Arrest nr. 30/2003 van 26 februari 2003 Rolnummers 2598, 2600, 2602, 2603, 2605, 2617 en 2621 In zake : de vorderingen tot gehele of gedeeltelijke schorsing van de wet van 13 december 2002 tot wijzigi

Arrest nr. 30/2003 van 26 februari 2003

Rolnummers 2598, 2600, 2602, 2603, 2605, 2617 en 2621

In zake : de vorderingen tot gehele of gedeeltelijke schorsing van de wet van 13 december 2002 tot wijziging van het Kieswetboek evenals zijn bijlage en van de wet van 13 december 2002 houdende verschillende wijzigingen van de kieswetgeving, ingesteld door H. Vandenberghe en anderen, door G. Annemans en anderen, door B. Laeremans en H. Goyvaerts, door R. Duchatelet, door de v.z.w. Nieuw-Vlaamse Alliantie en anderen en door J. Van den Driessche.

Het Arbitragehof,

samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts,

wijst na beraad het volgende arrest :

I. Onderwerp van de vorderingen tot schorsing

  1. Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 14, 16 en 24 januari 2003 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 15, 17 en 27 januari 2003, zijn vorderingen tot gehele of gedeeltelijke (de artikelen 2 tot 6, 9, 10 en 11) schorsing van de wet van 13 december 2002 tot wijziging van het Kieswetboek evenals zijn bijlage (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 januari 2003), ingesteld door :

    1. H. Vandenberghe, wonende te 3110 Rotselaar, Walenstraat 12, H. Van Rompuy, wonende te 1640 Sint-Genesius-Rode, Hoevestraat 41, en C. Devlies, wonende te 3000 Leuven, Bondgenotenlaan 132;

    2. B. Laeremans, wonende te 1850 Grimbergen, Nieuwe Schapenweg 2, en H. Goyvaerts, wonende te 3001 Heverlee, Huttenlaan 21;

    3. de v.z.w. Nieuw-Vlaamse Alliantie, met zetel te 1000 Brussel, Barricadenplein 12, G. Bourgeois, wonende te 8870 Izegem, Baronnielaan 12, D. Pieters, wonende te 3000 Leuven, Brouwerstraat 33, F. Brepoels, wonende te 3500 Hasselt, Maastrichtersteenweg 144, B. Weyts, wonende te 1653 Dworp, 's Hertogenbos 15, L. Maes, wonende te 1930 Zaventem, Groenveld 16, en M. Billiau, wonende te 7780 Komen, Werviksesteenweg 431.

  2. Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 14, 16, 20 en 24 januari 2003 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 15, 17, 21 en 27 januari 2003, zijn vorderingen tot gehele of gedeeltelijke (de artikelen 6, 10, 12, 16, 29 en 30) schorsing van de wet van 13 december 2002 houdende verschillende wijzigingen van de kieswetgeving (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 januari 2003), ingesteld door :

    1. H. Vandenberghe, H. Van Rompuy en C. Devlies, voornoemd;

    2. G. Annemans, wonende te 2050 Antwerpen, Blancefloerlaan 175, bus 91, B. Laeremans en H. Goyvaerts, voornoemd, en J. Van Hauthem, wonende te 1750 Lennik, Scheestraat 21;

    3. R. Duchatelet, wonende te 2100 Deurne, E. Van Steenbergenlaan 52;

    4. de v.z.w. Nieuw-Vlaamse Alliantie, G. Bourgeois, D. Pieters, F. Brepoels, B. Weyts, L. Maes en M. Billiau, voornoemd.

  3. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 30 januari 2003 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 31 januari 2003, heeft J. Van den Driessche, wonende te 1700 Dilbeek, Baron de Vironlaan 80, bus 25, een vordering tot schorsing ingesteld van artikel 5 van de wet van 13 december 2002 tot wijziging van het Kieswetboek evenals zijn bijlage, en artikel 16 van de wet van 13 december 2002 houdende verschillende wijzigingen van de kieswetgeving.

    Alle verzoekende partijen vorderen eveneens de vernietiging van de bepalingen waarvan ze de schorsing vragen.

    Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 2598 (a.1.), 2600 (b.1.), 2602 (a.2.), 2603 (b.2.), 2605 (b.3.), 2617 (a.3. en b.4.) en 2621 (c.) van de rol van het Hof.

    II. De rechtspleging

  4. De zaken nrs. 2598, 2600, 2602, 2603 en 2605

    Bij beschikkingen van 15, 17 en 21 januari 2003 heeft de voorzitter in functie de rechters van de respectieve zetels aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof.

    De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was om in die zaken artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen.

    Bij beschikking van 21 januari 2003 heeft het Hof de zaken samengevoegd.

    Bij beschikking van dezelfde dag heeft voorzitter A. Arts de zaken voorgelegd aan het Hof in voltallige zitting.

    Bij beschikking van 21 januari 2003 heeft het Hof de dag van de terechtzitting bepaald op 12 februari 2003, na te hebben gezegd dat de eventuele schriftelijke opmerkingen van de in artikel 76, § 4, van voormelde bijzondere wet bedoelde gezagsorganen ter griffie dienden toe te komen uiterlijk op 10 februari 2003.

    Van die laatste beschikking is kennisgegeven aan bedoelde autoriteiten evenals aan de verzoekende partijen, bij op 22 januari 2003 ter post aangetekende brieven.

  5. De zaak nr. 2617

    Bij beschikking van 27 januari 2003 heeft de voorzitter in functie de rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof.

    De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen.

    Bij beschikking van 28 januari 2003 heeft het Hof de zaak nr. 2617 bij de reeds samengevoegde zaken nrs. 2598, 2600, 2602, 2603 en 2605 gevoegd.

    Bij beschikking van dezelfde dag heeft het Hof de dag van de terechtzitting bepaald op 12 februari 2003, na te hebben gezegd dat de eventuele schriftelijke opmerkingen van de in artikel 76, § 4, van voormelde bijzondere wet bedoelde gezagsorganen ter griffie dienden toe te komen uiterlijk op 10 februari 2003.

    Van die beschikkingen is kennisgegeven aan bedoelde autoriteiten evenals aan de verzoekende partijen, bij op 29 januari 2003 ter post aangetekende brieven.

  6. De zaak nr. 2621

    Bij beschikking van 31 januari 2003 heeft de voorzitter in functie de rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof.

    De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen.

    Bij beschikking van 5 februari 2003 heeft het Hof de dag van de terechtzitting bepaald op 12 februari 2003, na te hebben gezegd dat de eventuele schriftelijke opmerkingen van de in artikel 76, § 4, van voormelde bijzondere wet bedoelde gezagsorganen ter griffie dienden toe te komen uiterlijk op 10 februari 2003.

    Van die beschikking is kennisgegeven aan bedoelde autoriteiten evenals aan de verzoekende partij, bij op 5 februari 2003 ter post aangetekende brieven.

    Bij beschikking van 11 februari 2003 heeft het Hof de zaak nr. 2621 bij de reeds samengevoegde zaken nrs. 2598, 2600, 2602, 2603, 2605 en 2617 gevoegd.

  7. Alle samengevoegde zaken

    De Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, heeft op 10 februari 2003 schriftelijke opmerkingen neergelegd.

    Op de openbare terechtzitting van 12 februari 2003 :

    - zijn verschenen :

    . Mr. L. Wynant, advocaat bij de balie te Brussel, en Mr. B. Beelen, advocaat bij de balie te Leuven, voor de verzoekende partijen in de zaken nrs. 2598 en 2600;

    . Mr. E. Pison, advocaat bij de balie te Brussel, voor de verzoekende partijen in de zaken nrs. 2602 en 2603;

    . Mr. W. Niemegeers, advocaat bij de balie te Gent, voor de verzoekende partijen in de zaken nrs. 2605 en 2621;

    . Mr. M. Storme en Mr. I. Rogiers, advocaten bij de balie te Brussel, voor de verzoekende partijen in de zaak nr. 2617;

    . Mr. P. Peeters, advocaat bij de balie te Antwerpen, Mr. B. Verdegem loco Mr. J.-L. Jaspar, advocaten bij de balie te Brussel, en Mr. B. Degraeve loco Mr. B. Bronders, advocaten bij de balie te Brugge, voor de Ministerraad;

    - hebben de rechters-verslaggevers L. Lavrysen en P. Martens verslag uitgebracht;

    - zijn de voornoemde advocaten gehoord;

    - zijn de zaken in beraad genomen.

    De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof.

    III. In rechte

    - A -

    Ten aanzien van het belang

    A.1. De verzoekers in de zaken nrs. 2598 en 2600 zijn kiezer in de zin van artikel 1 van het Kieswetboek en kandidaat bij de eerstvolgende federale parlementsverkiezingen. De eerste verzoeker is tevens senator, de tweede verzoeker volksvertegenwoordiger, de derde verzoeker voorzitter van het arrondissementeel bestuur CD&V Leuven. Ter staving van hun belang verwijzen zij naar de rechtspraak van het Hof volgens welke elke kiezer of kandidaat doet blijken van het vereiste belang om de vernietiging te vorderen van bepalingen die zijn stem of zijn kandidatuur ongunstig kunnen beïnvloeden.

    Ook de verzoekers in de zaken nrs. 2602, 2603, 2605 en 2621 zijn kandidaat bij de eerstvolgende parlementsverkiezingen. De verzoekers in de zaak nr. 2602 en de eerste drie verzoekers in de zaak nr. 2603 zijn tevens volksvertegenwoordiger, de vierde verzoeker in de zaak nr. 2603 is tevens senator.

    De eerste verzoekende partij in de zaak nr. 2617 is een vereniging zonder winstoogmerk die als maatschappelijk doel heeft de « verdediging en bevordering van politieke, culturele, sociale en economische belangen der Vlamingen ». Zij komt als politieke partij op bij de verkiezingen en heeft mandatarissen in de Kamer van volksvertegenwoordigers. De overige verzoekers in dezelfde zaak treden op als kiezer en kandidaat bij de eerstvolgende parlementsverkiezingen. De tweede, derde en vierde verzoeker zijn tevens volksvertegenwoordiger.

    Ten aanzien van het eerste middel in de zaak nr. 2598

    A.2. Het middel is afgeleid uit een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met de artikelen 63 en 64 van de Grondwet, met artikel 3 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en, voor zoveel als nodig, met artikel 14 van dat Verdrag.

    A.3.1. In een eerste onderdeel voeren de verzoekers aan dat artikel 4 van de wet van 13 december 2002 tot wijziging van het Kieswetboek evenals...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT