Decreet betreffende de rustpensioenen toegekend aan de ambtenaren van de ' Radio-Télévision belge de la Communauté francaise ' (RTBF). (Vertaling) (NOTA 2 : Opgeheven in de toekomst op een onbepaalde datum door BFG 2002-06-20/38, art. 7) (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 16-12-1993 en tekstbijwerking tot 20-09..., de 29 novembre 1993

VOORAFGAANDE TITEL. - Toepassingsgebied.

Artikel 1. Er wordt een rustpensioen ten laste van de RTBF toegekend aan de ambtenaren van de RTBF onder de voorwaarden en volgens de bij dit decreet nader bepaalde regels.

TITEL I. - Het recht op het pensioen en de in aanmerking komende diensten.

HOOFDSTUK I. - Rustpensioenen wegens leeftijd en anciënniteit.

Art. 2. De ambtenaren worden in ruste gesteld de eerste dag van de maand die volgt op die van hun vijfenzestigste verjaardag. Ze worden tot het pensioen toegelaten als zij twintig jaar diensten en periodes hebben gepresteerd die in aanmerking komen voor de opening van het recht op het pensioen.

Art. 3. De ambtenaren kunnen tot het pensioen worden toegelaten vanaf de leeftijd van zestig jaar als zij twintig jaar diensten en periodes hebben gepresteerd die in aanmerking komen voor de opening van het recht op het pensioen.

Art. 4. De bepalingen van artikel 3 kunnen op de betrokkenen die het aanvragen, worden toegepast. De aanvraag moet ten minste zes maanden vóór de datum waarop de ambtenaar tot het pensioen wenst te worden toegelaten, worden ingediend.

Art. 5. Voor de opening van het recht op het pensioen en voor de berekening van het pensioen ten laste van de RTBF, komen in aanmerking :

  1. de statutaire diensten en periodes die recht verlenen op een activiteitswedde ten laste van de RTBF. Met de diensten die door een activiteitswedde worden bezoldigd, worden gelijkgesteld, de periodes van verlof wegens ziekte en de periodes van disponibiliteit met genot van een wachtgeld, voor zover de betrokkene gedurende die periodes niet onder een andere pensioenregeling viel;

  2. de periodes gedurende welke de ambtenaar binnen de RTBF diensten heeft gepresteerd in het kader van een arbeidsovereenkomst vóór zijn benoeming in de personeelsformatie van de RTBF. De diensten met onvolledige prestaties die lager zijn dan de helft van een voltijdse prestatie, worden niet in aanmerking genomen;

  3. de in de leden 1° en 2° bedoelde diensten die in de Belgische Nationale Radio, in het Nationaal Instituut voor Radio-omroep en in één van de Instituten van de Belgische Radio en Televisie werden gepresteerd;

    1. de werkelijke militaire diensten en de tijd doorgebracht in het leger op voet van oorlog alsook de diensten gepresteerd bij de civiele bescherming of besteed aan taken van openbaar nut bij toepassing van de wetten houdende het statuut van de gewetensbezwaarden, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 20 februari 1980;

    2. de tijd gedurende welke de ambtenaren van het NIR werden gevangengenomen of gedeporteerd uit hoofde van hun vaderlandse houding of omdat zij geweigerd hebben aan de bevelen van de Duitse overheid te gehoorzamen bij de uitoefening of naar aanleiding van de uitoefening van hun ambt;

    3. de tijd waarvoor de personen vallen onder het statuut van burgerlijke weerstander, werkweigeraar of gedeporteerde tot de verplichte tewerkstelling van de oorlog 1940-1945, voor zover zij vóór 1 augustus 1955 in dienst zijn getreden of voor zover de koloniale diensten die zij in aanmerking mogen laten komen voor het recht op of de berekening van hun moederlands pensioen vóór die datum begonnen waren, en die periode niet reeds voor andere diensten in aanmerking komt;

    4. de tijd waarvoor personen vallen onder de wet van 21 november 1974 houdende statuut van weerstander tegen het nazisme in de ingelijfde gebieden, voor zover zij vóór 1 augustus 1955 in dienst zijn getreden of voor zover de koloniale diensten die zij in aanmerking mogen laten komen voor het recht op of de berekening van hun moederlands pensioen vóór die datum begonnen waren, en die periode niet reeds voor andere diensten in aanmerking komt;

    5. de tijd waarvoor personen het statuut van politieke gevangene van de oorlog 1940-1945 bezitten, voor zover zij vóór 1 augustus 1955 in dienst zijn getreden of voor zover de koloniale diensten die zij in aanmerking mogen laten komen voor het recht op of de berekening van het moederlands pensioen vóór die datum begonnen waren, en die periode niet reeds voor andere diensten in aanmerking komt;

    6. voor de berekening van het pensioen :

    - telt de tijd werkelijke aanwezigheid in het korps, doorgebracht in het leger op voet van oorlog, dubbel of driedubbel volgens de regels die vastgesteld zijn voor het bekomen van het militair pensioen wegens dienstanciënniteit;

    - tellen de in de leden b, c, d, e bedoelde periodes voor hun werkelijke duur, dubbel of driedubbel, overeenkomstig de bepalingen die toepasselijk zijn op de rustpensioenen van de Rijksambtenaren;

  4. de Afrikadiensten, bezoldigd door de Kolonie van Belgisch-Congo of Rwanda of Burundi;

    de diensten gepresteerd door de leden van het beroepspersoneel van de kaders van Afrika worden in aanmerking genomen voor de berekening van het pensioen, overeenkomstig artikel 12 van het koninklijk besluit van 21 mei 1964 houdende coördinatie van de wetten betreffende het personeel in Afrika, als het gaat om ambtenaren die in dienst zijn getreden in de Instituten van de Belgische Radio en Televisie, nadat ze meer dan drie jaar en minder dan vijftien jaar als lid van het beroepspersoneel van de kaders van Afrika hebben doorgebracht;

  5. de tijd doorgebracht in dienst van de UER alsook de tijd doorgebracht als gedetacheerde in de filialen waarvan de RTBF ten minste 50 pct. van het kapitaal bezit; die periodes komen niet in aanmerking voor de berekening van het pensioen ten laste van de RTBF;

  6. de tijd doorgebracht als gedetacheerde in een ministerieel kabinet;

  7. de tijd doorgebracht als gedetacheerde in een erkende vakorganisatie, krachtens het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 5 april 1984 tot regeling van de sociale betrekkingen in de instellingen van openbaar nut die onder de Franse Gemeenschap ressorteren;

  8. de periode van verlof wegens bijzondere opdracht, volgens de hierna nader bepaalde regels :

    1. de beslissingen van de Raad van bestuur waarbij de bijzondere opdracht wordt toegelaten, kunnen bepalen dat de duur ervan zowel voor de opening van het recht op het pensioen als voor de berekening ervan in aanmerking kan komen; de in aanmerking komende duur mag echter slechts langer zijn dan één jaar wanneer de inhoudingen en de toelage bedoeld in artikel 3b en c van het decreet van 18 mei 1992 tot oprichting van een Fonds voor de pensioenen van de vast benoemde personeelsleden van de " Radio-Télévision belge de la Communauté francaise (RTBF) " en hun rechthebbenden, in dat Fonds worden gestort;

    2. in geen enkel geval mogen de opdrachtperiodes geteld worden voor een duur die langer is dan die van de werkelijke loopbaanprestaties;

    3. indien de ambtenaar, gedurende de uitoefening van een bijzondere opdracht, rechten heeft gecreëerd op een ander rustpensioen toegekend door een pensioenregeling bepaald krachtens een buitenlandse wetgeving of een pensioenregeling van een instelling onder publiek internationaal recht, of indien hij een invaliditeitspensioen geniet of een kapitaal ontvangt dat als zo'n pensioen geldt, worden de periodes waarop die voordelen betrekking hebben niet in aanmerking genomen voor de berekening van het pensioen;

  9. de periode van statutaire stage in een andere betrekking van een openbare dienst, voor zover ze geen recht opent op een pensioen in een andere publiekrechtelijke pensioenregeling;

  10. de periodes van ouderschapsverlof en verlof om dwingende redenen van familiaal belang;

  11. de periodes van onderbreking van de beroepsloopbaan of van verminderde prestaties, volgens de hierna nader bepaalde regels :

    1. voor de eerste twaalf maanden : de periode die in aanmerking zou zijn genomen indien de loopbaan niet was onderbroken of indien de prestaties niet waren verminderd;

    2. voor de volgende achtenveertig maanden : de periodes waarvoor de ambtenaar een persoonlijke bijdrage heeft gestort die bedoeld is in artikel 31 van het decreet van 3 juli 1986 betreffende de overlevingspensioenen toegekend aan de rechthebbenden van de ambtenaren van de " Radio-Télévision belge de la Communauté francaise (RTBF) " en die bepaald is, naar gelang van het geval, op grond van de wedde die hij zou hebben ontvangen indien hij in dienst was gebleven of van het verschil tussen die wedde en de wedde die hij werkelijk ontvangt. Die periodes komen in aanmerking op de in a bedoelde wijze.

      De storting van die bijdrage is gedurende ten hoogste vierentwintig maanden niet vereist voor de periodes tijdens welke de ambtenaar of zijn onder hetzelfde dak wonende echtgenoot kinderbijslag ontvangt voor een kind dat minder dan zes jaar oud is.

      De persoonlijke bijdrage wordt in het Fonds voor pensioenen gestort.

      De ambtenaar die de hierboven bedoelde periodes wenst te laten gelden is ertoe gehouden de verbintenis aan te gaan de vereiste stortingen te verrichten.

      Worden alleen geldig gemaakt, de periodes en periodebreuken van loopbaanonderbreking of vermindering van de prestaties waarvoor de bijdragen in het Fonds voor pensioenen worden gestort voordat het pensioen ingaat, maar uiterlijk op 31 december van het jaar dat volgt op het jaar gedurende hetwelk de periode of de breuk van een periode die de ambtenaar wenst te doen gelden, ligt;

    3. in geen enkel geval kunnen de periodes van onderbreking van de beroepsloopbaan worden geteld als een duur die langer is dan de werkelijke loopbaanprestaties.

      HOOFDSTUK II. - Rustpensioenen wegens lichamelijke ongeschiktheid.

      Art. 6. Tot het pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid, ongeacht hun leeftijd en de duur van hun diensten, kunnen worden toegelaten, de ambtenaren die door de bevoegde medische overheid worden erkend als ongeschikt voor het verder uitoefenen van hun ambt of een ander ambt bij wijze van nieuwe aanwijzing voor een betrekking die beter beantwoord aan hun lichamelijke geschiktheid.

      Art. 7. Het pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid wordt tijdelijk voor een periode van twee jaar toegekend.

      Het kan echter definitief worden toegekend indien de bevoegde medische overheid vaststelt dat de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT