Uittreksel uit arrest nr. 116/2010 van 21 oktober 2010 Rolnummer 4842 In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond, min

Uittreksel uit arrest nr. 116/2010 van 21 oktober 2010

Rolnummer 4842

In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond, minstens van artikel 3 ervan, ingesteld door Patrick Speeckaert en Sven Boullart.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechters R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 januari 2010 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 7 januari 2010, hebben Patrick Speeckaert, die keuze van woonplaats heeft gedaan te 9910 Knesselare, Brugstraat 22, en Sven Boullart, wonende te 9910 Knesselare, Brugstraat 22, beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet van het Vlaamse Gewest van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 6 juli 2009), minstens van artikel 3 ervan.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond, « minstens van artikel 3 ervan ». Uit de uiteenzetting van de middelen van het verzoekschrift blijkt dat het beroep beperkt is tot artikel 3 van dat decreet.

    B.2.1. Het bestreden artikel 3 van het voormelde decreet bepaalt :

    De in de diepe ondergrond van nature aanwezige koolwaterstoffen zijn eigendom van het Vlaamse Gewest.

    De eigendom van koolwaterstoffen die met gebruikmaking van een winningsvergunning worden gewonnen, gaat door het winnen ervan over op de vergunninghouder, op voorwaarde dat een vergoeding wordt betaald aan het Vlaamse Gewest overeenkomstig hoofdstuk II, afdeling II. De eigendom van koolwaterstoffen die met gebruikmaking van een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen als monsters of formatiebeproevingen aan de ondergrond worden onttrokken, gaat over op de vergunninghouder zonder dat er een vergoeding aan het Vlaamse Gewest betaald moet worden

    .

    B.2.2. Overeenkomstig artikel 2 van het bestreden decreet wordt verstaan onder :

    1° diepe ondergrond : ondergrond vanaf een diepte van ten minste 100 meter onder het aardoppervlak;

    2° koolwaterstof : elke in de diepe ondergrond aanwezige substantie van organische oorsprong, in een daar via...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT