Uittreksel uit arrest nr. 12/2007 van 17 januari 2007 Rolnummers 3867, 3868, 3872, 3880 en 3883 In zake : de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 3 juli 2005 tot wijziging van bepa

Uittreksel uit arrest nr. 12/2007 van 17 januari 2007

Rolnummers 3867, 3868, 3872, 3880 en 3883

In zake : de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 3 juli 2005 tot wijziging van bepaalde aspecten van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse bepalingen met betrekking tot de politiediensten, ingesteld door de vzw « Groep Brevethouders Officier Gemeentepolitie » en anderen.

Het Arbitragehof,

samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging

    1. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 26 januari 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 27 januari 2006, heeft de vzw « Groep Brevethouders Officier Gemeentepolitie », met zetel te 2900 Schoten, Eugene Verbiststraat 32, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 13, 15, 17 en 19 tot 31 van de wet van 3 juli 2005 tot wijziging van bepaalde aspecten van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse bepalingen met betrekking tot de politiediensten (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 juli 2005, tweede editie).

    2. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 26 januari 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 27 januari 2006, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 13, 15, 17 en 19 tot 31 van dezelfde wet, door A. Vogel, wonende te 9850 Nevele, Prosper Cocquytstraat 9, H. Smet, wonende te 9170 Sint-Pauwels, Beekstraat 76, en K. Derous, wonende te 8480 Ichtegem, Populierenlaan 48.

    3. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 26 januari 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 27 januari 2006, is beroep tot vernietiging ingesteld :

      - van de artikelen 28 tot 30 van dezelfde wet, door D. Van den Bussche, wonende te 2070 Zwijndrecht, Elzelaarstraat 14, C. Van Belleghem, wonende te 1500 Halle, Broekborre 196, P. De Bruyn, wonende te 2531 Vremde, Anemonenlaan 19, en H. Vandenbussche, wonende te 8400 Oostende, Salvialaan 39;

      - van de artikelen 9 en 35 van dezelfde wet, door F. Braem, wonende te 8200 Brugge, Hovenierslanden 4, A. Beeckman, wonende te 9000 Gent, Sint-Denijslaan 293, en F. Maes, wonende te 2520 Ranst, Schawijkstraat 80;

      - van de artikelen 14, 37, 3°, en 42 van dezelfde wet, door G. Vanhees, wonende te 3740 Borgloon, Stationsplein 9, E. Herckens, wonende te 3723 Kortessem, Lelielaan 21, B. Santermans, wonende te 2830 Wellen, Blokenstraat 10, en M. Follon, wonende te 3840 Borgloon, Guldenbodemlaan 69;

      - van de artikelen 22 en 23 van dezelfde wet, door C. Vennekens, wonende te 2150 Borsbeek, Frans Beirenslaan 52;

      - van artikel 42 van dezelfde wet, door E. De Baeck, wonende te 1840 Londerzeel, Linde 76, K. Minnen, wonende te 1540 Herfelingen, Barakkenbergstraat 5, en D. Van der Niepen, wonende te 9300 Aalst, Hof ten Bergestraat 197;

      - van de artikelen 37, 4°, en 39 van dezelfde wet, door D. Van der Niepen, voornoemd;

      - van artikel 19 van dezelfde wet, door L. Vanmassenhove, wonende te 8000 Brugge, Graaf de Meulenaerelaan 28;

      - van artikel 14 van dezelfde wet, door E. Herckens, voornoemd;

      - van de artikelen 11 en 44 van dezelfde wet, door P. De Ridder, wonende te 1861 Meise, Slozenstraat 36, F. Maes, A. Beeckman en F. Braem, voornoemd.

    4. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 januari 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 januari 2006, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 42 van dezelfde wet, door de vzw « Nationaal Syndicaat van het Politie- en Veiligheidspersoneel », met zetel te 1040 Brussel, Generaal Bernheimlaan 18/20, F. Claes, wonende te 3500 Hasselt, Spoorwegstraat 95, en H. Roggeman, wonende te 9308 Hofstade, Kandriesstraat 11.

    5. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 28 januari 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 januari 2006, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 28 en 29 van dezelfde wet, door de vzw « Nationaal Syndicaat van het Politie- en Veiligheidspersoneel », met zetel te 1040 Brussel, Generaal Bernheimlaan 18/20, M. Buteneers, wonende te 3910 Neerpelt, Overwegstraat 25, en E. Peetermans, wonende te 3290 Diest, Keibergstraat 17.

      Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3867, 3868, 3872, 3880 en 3883 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

      (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen

    B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van een aantal bepalingen van de wet van 3 juli 2005 tot wijziging van bepaalde aspecten van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse bepalingen met betrekking tot de politiediensten.

    In de zaken nrs. 3867 en 3868 is het beroep gericht tegen de artikelen 13, 15, 17 en 19 tot en met 31, in de zaak nr. 3872 tegen de artikelen 9, 11, 14, 19, 22, 23, 28 tot en met 30, 35, 37, 3° en 4°, 39, 42 en 44, in de zaak nr. 3880 tegen artikel 42 en in de zaak nr. 3883 tegen de artikelen 28 en 29 van de voormelde wet.

    De bestreden bepalingen - met uitzondering van de artikelen 42 en 44 - maken deel uit van hoofdstuk IV van de voormelde wet van 3 juli 2005. Dat hoofdstuk heeft als opschrift : « Wijzigingen van Deel XII van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (' RPPol '), bekrachtigd door de programmawet van 30 december 2001 ».

    Die bepalingen luiden :

    Art. 9. Artikel XII.II.28 RPPol wordt aangevuld met het volgende lid :

    'Onverminderd het eerste lid, kunnen de personeelsleden die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit onder het toepassingsgebied van artikel XII.II.26 vallen en die het in het tweede lid bedoelde weddesupplement voor wachtprestaties vóór die inwerkingtreding niet genoten, ervoor opteren om hun referentiebedrag te verhogen met 32 443 BEF (804,25 euro). Op dit bedrag wordt geen vermenigvuldigingsfactor toegepast. Deze optie gebeurt volgens de regels bepaald in artikel XII.XI.17, § 2, derde lid, 5°.'

    .

    Art. 11. In tabel D1 van bijlage 11 RPPol worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1° in de eerste kolom wordt een punt 1.3. ingevoegd, luidende :

    '1.3. Commissaris van politie eerste klasse';

    2° in de tweede kolom, linkerkant, worden, ter hoogte van het punt 1.3., zes lijnen ingevoegd, luidende :

    'O2 (960 000-1 430 000)

    O2ir (1 075 200-1 601 600)

    O3 (1 000 000-1 600 000)

    O3ir (1 120 000-1 792 000)

    O4 (1 110 000-1 773 000)

    O4ir (1 176 600-1 879 380)';

    3° in de tweede kolom, rechterkant, worden, ter hoogte van het punt 1.3., twee lijnen ingevoegd, luidende :

    'O4bis (1 240 000-1 942 000)

    O4bisir (1 314 400-2 058 520)';

    4° in de derde kolom wordt, ter hoogte van het punt 1.3., een punt 3.26. ingevoegd, luidende :

    '3.26. Gerechtelijk afdelingscommissaris/Laboratorium-afdelingscommissaris/Afdelings-commissaris van de dienst telecommunicatie';

    5° in de vierde kolom wordt, ter hoogte van het punt 1.3., één lijn ingevoegd, luidende :

    '1C : 1 226 247 - 1 753 61313'.

    .

    Art. 13. In het RPPol wordt een artikel XII.IV.6 ingevoegd, luidende :

    'Art. XII.IV.6. - § 1. Zijn volledig vrijgesteld van de basisopleiding van het middenkader, met inbegrip van de daaraan gekoppelde examens en opleidingsstages, de personeelsleden van het basiskader :

    1° die houder zijn van het brevet van officier van de gemeentepolitie bedoeld in het koninklijk besluit van 12 april 1965 betreffende het brevet van kandidaat-commissaris en adjunct-commissaris van politie of in artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 25 juni 1991 houdende de algemene bepalingen betreffende de opleiding van de officieren van gemeentepolitie, de voorwaarden tot benoeming in de graad van officier van de gemeentepolitie en de voorwaarden tot aanwerving en benoeming in de graad van aspirant-officier van de gemeentepolitie of van het brevet van hoofdonderofficier bedoeld in artikel 28, § 1, van het koninklijk besluit van 1 april 1996 betreffende de bevordering tot de graad van adjudant bij de rijkswacht;

    2° die houder zijn van het brevet van inspecteur van politie bedoeld in het koninklijk besluit van 13 juli 1989 betreffende de opleiding en de bevordering tot de graden van inspecteur en hoofdinspecteur van politie alsmede van het brevet van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 juli 1989 betreffende het brevet van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings, uitgereikt aan sommige leden van de gemeentepolitie.

    § 2. Zijn volledig vrijgesteld van de basisopleiding van het officierskader, met inbegrip van de daaraan gekoppelde examens en opleidingsstages :

    1° de personeelsleden van het middenkader die houder zijn van het brevet van officier van de gemeentepolitie bedoeld in het koninklijk besluit van 12 april 1965 betreffende het brevet van kandidaat-commissaris en adjunct-commissaris van politie of in artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 25 juni 1991 houdende de algemene bepalingen betreffende de opleiding van de officieren van gemeentepolitie, de voorwaarden tot benoeming in de graad van officier van de gemeentepolitie en de voorwaarden tot aanwerving en benoeming in de graad van aspirant-officier van de gemeentepolitie of van het brevet van hoofdonderofficier bedoeld in artikel 28, § 1, van het koninklijk besluit van 1 april 1996 betreffende de bevordering tot de graad van adjudant bij de rijkswacht;

    2° de gewezen afdelingsinspecteurs die de loonschaal M5.2 genieten;

    3° de personeelsleden die de loonschaal M6 genieten;

    4° de personeelsleden die de loonschaal M7 of M7bis genieten.

    § 3. De...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT