Uittreksel uit arrest nr. 162/2007 van 19 december 2007 Rolnummers 4284, 4290 en 4291 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 371 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, geste

Uittreksel uit arrest nr. 162/2007 van 19 december 2007

Rolnummers 4284, 4290 en 4291

In zake : de prejudiciÎle vragen betreffende artikel 371 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep te Luik en de Rechtbank van eerste aanleg te Luik.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechters E. De Groot, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de prejudiciÎle vragen en rechtspleging

    1. Bij arrest van 5 september 2007 in zake de CVBA ´ G.T.C.I.M. ª tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 september 2007, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciÎle vraag gesteld :

      ´ Schendt artikel 371 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in samenhang gelezen met de artikelen 32 en 52 van het Gerechtelijk Wetboek en de arresten van het Arbitragehof inzake beroepstermijn (arresten nrs. 13/2001, 125/2001, 20/2003, 170/2003 en 48/2006) en zo geÔnterpreteerd dat de datum van verzending vermeld op het aanslagbiljet, de datum is waarop de bezwaartermijn een aanvang neemt, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, artikel 14.1 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 19 december 1966 en artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden doordat :

      1. dit tot gevolg heeft dat de termijn voor het indienen van een fiscaal bezwaarschrift een aanvang neemt op een ogenblik waarop de geadresseerde geen kennis kan hebben van het aanslagbiljet;

      2. de effectieve termijn voor het indienen van een bezwaarschrift waarover elke geadresseerde beschikt, varieert naar gelang van, enerzijds, de tijd die de Federale Overheidsdienst FinanciÎn gebruikt heeft om het genoemde aanslagbiljet af te geven aan de postdiensten en, anderzijds, de tijd die de postdiensten gebruikt hebben om de zending ter bestemming te brengen, zodat, in feite, bepaalde geadresseerden over een kortere termijn zouden beschikken dan andere ? ª.

    2. Bij vonnis van 6 september 2007 in zake de nv ´ Etablissements Hubert Monfort ª tegen de stad Luik, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 september 2007, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciÎle vragen gesteld :

      1. ´ Schendt artikel 371 van het WIB 1992, dat van toepassing is op de gemeentebelastingen ingevolge artikel 12 van de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT