Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de coördinatie van het beleid inzake grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen, de 13 juillet 2021

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied

Artikel 1. § 1. Dit samenwerkingsakkoord heeft tot doel het beleid op het gebied van de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen in het algemeen, en in het bijzonder het toezicht en de controle op de afvaloverbrengingen op het Belgisch grondgebied zoals gedefinieerd in artikel 2.34 van de Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen, overeenkomstig artikel 6, § 5, van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen te coördineren, rekening houdend met de respectieve bevoegdheden van de federale overheidsdiensten voor Financiën (douane en accijnzen) en Binnenlandse zaken (politie), en van de gewestelijke bevoegde overheden.

§ 2. Voor de toepassing van dit akkoord wordt verstaan onder:

- "Bevoegde overheid": die entiteit die volgens artikel 53 van de verordening werd meegedeeld aan de Europese Commissie, alsook, in voorkomend geval, de entiteit die op het gewestelijke vlak instaat voor de handhaving van de materie die door dit Samenwerkingsakkoord gevat is;

- "verordening": de Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen.

HOOFDSTUK 2. - Rol van de douane

Art. 2. § 1. De administratie der douane en accijnzen vult haar algemene controlebevoegdheid met betrekking tot de invoer, de uitvoer en de doorvoer over het douanegebied van de Europese gemeenschap en de haar door de verordening toegewezen taken op zulke wijze in dat de door haar uitgeoefende controles de kans verhogen op het ontdekken van illegale overbrengingen van afvalstoffen in de zin van de verordening.

§ 2. Ingeval de administratie der douane en accijnzen bij het uitoefenen van haar controlebevoegdheden een mogelijke illegale overbrenging van afvalstoffen en/of mogelijke andere inbreuken op de verordening ontdekt, deelt die administratie dat onmiddellijk mee aan de bevoegde overheid volgens een onderling afgesproken procedure zoals bepaald in artikel 12, § 1.

HOOFDSTUK 3. - Rol van de politie

Art. 3. In het kader van haar algemene opdracht, kan de politie, over het geheel van het Belgisch grondgebied, controles verrichten op de overbrenging van afvalstoffen, met het oog op de opsporing en vaststelling van overtredingen van de Europese, federale en regionale wetgeving en reglementering.

HOOFDSTUK 4. - Controles

Art. 4. Voor de toepassing van dit akkoord, moet onder controle worden verstaan: alle controles en inspecties op de overbrenging van afvalstoffen zoals vermeld in artikelen 2.35bis en 50 van de verordening. De partijen zijn het erover eens dat de prioriteiten met betrekking tot deze controles voorgesteld worden door de bevoegde overheden, rekening houdend met het Nationaal Veiligheidsplan. De prioriteiten worden in de coördinatiegroep besproken.

HOOFDSTUK 5. - Opleiding en ondersteuning

Art. 5. § 1. Voor opleidingen over aangelegenheden die tot de werkingssfeer van dit samenwerkingsakkoord behoren, kunnen de partijen een beroep doen op elkaars deskundigen. De partijen bij dit akkoord stellen gespecialiseerde opleidingen in de mate van het mogelijke voor deelname open aan elkaar.

§ 2. De bevoegde overheden onderzoeken in welke mate werk kan gemaakt worden van een permanentiesysteem voor vragen en meldingen over de materie waarover dit samenwerkingsakkoord handelt.

§ 3. De partijen kunnen elkaar ondersteunen met technische hulpmiddelen, in functie van ieders mogelijkheden.

§ 4. De partijen werken samen bij de ontwikkeling van ondersteunend materiaal, zoals interne procedures en brochures met betrekking tot de controle van grensoverschrijdende afvaloverbrengingen.

§ 5. Zolang de personele bezetting het toelaat, en na afweging van de noodzaak, kunnen de partijen elkaar verzoeken om fysiek te participeren in controles.

§ 6. De bevoegde overheden overleggen om geharmoniseerde praktische regelingen toe te passen met betrekking tot met name:

- hoe vaststellingen dienen te gebeuren over de grensoverschrijdende overbrengingen afkomstig van of bestemd voor een ander gewest,

- hoe deze vaststellingen worden overgemaakt aan de respectievelijke bevoegde overheden,

- hoe de opvolging dient te gebeuren van illegale grensoverschrijdende overbrengingen afkomstig uit of bestemd voor een ander gewest.

HOOFDSTUK 6. - Uitwisseling van informatie

Art. 6. § 1. Om de uitwisseling van gegevens met het oog op een doeltreffende controle op de overbrengingen van afvalstoffen mogelijk te maken, zorgen de overheden die bevoegd zijn voor de overbrenging van afvalstoffen, ieder voor wat haar betreft en binnen haar eigen bevoegdheden, ervoor dat alle gegevens betreffende de kennisgevingen en afschriften van kennisgevingen die ze ontvangen en de toestemmingen die ze geven krachtens de titels II, IV, V en VI van de verordening, alsook betreffende de beslissingen die ze treffen in verband met die kennisgevingen, voor zover deze gegevens voorkomen op de kennisgevings- en vervoersdocumenten bedoeld in deze verordening, in een gegevensbank worden ingevoerd.

§ 2. De in § 1 bedoelde overheden zorgen ervoor dat alle gegevens die in de gegevensbanken worden ingevoerd toegankelijk zijn via het nummer van het kennisgevingsdocument en vrij kunnen worden geraadpleegd door alle bevoegde overheden, hun toezichthouders, de ambtenaren van de Administratie der douane en accijnzen van de Federale Overheidsdienst Financiën en de politieambtenaren van lokale en federale politie met het oog op het verrichten van de controles op de grensoverschrijdende overbrengingen van afvalstoffen zoals bedoeld in dit akkoord.

§ 3. Indien een bevoegde overheid besluit om, met betrekking tot kennisgevingen, over te gaan tot elektronische gegevensuitwisseling met buitenlandse bevoegde overheden, dan gebeurt dit in overleg met de andere bevoegde overheden in België. De bevoegde overheden in België streven naar hetzelfde elektronische systeem van gegevensuitwisseling.

§ 4. Wanneer de Interregionale Verpakkingscommissie kennis krijgt van een onregelmatigheid met betrekking tot de verordening in het kader van een overbrenging in doorvoer, dan brengt zij de betrokken inspectiedienst op de hoogte.

De betrokken inspectiedienst is in dit geval:

- indien het transport zich op het Belgische grondgebied bevindt, de inspectiedienst van het gewest waar het transport zich fysiek bevindt;

- indien het transport zich niet op het Belgische grondgebied bevindt, de inspectiedienst van het gewest waarlangs het transport België is binnengekomen of zal binnenkomen.

Art. 7. § 1. De partijen bij dit akkoord wisselen alle informatie uit die nodig is voor een doeltreffende controle op de materie die door dit akkoord gevat is, verantwoordingsinformatie en informatie ten behoeve van risicoanalyse inbegrepen. Desalniettemin blijft de toegang van de bevoegde overheden tot gegevens die deel uitmaken van een strafdossier onderworpen aan de bepalingen van het Wetboek van Strafvordering en van artikel 125 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken, totdat de toegang tot deze gegevens wettelijk geregeld wordt.

§ 2. De...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT