27 MAART 2014. - Decreet betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren

Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit decreet regelt de visserij, met uitzondering van die welke beoefend wordt op de watervlakken, waar de vissen die er leven, zich niet vrij kunnen bewegen tussen deze watervlakken en de waterlopen

In afwijking van het eerste lid is dit decreet ook van toepassing op watervlakken en andere uitzonderingen die deel uitmaken van het openbaar domein aangewezen door de Regering, na advies van de Raad, waar het zich vrij kunnen bewegen van de vis tussen deze watervlakken en de waterlopen in het verleden verzekerd was maar heden niet meer het geval is.

Dit decreet draagt bij tot de verbetering van de aquatische milieus en de bescherming van het vispatrimonium, alsook de aanmoediging en de bevordering van de visserij met het oog op een duurzame ontwikkeling.

Art. 2. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. "coördinerende hengelvereniging" : vereniging zonder winstoogmerk waarvan het maatschappelijk doel hoofdzakelijk betrekking heeft op de coördinatie van de erkende hengelfederaties overeenkomstig artikel 15, alsook op de toekenning aan deze federatie van een administratieve, technische en logistieke steun op het niveau van de voorbereiding en uitvoering van de visserij- en hengelbeheersplannen van de onderstroomgebieden bedoeld in artikel 27;

  2. "vangst" : vis of rivierkreeft die door een visser wordt gevist;

  3. "Waterwetboek" : boek II van het Milieuwetboek;

  4. "hengelwedstrijd" : wedstrijd georganiseerd, hetzij door een sportinstantie van de "Fédération sportive des Pêcheurs francophones de Belgique" (Sportfederatie van de Franstalige vissers van België), hetzij door een erkende hengelfederatie of een hengelvereniging;

  5. "Raad" : "Conseil supérieur wallon de la Pêche" (Waalse Hoge Visraad), zoals ingesteld bij artikel 24;

  6. "omgeving van de vis" : geografisch verspreidingsgebied waarin het bestand van de vissoort die het meest representatief is voor het niet antropogene natuurlijk leefmilieu en het meest gevoelig is voor de kwaliteit van het milieu het geheel van zijn levenscyclus kan uitvoeren;

  7. "waterlopen" : de waterwegen alsook elke rivier en beek die al dan niet ingedeeld zijn als niet-bevaarbare waterlopen in de zin van artikel D. 2, 20°, van het Waterwetboek;

  8. "uitzetting van vis" : de introductie van vissen en rivierkreeften in de waterlopen die aan dit decreet zijn onderworpen;

  9. "directeur-generaal" : de directeur-generaal van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;

  10. "Fonds" : "Fonds piscicole et halieutique de Wallonie" (Waals visserij- en hengelfonds) zoals ingesteld bij artikel 18;

  11. "hengel" : elk snoer dat van een roede voorzien is, ongeacht het gebruikte aas;

  12. "waterlichaam" : oppervlaktewaterlichaam zoals omschreven in artikel D. 2, 58, van het Waterwetboek;

  13. "Minister" : de Minister bevoegd voor visserij;

  14. "visbaan" : een geheel van lineaire oevers van waterlopen in eenzelfde Waals onderstroomgebied waar het visrecht aan eenzelfde visrechthouder toebehoort;

  15. "vissen" : handeling van een visser om een vis of rivierkreeft te vangen of trachten te vangen;

  16. "visser" : de persoon houder van het visverlof bedoeld in artikel 8 of vrijgesteld van dit verlof die in water onderworpen aan dit decreet vist;

  17. "onttrekking" : de vis of rivierkreeft gevangen door een visser die niet onmiddellijk levend vrijgelaten wordt op de plaats waar hij door een visser gevist werd;

  18. "waalse onderstroomgebied" : het gedeelte van een Waals onderstroomgebied bedoeld in artikel D. 7 van het Waterwetboek;

  19. "visrechthouder" : de persoon die het visrecht bezit op een water dat aan dit decreet onderworpen is;

  20. "waterwegen" : de waterlopen en stuwdammen bedoeld in artikel D. 2, 89, van het Waterwetboek.

    HOOFDSTUK II. - Visrecht

    Art. 3. Het visrecht behoort in de waterwegen tot het Waals Gewest.

    Art. 4. In alle andere waterlopen dan de waterwegen hebben de oevereigenaars het visrecht, ieder van zijn kant en tot in het midden van de waterloop.

    HOOFDSTUK III. - Uitoefening van het visrecht

    Afdeling 1. - Uitoefening en concessie van het visrecht

    Art. 5. Niemand mag vissen zonder de toelating van diegene aan wie het visrecht toebehoort.

    Art. 6. In de waterwegen laat het Waals Gewest de uitoefening van het visrecht toe aan elke visser. Voor de uitoefening van dit recht mag de visser gebruik maken van de oever over een breedte van 1.50 m maximum berekend vanaf de boord die de waterloop bespoelt in zijn hoogst bereikte peil zonder te overstromen.

    Art. 7. § 1. De publiekrechtelijke rechtspersonen die houder zijn van een visrecht in de andere waterlopen dan de waterwegen, organiseren de uitoefening van dat recht zelf, ofwel door het over te dragen aan de erkende hengelfederatie van het onderstroomgebied of aan een hengelvereniging die ermee instemt.

    § 2. De Regering kan, na advies van de Raad, een afwijking van de verplichting bedoeld in paragraaf 1 toekennen aan een publiekrechtelijke rechtspersoon wegens redenen in verband met het natuurbehoud, de openbare veiligheid, de openbare hygiëne, de bescherming van de gezondheid of het wetenschappelijk onderzoek.

    § 3. De erkende hengelfederatie die overeenkomstig artikel 17 haar erkenning verliest, verliest automatisch, zonder voorafgaande kennisgeving en zonder uitbetaling van vergoedingen, het visrecht dat overeenkomstig dit artikel overgedragen is. Hetzelfde geldt voor de hengelvereniging die haar hoedanigheid van lid van de erkende hengelfederatie verliest.

    Afdeling 2. - Visverlof

    Art. 8. § 1. Niemand mag vissen zonder houder te zijn van een regelmatig visverlof en het in zijn bezit te hebben op het ogenblik dat hij vist.

    § 2. In afwijking van paragraaf 1, kan de Regering, na advies van de Raad, het vissen zonder verlof toelaten in het kader van hengelwedstrijden, om de visvangst te bevorderen of ook nog om wetenschappelijke, pedagogische en sanitaire redenen of voor het natuurbehoud.

    De Regering bepaalt de voorwaarden voor de vrijstelling van het visverlof bedoeld in het eerste lid.

    Art. 9. De Regering kan, na advies van de Raad, verschillende soorten visverloven bepalen in functie van de soorten vissen en rivierkreeften, van het aantal gebruikte hengels, van de wijzen van vissen en van de gebruikte vistuigen, de uren, de dagen of de periodes tijdens welke het verlof mag gebruikt worden, alsook in functie van de leeftijd van de visser.

    Zij bepaalt de toekenningsvoorwaarden en, in voorkomend geval, de voorwaarden inzake weigering of intrekking van de visverloven, hun prijs, alsook de modaliteiten voor hun aflevering.

    Bij de aflevering van het verlof moet de visser zich bij een erkende hengelfederatie van zijn keuze laten inschrijven. Deze inschrijving is gratis en geeft niet aanleiding tot een verplichting om zich aan te sluiten bij een federatie of één van de hengelvereniging die ermee instemt.

    Afdeling 3. - Modaliteiten voor de uitoefening van het vissen

    Art. 10. § 1. De Regering bepaalt, na advies van de Raad, hetzij overal, hetzij in bepaalde waterlopen, of in bepaalde gedeelten van waterlopen :

  21. de soorten vissen of rivierkreeften waarvoor het vissen het hele jaar verboden is;

  22. de openingsperiodes van de visvangst voor de andere soorten vissen en rivierkreeften;

  23. de uren tijdens welke de visvangst verboden is in functie van de soorten vissen en rivierkreeften;

  24. de wijzen van vissen en de vistuigen en -toestellen die verboden zijn;

  25. de gebruiksvoorwaarden, de afmetingen evenals de wijze van keuring van de geoorloofde vistuigen;

  26. de lokazen en aas waarvan het gebruik verboden is;

  27. voor bepaalde soorten, de maten beneden welke de vissen en rivierkreeften, na de vangst, onmiddellijk in het water teruggeworpen moeten worden op de plaats van de vangst;

  28. voor bepaalde soorten, het maximum aantal vissen en rivierkreeften die het voorwerp mogen uitmaken van een onttrekking;

  29. in voorkomend geval, voor de soorten vissen en rivierkreeften die niet het voorwerp mogen uitmaken van een onttrekking wanneer hun vangst toegelaten is;

  30. in voorkomend geval, de periodes tijdens welke de aankoop, de verkoop, het houden of het vervoer voor verkoop verboden zijn of gereglementeerd zijn op het gezamenlijke Waalse grondgebied of op een gedeelte ervan, voor sommige soorten vissen en rivierkreeften of voor sommige specimens van deze soorten vissen of rivierkreeften;

  31. de na te leven voorwaarden voor de organisatie van hengelwedstrijden.

    § 2. De Regering kan, na advies van de Raad, afwijken van de bepalingen vastgelegd overeenkomstig paragraaf 1 om de uitvoering van een visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied aangenomen door haar overeenkomstig artikel 27 toe te laten.

    § 3. In de andere wateren onderworpen aan dit decreet dan de waterlopen is de visvangst verboden buiten de periode vanaf de eerste zaterdag van juni tot 30 september inbegrepen op visbanen waarvan de visrechthouder weigert om de verplichtingen te vervullen die opgelegd zijn door het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied aangenomen door de Regering overeenkomstig artikel 27 of zich verzet tegen de uitvoering van de acties bedoeld in dit plan.

    Overeenkomstig artikel 28, 8°, kan de Regering bovendien, na advies van de Raad, voor de visbanen van de visrechthouders bedoeld in het eerste lid, bepalingen vastleggen die strenger zijn dan de bepalingen die zij aangenomen heeft overeenkomstig paragraaf 1.

    § 4. De Regering kan, na advies van de Raad, voor een maximumduur van drie jaar afwijken van de bepalingen vastgelegd overeenkomstig paragraaf 1 om de volgende redenen :

  32. met het oog op proefnemingen of om pedagogische doeleinden;

  33. in het belang van de visbestanden en de bestanden van rivierkreeft;

  34. om redenen van openbare veiligheid, openbare hygiëne en bescherming van de gezondheid;

  35. met het oog op wetenschappelijk onderzoek;

  36. de organisatie van sportieve hengelevenementen van gewestelijk belang.

    Art. 11. De...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT