Uittreksel uit arrest nr. 50/2007 van 28 maart 2007 Rolnummers 3766 en 3846 In zake : de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 154bis, eerste lid, eerste streepje, van het Wetboek van

Uittreksel uit arrest nr. 50/2007 van 28 maart 2007

Rolnummers 3766 en 3846

In zake : de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 154bis, eerste lid, eerste streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij artikel 23 van de wet van 3 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg, ingesteld door Paul De Mulder en Chantal Geuvens.

Het Arbitragehof,

samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging

    1. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 2 september 2005 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 5 september 2005, heeft Paul De Mulder, wonende te 7022 Hyon, rue des Américains 11, beroep tot vernietiging ingesteld van de woorden « en die tewerkgesteld zijn door een werkgever onderworpen aan de wet van 5 december 1968 aangaande de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités » in artikel 154bis, eerste lid, eerste streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij artikel 23 van de wet van 3 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 19 juli 2005).

    2. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 11 januari 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 13 januari 2006, heeft Chantal Geuvens, wonende te 6200 Châtelet, rue du Carabinier Français 14, beroep tot vernietiging ingesteld van dezelfde woorden in voormeld artikel 154bis, eerste lid, eerste streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

    Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3766 en 3846 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van het onderwerp van de beroepen

    B.1.1. Artikel 23 van de wet van 3 juli 2005 « houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg » voegt in titel II, hoofdstuk III, afdeling I, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 een onderafdeling IIIbis in met als opschrift « Vermindering voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een overwerktoeslag », die een artikel 154bis bevat dat luidt :

    Er wordt een belastingvermindering verleend aan de werknemers :

    - die onderworpen zijn aan de arbeidswet van 16 maart 1971 en die tewerkgesteld zijn door een werkgever onderworpen aan de wet van 5 december 1968 aangaande de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;

    - en die gedurende het belastbare tijdperk overwerk hebben gepresteerd dat, overeenkomstig artikel 29 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het paritair comité voor het bouwbedrijf ressorteren, recht geeft op een overwerktoeslag.

    De belastingvermindering is gelijk aan 24,75 pct. van het totaal van de berekeningsgrondslagen voor de overwerktoeslag betreffende de uren die de werknemer tijdens het belastbare tijdperk als overwerk heeft...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT