiestimulerende werking die schadelijk voor de menselijke gezondheid zijn, alsook de ermee samenhangende misdrijven;

    - illegale immigratie;

    - proxenetisme en mensenhandel;

    - seksueel misbruik van kinderen en productie, verspreiding of bezit van pornografisch materiaal dat betrekking heeft op kinderen;

    - afpersing van geld;

    - diefstal en illegale handel van wapens, munitie, explosieven, radioactieve-, nucleaire- en biologische substanties, producten voor dubbel gebruik en andere gevaarlijke stoffen;

    - vervalsingen en namaak van betaalmiddelen en waardepapieren, evenals de verspreiding en het gebruik ervan;

    - sluikhandel in valse of vervalste documenten;

    - economische en financiële misdrijven;

    - inbreuken op goederen, waaronder diefstal, sluikhandel in kunstwerken en historische voorwerpen;

    - diefstal en illegale handel van motorvoertuigen;

    - witwassen van geld en illegale financiële transacties;

    - misdrijven die gelieerd zijn aan cybercriminaliteit;

    - terroristische misdrijven, met inbegrip van de financiering van terrorisme.

  3. De lijst bedoeld in de vorige paragraaf kan worden gewijzigd door middel van overeenkomsten tussen de bevoegde Ministers van de Verdragsluitende Partijen.

    Art. 2.

    De samenwerking tussen de Verdragsluitende Partijen heeft tevens betrekking op opsporing met het oog op lokalisatie:

    - van verdwenen personen en hulp bij de identificatie van lijken;

    - van gestolen, verdwenen of verduisterde voorwerpen.

    Art. 3.

    De Verdragsluitende Partijen werken samen op de in de artikelen 1 en 2 bedoelde gebieden en zulks op de volgende wijze:

    - uitwisseling van gegevens met betrekking tot de gebieden van samenwerking die tot dit Verdrag behoren;

    - logistieke, technische en wetenschappelijke bijstand, deskundigenonderzoeken en levering van gespecialiseerd technisch materiaal;

    - uitwisseling van ervaringen en goede praktijken;

    - samenwerking betreffende de beroepsopleiding;

    - hulp bij de voorbereiding van de uitvoering van verzoeken om wederzijdse rechtshulp in strafzaken, in voorkomend geval daaronder begrepen de gecontroleerde levering.

    De uitvoeringsmodaliteiten met betrekking tot deze middelen worden geregeld door overeenkomsten tussen de bevoegde Ministers van de Verdragsluitende Partijen.

    Art. 4.

    De Verdragsluitende Partijen verlenen elkaar bijstand en voorzien in een nauwe en voortdurende samenwerking. Zij wisselen inzonderheid alle relevante en belangrijke gegevens uit.

    Art. 5.

  4. De Verdragsluitende Partijen verbinden zich ertoe dat de diensten bevoegd...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT