Arrest nr. 172/2002 van 27 november 2002 Rolnummer 2370 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 3, 2°, 3° en 4°, van de wet van 10 augustus 2001 betreffende Belgacom, ingesteld door C. Van C

Arrest nr. 172/2002 van 27 november 2002

Rolnummer 2370

In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 3, 2°, 3° en 4°, van de wet van 10 augustus 2001 betreffende Belgacom, ingesteld door C. Van Cauter en M. Neufcoeur.

Het Arbitragehof,

samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. François, R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Snappe en E. Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 februari 2002 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 februari 2002, hebben C. Van Cauter, wonende te 9255 Buggenhout, Beukenstraat 80, en M. Neufcoeur, wonende te 6940 Barvaux, Route de Marche 40, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 3, 2°, 3° en 4°, van de wet van 10 augustus 2001 betreffende Belgacom (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 augustus 2001).

  2. De rechtspleging

    Bij beschikking van 20 februari 2002 heeft de voorzitter in functie de rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof.

    De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen.

    Van het beroep is kennisgegeven overeenkomstig artikel 76 van de organieke wet bij op 15 maart 2002 ter post aangetekende brieven.

    Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 23 maart 2002.

    De Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, heeft een memorie ingediend bij op 30 april 2002 ter post aangetekende brief.

    Van die memorie is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de organieke wet bij op 22 mei 2002 ter post aangetekende brief.

    De verzoekende partijen hebben een memorie van antwoord ingediend bij op 17 juni 2002 ter post aangetekende brief.

    Bij beschikking van 27 juni 2002 heeft het Hof de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 19 februari 2003.

    Bij beschikking van 25 september 2002 heeft het Hof de zaak in gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 16 oktober 2002.

    Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten bij op 27 september 2002 ter post aangetekende brieven.

    Op de openbare terechtzitting van 16 oktober 2002 :

    - zijn verschenen :

    . Mr. G. Cool loco Mr. B. Mergits, advocaten bij de balie te Antwerpen, voor de verzoekende partijen;

    . Mr. J. Meyers, advocaat bij de balie te Brussel, voor de Ministerraad;

    - hebben de rechters-verslaggevers E. Derycke en R. Henneuse verslag uitgebracht;

    - zijn de voornoemde advocaten gehoord;

    - is de zaak in beraad genomen.

    De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof.

  3. In rechte

    - A -

    Ten aanzien van het belang van de verzoekende partijen

    A.1.1. De verzoekende partijen zijn statutaire personeelsleden van Belgacom. Bovendien zijn zij algemeen sectorverantwoordelijken van de « Belangengroep Telecom van het A.C.V. - Transport en Communicatie », een representatieve vakorganisatie in de zin van artikel 30, § 5, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, en vrijgestelde vakbondsafgevaardigden van Belgacom.

    De bestreden wet machtigt de Koning...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT