Uittreksel uit arrest nr. 5/2008 van 17 januari 2008 Rolnummer 4152 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 17, § 1, 3°, en 37 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gest

Uittreksel uit arrest nr. 5/2008 van 17 januari 2008

Rolnummer 4152

In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 17, § 1, 3°, en 37 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechters R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe en E. Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging

    Bij arrest van 21 februari 2007 in zake Anne Levy-Morelle tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 februari 2007, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld :

    Schenden de artikelen 17, 3°, en 37 van het WIB 1992, in samenhang gelezen met de artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB 1992, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie dat enkel de inkomsten uit concessie van het distributie- of projectierecht van films, die als inkomsten uit roerende goederen worden belast ten aanzien van de begunstigde ervan (krachtens artikel 17, 3°, van het WIB 1992) kunnen worden verminderd met 85 pct. forfaitaire kosten (krachtens de artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB 1992), terwijl een dergelijke vermindering is uitgesloten wanneer die inkomsten niet worden belast als inkomsten uit roerende goederen, maar als beroepsinkomsten (krachtens artikel 37 van het WIB 1992) ?

    .

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van de artikelen 17, § 1, 3°, en 37 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), in samenhang gelezen met de artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : KB/WIB 1992).

    B.2.1. Artikel 17, § 1, van het WIB 1992 bepaalt :

    Inkomsten uit roerende goederen en kapitalen zijn alle opbrengsten van roerend vermogen aangewend uit welken hoofde ook, namelijk :

    [...]

    3° inkomsten van verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen;

    [...]

    .

    Artikel 37 van het WIB 1992 bepaalt :

    Onverminderd de toepassing van de voorheffingen, worden inkomsten van onroerende goederen en van roerende goederen en kapitalen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT