16 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit betreffende de jaarlijkse retributie voor een vergunning van spoorwegonderneming

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 december 2006 betreffende het spoorweginfrastructuurgebruik, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op het Koninklijk besluit houdende de uitvoering van de hoofdstukken III, V en VI van het koninklijk besluit van 12 maart 2003 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 november 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 9 november 2006;

Gelet op het advies nr. 41.700/4 van de Raad van State, gegeven op 18 december 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. « wet », de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur;

  2. « Bestuur », het Directoraat-generaal Vervoer te Land van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.

Art. 2. § 1. Krachtens artikel 20 van de wet stort de houder van een vergunning als deelname in de kosten voor administratie, controle en toezicht een jaarlijkse retributie van vijf honderd euro op rekening van het bestuur.

§ 2. Het bedrag van de retributie te storten voor het jaar van de afgifte van de vergunning wordt berekend in verhouding tot het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT