14 MEI 2013. - Reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende de erkenning van revisoren en revisorenvennootschappen voor de uitoefening van een revisoraal mandaat bij instellingen voor collectieve belegging, beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging en instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening

De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten,

Gelet op de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, artikel 105;

Gelet op de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, de artikelen 103, eerste lid, 244, eerste lid, en 277;

Gelet op het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 21 februari 2006 betreffende de erkenning van revisoren en revisorenvennootschappen;

Gelet op de raadpleging van de erkende revisoren vertegenwoordigd door hun beroepsvereniging;

Gelet op het advies van de Raad van Toezicht van 30 april 2013,

Besluit :

Afdeling I. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder :

  1. "instellingen voor collectieve belegging" : de openbare instellingen voor collectieve belegging als bedoeld in Deel II, Boek 2, Titel II van de wet van 3 augustus 2012;

  2. "beheervennootschappen" : de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging als bedoeld in artikel 186 van de wet van 3 augustus 2012 die in België gevestigd zijn;

  3. "instellingen voor bedrijfspensioen-voorziening" : de instellingen als bedoeld in Titel II van de wet van 27 oktober 2006;

  4. "instelling onder toezicht" : een instelling voor collectieve belegging, een beheervennootschap of een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening;

  5. "wet van 22 juli 1953" : de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor, gecoördineerd op 30 april 2007;

  6. "wet van 27 oktober 2006" : de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening;

  7. "wet van 3 augustus 2012" : de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles;

  8. "revisoraal mandaat" : een functie als commissaris of erkend revisor bij een instelling voor collectieve belegging, een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of een beheervennootschap;

  9. "revisorenvennootschap" : een bedrijfsrevisorenkantoor in de zin van artikel 2, 2°, van de wet van 22 juli 1953;

  10. "lid van een revisorenvennootschap" : een vennoot of een lid van het bestuursorgaan van die revisorenvennootschap alsook een revisor die anderszins aan dat kantoor verbonden is, die belast is met de uitvoering van een revisoraal mandaat in naam en voor rekening van de revisorenvennootschap en die bij de uitvoering van dit revisorale mandaat alleen de handtekeningsbevoegdheid heeft voor rekening van de revisorenvennootschap;

  11. "vennoot van een revisorenvennootschap" : de bedrijfsrevisor bedoeld in artikel 2, 14°, van de wet van 22 juli 1953;

  12. "Bank" : de Nationale Bank van België.

    Afdeling II. - Erkende revisoren

    Art. 2. Teneinde door de FSMA te kunnen worden erkend om bij een instelling onder toezicht een revisoraal mandaat uit te oefenen, moet de bedrijfsrevisor voldoen aan de onderstaande voorwaarden :

  13. onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte;

  14. als bedrijfsrevisor natuurlijke persoon ingeschreven zijn in het openbaar register van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren;

  15. gedurende minstens vijf jaar een relevante beroepsactiviteit hebben uitgeoefend en daarbij voldoende ruime ervaring hebben opgedaan, inzonderheid met betrekking tot de planning, de organisatie en de uitvoering van controleopdrachten bij vennootschappen;

  16. nuttige ervaring hebben opgedaan in de financiële sector;

  17. in staat zijn om snel een degelijk inzicht te verwerven in de aard en de techniek van de verrichtingen die eigen zijn aan de instellingen onder toezicht en in staat zijn om de daaraan verbonden risico's aan het licht te brengen;

  18. een degelijk inzicht hebben in de rol van de revisor in het kader van een controleopdracht bij een instelling uit de financiële sector die onderworpen is aan een openbare controleregeling;

  19. in staat zijn om op onafhankelijke en competente wijze zowel controleopdrachten als opdrachten tot medewerking aan het toezicht door de FSMA uit te voeren;

  20. niet veroordeeld zijn wegens misdrijven als bedoeld in artikel 19 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen. Artikel 19, § 2, van dezelfde wet is van toepassing;

  21. beschikken over een passende organisatie om dit mandaat bij instellingen onder toezicht uit te oefenen. Dit houdt onder meer de volgende vereisten in :

    1. beschikken over voldoende medewerkers met een passende opleiding en ervaring in de audit met het oog op de controleopdrachten en de opdrachten tot medewerking aan het toezicht door de FSMA;

    2. zorgen voor een degelijke administratieve organisatie van het kantoor, met inbegrip van een organisatie die hem in staat stelt om de controleopdrachten onafhankelijk uit te voeren, en een degelijke technische organisatie van de auditopdrachten;

    3. de gepaste auditmethodologie toepassen met het oog op de controleopdrachten en de opdrachten tot medewerking aan het toezicht door de FSMA;

    4. een beroep kunnen doen op een voor de uitoefening van dit mandaat passende functie van kwaliteitsbewaking;

    5. kunnen beschikken over alle voor de audit noodzakelijke gespecialiseerde kennis en ervaring.

  22. de specifieke vorming over de bijdrage van de revisor aan de controle van de FSMA, die daartoe door de FSMA wordt georganiseerd, hebben gevolgd.

    De erkend revisor voldoet te allen tijde aan de erkenningsvoorwaarden van dit artikel.

    Art. 3. De oproep tot de kandidaten voor de erkenning wordt in het Belgisch Staatsblad en op de website van de FSMA bekendgemaakt, met vermelding van de uiterste datum voor het indienen van de kandidaatstellingen. De oproep vermeldt ook of de kandidaten overeenkomstig artikel 4 zullen of kunnen worden onderworpen aan een schriftelijke proef of worden gehoord.

    Art. 4. Met het oog op het onderzoek van de kandidaatstellingen, verzoekt de FSMA elke kandidaat om een dossier voor te leggen in de vorm en met de inhoud die zij bepaalt met het oog op de toetsing van de erkenningsvoorwaarden die zijn vastgelegd in artikel 2. Indien de kandidaat zich beroept op de voordracht door een erkende revisorenvennootschap, toont hij dit aan met een attest van de voornoemde vennootschap waaruit blijkt dat zij inzonderheid de voorwaarde zal naleven die is vastgelegd in artikel 10, eerste lid, 4°, f).

    De revisor brengt de FSMA onverwijld op de hoogte van wijzigingen die betrekking hebben op de erkenningsvoorwaarden vermeld in artikel 2, eerste lid, 1°, 2° of 8°, alsook van wezenlijke wijzigingen die betrekking hebben op de organisatie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 9°. Voorts deelt de erkend revisor de FSMA jaarlijks alle relevante elementen mee om zijn dossier bij te werken en de FSMA in staat te stellen de permanente naleving van de erkenningsvoorwaarden te toetsen alsook, in voorkomend geval, de redenen waarom hij tijdens het afgelopen jaar de permanente vormingen die daartoe door de FSMA worden georganiseerd niet heeft gevolgd voor minstens die categorie van instellingen onder toezicht waarin hij een revisoraal mandaat uitoefent, of, indien hij geen revisoraal mandaat uitoefent, voor minstens een van de categorieën van instellingen onder toezicht.

    De FSMA beslist over de erkenning na...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT