Uittreksel uit arrest nr. 44/2010 van 29 april 2010 Rolnummer 4713 In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 december 2008 houdende de vergoeding, verschuld

Uittreksel uit arrest nr. 44/2010 van 29 april 2010

Rolnummer 4713

In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 december 2008 houdende de vergoeding, verschuldigd door de gebruikers van het verkeersbegeleidingssysteem voor vaartuigen, ingesteld door de nv « Cobelfret » en anderen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechters R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en T. Merckx-Van Goey, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter P. Martens, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 25 mei 2009 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 26 mei 2009, is beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 december 2008 houdende de vergoeding, verschuldigd door de gebruikers van het verkeersbegeleidingssysteem voor vaartuigen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 maart 2009) door de nv « Cobelfret », met maatschappelijke zetel te 2610 Antwerpen, Sneeuwbeslaan 14, de nv « Cobelfret Ferries », met maatschappelijke zetel te 2610 Antwerpen, Sneeuwbeslaan 14, de nv « Cobelfret Port Agencies », met maatschappelijke zetel te 2610 Antwerpen, Sneeuwbeslaan 14, de nv « Dart Line », met maatschappelijke zetel te 2610 Antwerpen, Sneeuwbeslaan 14, en de nv « C2C Shipping Lines », met maatschappelijke zetel te 8380 Zeebrugge, Albert II Dok, Kaai 124, Craneveltweg 1.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1. Het beroep tot vernietiging is gericht tegen het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 december 2008 houdende de vergoeding, verschuldigd door de gebruikers van het verkeersbegeleidingssysteem voor vaartuigen.

    Artikel 2 van dat decreet voegt, voor de periode van 1 april 1996 tot 31 maart 1997, in het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods (hierna : Loodsdecreet) een artikel 14bis in, waarbij de toepassingsmodaliteiten voor de verkeersbegeleidingssysteemvergoeding (hierna : VBS-vergoeding), waarin artikel 14 voorzag, worden vastgesteld.

    Na de omschrijving in paragraaf 1 van een aantal begrippen (VBS-vergoeding, tariefgebied en lengte), wordt bepaald dat de VBS-vergoeding verschuldigd is voor ieder vaartuig dat uit zee komt, met als bestemming een Vlaamse haven die in het verkeersbegeleidingssysteem is ingeschakeld, en dat ze geldt als vergoeding voor in- en uitvaart, met dien verstande dat het tarief per kalenderdag maar eenmaal verschuldigd is en niet verschuldigd is bij scheepvaartverkeer tussen Vlaamse havens (paragraaf 2).

    Verder bepaalt het artikel de categorieën van vaartuigen waarvoor geen vergoeding verschuldigd is : binnenschepen, schepen tot 46 meter lengte, schepen in eigendom van of in beheer bij het Rijk of een gewest, vaartuigen voor het winnen of vervoeren van zand, baggerspecie of grind, maar alleen als ze daartoe worden gebruikt ter uitvoering van werkzaamheden in opdracht van de vaarweg- of waterbeheerder en vaartuigen in dienst van het loodswezen van Nederland en Vlaanderen (paragraaf 3).

    Tevens kent het artikel de Vlaamse minister bevoegd voor het vervoer, de bevoegdheid toe om aan een vaartuig vrijstelling van VBS-vergoeding te verlenen als het deelneemt aan een bijzondere manifestatie of werkzaamheden verricht in het algemeen belang (paragraaf 4).

    Het bedrag van de verschuldigde VBS-vergoeding wordt, overeenkomstig het tarief opgenomen in de bijbehorende tabel, vastgesteld op grond van de lengte van het vaartuig, met dien verstande dat in het geval van gesleepte vaart, de VBS-vergoeding verschuldigd is voor de sleepboot en het gesleepte vaartuig afzonderlijk, op grond van hun respectieve lengte (paragraaf 5).

    Tot slot wordt bepaald aan wie de VBS-vergoeding verschuldigd is, namelijk aan de ontvanger van de zeevaartrechten in Oostende voor vaartuigen met bestemming Zeebrugge, en aan die in Antwerpen voor vaartuigen met een andere Vlaamse haven als bestemming (paragraaf 6).

    Die redactie van artikel 14bis stemt overeen met de inhoud van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 februari 1996 betreffende de vergoeding verschuldigd door de gebruikers van het verkeersbegeleidingssysteem voor vaartuigen (Belgisch Staatsblad , 29 maart 1996).

    Aan artikel 14bis is een andere redactie gegeven door de artikelen 3 tot 5 van het bestreden decreet, die respectievelijk overeenstemmen met de inhoud van de besluiten van de Vlaamse Regering van 25 maart 1997 (Belgisch Staatsblad , 29 maart 1997), van 7 december 2001 (Belgisch Staatsblad , 19 januari 2002) en van 24 juni 2005 (Belgisch Staatsblad , 8 juli 2005, err. 15 juli 2005) en die onderscheidenlijk gelden voor de periode van 1 april 1997 tot 31 december 2001 (waarbij een verdubbeling van de tarieven van de VBS-vergoeding wordt ingevoerd), de periode van 1 januari 2002 tot 28 februari 2005 en de periode van 1 maart 2005 tot 4 november 2006 (waarbij het begrip « lengte » wordt gewijzigd en de VBS-vergoeding...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT