Uittreksel uit arrest nr. 154/2007 van 19 december 2007 Rolnummers 4032, 4040, 4052, 4087, 4088, 4089 en 4091 In zake : de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 8 juni 200

Uittreksel uit arrest nr. 154/2007 van 19 december 2007

Rolnummers 4032, 4040, 4052, 4087, 4088, 4089 en 4091

In zake : de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, ingesteld door de BVBA « Midarms » en anderen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, de rechters P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989, emeritus voorzitter A. Arts, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging

    1. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 20 juli 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 juli 2006, hebben de BVBA « Midarms », met zetel te 4602 Cheratte, rue J. Lhoest 17, en Armand Hommers, wonende te 3800 Sint-Truiden, Zerkingen 33, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3, § 1, 16° en 17°, en § 3, 2°, 32, 34, 35, 44, § 2, tweede lid, en 48, tweede lid, van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 9 juni 2006, derde editie).

      De vordering tot schorsing van dezelfde wetsbepalingen, ingediend door dezelfde verzoekende partijen, is verworpen bij het arrest nr. 169/2006 van 8 november 2006, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 januari 2007.

    2. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 september 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 7 september 2006, heeft Jean Debucquoy, wonende te 7800 Aat, chaussée de Mons 290, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3, § 1, 16°, 11, § 1 en § 3, 8°, 24, tweede lid, 29, § 1, tweede lid, 1°, en 45, § 3, van dezelfde wet.

      De vordering tot schorsing van dezelfde wetsbepalingen, ingediend door dezelfde verzoekende partij, is verworpen bij het arrest nr. 170/2006 van 8 november 2006, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 januari 2007.

    3. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 2 oktober 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 4 oktober 2006, hebben Willy Furnémont, wonende te 1200 Brussel, Sterrebeeldenlaan 51, en de VZW « Ligue des Amateurs d'Armes » met zetel te 1200 Brussel, Sterrebeeldenlaan 51, beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging (artikelen 5, 6, 11, 14, 15, 16, 21, 30, 32, 35, 2°, 44 en 45) ingesteld van dezelfde wet.

    4. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 7 december 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 8 december 2006, heeft de VZW « Union Nationale de l'Armurerie, de la Chasse et du Tir », met zetel te 2650 Edegem, Baeckelandstraat 3, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 11, § 1 en § 3, 9°, 17, 18, 23, 45 en 48, tweede lid, van dezelfde wet.

    5. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 december 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 8 december 2006, is beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging (artikelen 2, 9°, 9, 27, § 3, tweede lid, 37 en 44, § 2, tweede lid) ingesteld van dezelfde wet, door Willy Furnémont, wonende te 1200 Brussel, Sterrebeeldenlaan 51, en de VZW « Ligue des Amateurs d'Armes », met zetel te 1200 Brussel, Sterrebeeldenlaan 51.

    6. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 december 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 11 december 2006, heeft Serge Moureaux, wonende te 1050 Brussel, Lesbroussartstraat 89, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3, § 3, 1°, 10, 11, 44, § 2, en 49, tweede lid, van dezelfde wet.

    7. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 11 december 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 12 december 2006, is beroep tot vernietiging ingesteld van dezelfde wet, door Jean-Marie Happart, wonende te 3792 Sint-Pieters-Voeren, Top Loe 72, en Emile Trefois, wonende te 5020 Namen, rue Carrière Garot 19.

      Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4032, 4040, 4052, 4087, 4088, 4089 en 4091 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

      (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen

    B.1. De onderhavige beroepen strekken tot de gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens (hierna : wapenwet).

    De aangevochten bepalingen hebben betrekking op :

    - de definitie van namaakwapen (artikel 2, 9°), verboden wapens, vrij verkrijgbare wapens en vergunningsplichtige wapens (artikel 3, § 1, 16° en 17°, § 2, 2°, en § 3);

    - de erkenning van de wapenhandelaars en tussenpersonen (artikel 5) en van de verzamelaars en musea (artikel 6);

    - het dragen van een vrij verkrijgbaar wapen (artikel 9) en van een vergunningsplichtig wapen (artikelen 14 en 15);

    - de overdracht van vergunningsplichtige wapens (artikel 10);

    - de voorwaarden om een vergunning tot het voorhanden hebben van een vergunningsplichtig wapen te verkrijgen (artikel 11);

    - het opslaan van vuurwapens (artikel 16);

    - de gevolgen van de classificatie bij koninklijk besluit als vergunningsplichtige wapens (artikel 17, eerste lid) en van het verkrijgen van een vergunningsplichtig wapen onder bepaalde voorwaarden (artikel 17, tweede lid);

    - de gevolgen van de weigering, de schorsing of de intrekking van een vergunning tot het voorhanden hebben van een wapen (artikel 18);

    - het vervoeren van vuurwapens (artikel 21);

    - de strafrechtelijke gevolgen van de inbreuken op de wet (artikel 23), de vaststelling van de inbreuken (artikel 29, § 1) en de mogelijkheid om de verbeurdverklaarde wapens niet te vernietigen (artikel 24, tweede lid);

    - de afwijkingen voor bepaalde categorieën van wapens (artikel 27, § 3);

    - de mogelijkheden van beroep (artikel 30);

    - de duur van de erkenningen en de vergunningen (artikel 32);

    - de delegaties aan de Koning (artikelen 34 en 35);

    - de samenstelling van de Adviesraad voor wapens (artikel 37);

    - de overgangsbepalingen en de inwerkingtreding van de wapenwet (artikelen 44, 45, 48, tweede lid, en 49).

    B.2.1. De verzoekende partijen in de zaken nrs. 4052 en 4088 preciseren dat zij, met hun vordering tot vernietiging van bijzondere bepalingen, in hoofdorde beogen de vernietiging van de wet in haar geheel te verkrijgen.

    B.2.2. Wanneer bij het Hof een beroep tot vernietiging wordt ingesteld, dient het na te gaan of de tegen de bestreden bepalingen aangevoerde middelen al dan niet gegrond zijn. Het Hof legt de omvang van het beroep vast op basis van de inhoud van het verzoekschrift.

    Wanneer het beslist dat de middelen gegrond zijn, kan het Hof alleen de bepalingen vernietigen waartegen de gegrond verklaarde middelen zijn gericht, alsook de bepalingen die onlosmakelijk met de vernietigde bepalingen zijn verbonden.

    B.2.3. Het Hof zou de vernietiging van de wet in haar geheel bijgevolg alleen kunnen uitspreken wanneer een onlosmakelijk verband bestaat tussen de bepalingen die het beslist te vernietigen en alle andere bepalingen van de bestreden wet.

    B.3.1. Artikel 39 van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen (1) heeft in artikel 27, § 3, eerste lid, van de wapenwet de woorden « en 16° » vervangen door de woorden « en 15° ».

    Tegen die wijziging, die in werking is getreden op de datum van inwerkingtreding van artikel 27 van de wapenwet, is geen enkel beroep tot vernietiging ingesteld, maar zij heeft geen gevolgen voor het onderzoek van de onderhavige beroepen.

    B.3.2.1. De artikelen 351 tot 360 van de programmawet (I) van 27 december 2006 (Belgisch Staatsblad van 28 december 2006) hebben in de wapenwet een hoofdstuk XX « Rechten en retributies » ingevoegd, dat de artikelen 50 tot 58 omvat.

    B.3.2.2. Tegen de bepalingen van dat hoofdstuk XX hebben de verzoekende partijen in de zaak nr. 4040 een beroep tot vernietiging ingesteld.

    Dat beroep heeft evenwel geen gevolgen voor het onderzoek van de onderhavige beroepen.

    B.3.3.1. De wet van 9 januari 2007 « tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens » (Belgisch Staatsblad van 1 februari 2007) heeft de tekst van de bestreden bepalingen aangevuld en gewijzigd.

    B.3.3.2. Tegen de wet van 9 januari 2007 is geen enkel beroep tot vernietiging ingesteld.

    B.4.1. In het arrest nr. 169/2006 van 8 november 2006 betreffende de vordering tot schorsing in de zaak nr. 4032 heeft het Hof gesteld dat het tegen artikel 48, tweede lid, van de wapenwet aangevoerde middel als ernstig diende te worden beschouwd in de zin van artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, maar heeft het de vordering tot schorsing evenwel verworpen bij ontstentenis van een moeilijk te herstellen ernstig nadeel.

    B.4.2. De tekst van artikel 48, tweede lid, van de wapenwet is vervangen door artikel 5 van de voormelde wet van 9 januari 2007, waarbij die wijziging in werking is getreden op de datum van inwerkingtreding van de wapenwet, namelijk 9 juni 2006.

    De wettelijke termijn om tegen de wet van 9 januari 2007, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 februari 2007, een beroep tot vernietiging in te stellen, is verstreken op 31 juli 2007.

    Die retroactieve wijziging van artikel 48, tweede lid, van de bestreden wet heeft dus tot gevolg dat de beroepen in de zaken nrs. 4032 en 4087, in zoverre zij zijn gericht tegen artikel 48, tweede lid, van de wapenwet, definitief zonder voorwerp zijn geworden.

    Ten aanzien van de ontvankelijkheid

    B.5. De verzoekende partijen in de zaak nr. 4032 beweren dat hun belang bij het vorderen van de vernietiging van sommige van de bestreden bepalingen is verantwoord door hun hoedanigheid van vennootschap die de activiteit van wapenhandelaar uitoefent, enerzijds, en van sportschutter...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT