Arrest nr. 67/2000 van 14 juni 2000 Rolnummer 1612 In zake: het beroep tot vernietiging van de artikelen 1, 2, 4°, 3, 4 en 5 van het decreet van het Waalse Gewest van 19 november 1998 tot invoeri

Arrest nr. 67/2000 van 14 juni 2000

Rolnummer 1612

In zake: het beroep tot vernietiging van de artikelen 1, 2, 4°, 3, 4 en 5 van het decreet van het Waalse Gewest van 19 november 1998 tot invoering van een belasting op de verlaten woningen in het Waalse Gewest, ingesteld door de v.z.w. Algemeen Eigenaarssyndicaat en anderen.

Het Arbitragehof,

samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters P. Martens, E. Cerexhe, H. Coremans, A. Arts en E. De Groot, bijgestaan door referendaris B. Renauld, waarnemend griffier, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,

wijst na beraad het volgende arrest:

  1. Onderwerp van het beroep

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 1 februari 1999 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 2 februari 1999, hebben de v.z.w. Algemeen Eigenaarssyndicaat, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Violetstraat 43, J.-P. Vermote, wonende te 1800 Vilvoorde, Vogelzangstraat 8, en R. Verhelst, wonende te 8318 Brugge-Assebroek, Omendreef 17, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 1, 2, 4°, 3, 4 en 5 van het decreet van het Waalse Gewest van 19 november 1998 tot invoering van een belasting op de verlaten woningen in het Waalse Gewest (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 27 november 1998).

  2. De rechtspleging

    Bij beschikking van 2 februari 1999 heeft de voorzitter in functie de rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof.

    De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen.

    Van het beroep is kennisgegeven overeenkomstig artikel 76 van de organieke wet bij op 25 maart 1999 ter post aangetekende brieven.

    Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 9 april 1999.

    De Waalse Regering, rue Mazy 25-27, 5100 Namen, heeft een memorie ingediend bij op 5 juli 1999 ter post aangetekende brief.

    Van die memorie is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de organieke wet bij op 15 juli 1999 ter post aangetekende brief.

    Bij beschikking van 13 juli 1999 heeft de voorzitter in functie de termijn voor het indienen van een memorie van antwoord verlengd tot 30 september 1999.

    De verzoekende partijen hebben een memorie van antwoord ingediend bij op 24 september 1999 ter post aangetekende brief.

    Bij beschikkingen van 29 juni 1999 en 27 januari 2000 heeft het Hof de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot respectievelijk 1 februari 2000 en 1 augustus 2000.

    Bij beschikking van 22 december 1999 heeft het Hof de zaak in gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 19 januari 2000.

    Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten bij op 24 december 1999 ter post aangetekende brieven.

    Op de openbare terechtzitting van 19 januari 2000:

    - zijn verschenen:

    . Mr. E. Grégoire, advocaat bij de balie te Luik, voor de verzoekende partijen;

    . Mr. V. Thiry, advocaat bij de balie te Luik, voor de Waalse Regering;

    - hebben de rechters-verslaggevers P. Martens en E. De Groot verslag uitgebracht;

    - zijn de voornoemde advocaten gehoord;

    - is de zaak in beraad genomen.

    De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof.

  3. De in het geding zijnde decreetsbepalingen

    1. Luidens artikel 1 van het decreet van 19 november 1998 « wordt ten bate van het Waalse Gewest een jaarlijkse belasting op de verlaten woningen ingevoerd onder de voorwaarden en op de wijze die in dit decreet vastliggen ».

      Artikel 2, 5°, geeft de volgende definitie aan het begrip verlaten woning: « onvoltooide of leegstaande woning ».

      Artikel 2, 4°, bepaalt:

      In de zin van dit decreet wordt verstaan onder:

      ' leegstaande woning ': woning die aan één van de volgende gevallen beantwoordt:

      1° woning die sinds ten minste twaalf maanden onbewoonbaar verklaard is;

      2° woning die gedurende ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet voorzien is van het meubilair dat vereist is op grond van haar bestemming;

      3° woning waar het water- of elektriciteitsverbruik tijdens een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden lager ligt dan het door de Regering bepaalde minimumverbruik;

      4° woning waarvoor tijdens een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niemand in de bevolkingsregisters ingeschreven is.

      De leegstand wordt niet onderbroken als de woning door een dakloze persoon zonder rechten of titels wordt gebruikt.

      De artikelen 3, 4 en 5 van het decreet luiden als volgt:

      Art. 3. De belasting is verschuldigd door de eigenaar van een woning die verlaten is op 1 januari van het jaar volgend op de aanslagperiode.

      In geval van splitsing van het eigendomsrecht is de belasting verschuldigd door de drager van het zakelijk genotsrecht.

      Art. 4. De belasting bedraagt BEF 400 per m2 of gedeelte van m2 bewoonbare oppervlakte en ten minste BEF 25.000 per woning.

      Indien de belastingplichtige geen andere bestemming aan de woning geeft, wordt het bedrag van de belasting verdubbeld voor het aanslagjaar volgend op de eerste inkohiering en verdrievoudigd voor de volgende aanslagjaren.

      Als de woning van eigenaar verandert, wordt het bedrag van de belasting verdubbeld voor het aanslagjaar volgend op de eerste inkohiering van de nieuwe eigenaar en verdrievoudigd voor de volgende aanslagjaren.

      Art. 5. De belastingplichtige wordt van de belasting vrijgesteld:

      1° voor woningen die tijdens de bij de beheers- of huurovereenkomst bepaalde periode aan een door het Waalse Gewest erkend agentschap voor sociale huisvesting of aan een huisvestingsmaatschappij toebehoren, hen voor beheer of verhuur worden toevertrouwd;

      2° voor woningen die binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan gelegen zijn of waarvoor de stedenbouwkundige vergunning wegens het voorbereiden van een onteigeningsplan niet kan worden verlengd;

      3° tijdens de duur van de behandeling van het renovatiedossier door de bevoegde overheid, voor woningen die beschermd zijn krachtens het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium;

      4° indien hij kan aantonen dat de woning een nieuwe bestemming heeft gekregen vóór 31 december van het jaar volgend op de aanslagperiode;

      5° wanneer de leegstand toe te schrijven is aan een schade die is ontstaan buiten zijn wil om en de termijn voor de herbestemming met twaalf maanden wordt verlengd.

      Aangezien het decreet geen bepalingen bevat met betrekking tot de inwerkingtreding ervan, is het op 7 december 1998 in werking getreden, namelijk tien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

      De artikelen 1, 2, 4°, 3, 4 en 5 van het decreet van 19 november 1998 zijn de bestreden bepalingen.

    2. Artikel 2, 4°, (4°), van het decreet van 19 november 1998 is bij het enig artikel van het decreet van 6 mei 1999 houdende wijziging van het decreet van 19 november 1998 tot invoering van een belasting op de verlaten woningen in het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT